ECLI:NL:RBAMS:2017:4599
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van trambestuurster in fatale aanrijding met voetganger
Op 30 juni 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 51-jarige trambestuurster, die werd beschuldigd van schuld aan een fatale aanrijding met een voetganger op 19 september 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de trambestuurster op het moment van de aanrijding als ervaren bestuurder handelde en de verkeerssituatie goed in de gaten hield. De aanrijding vond plaats op de Tussen Meer in Amsterdam, waar de verdachte met tramlijn 17 reed. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen verkeersfout had gemaakt en dat zij geen wettelijk verkeersvoorschrift had overtreden. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde zou worden veroordeeld tot een geldboete en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. De verdediging stelde echter dat de verdachte geen schuld had aan het ongeval en dat het slachtoffer zelf geen voorrang had verleend. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend had gehandeld en sprak haar vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De vordering van de nabestaanden van het slachtoffer werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd.