ECLI:NL:RBAMS:2017:4353

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
616750 / HA RK 16-376
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bestuurders en ontbinding van stichtingen wegens wanbestuur en gebrek aan activiteiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) tot ontslag van de bestuurder van twee stichtingen, Stichting Worldcare 2014 en Stichting City Clean 2015, en tot ontbinding van deze stichtingen. Het verzoek is ingediend door mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie, namens het OM. De rechtbank heeft vastgesteld dat de enig bestuurder, de heer [belanghebbende sub 1], niet heeft voldaan aan eerdere bevelen van de voorzieningenrechter om informatie te verstrekken over de stichtingen. Dit gebrek aan medewerking, in combinatie met de afwezigheid van aantoonbare activiteiten van de stichtingen, leidde tot de conclusie dat er sprake was van wanbestuur.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de statuten van de stichtingen en de doelstellingen die daarin zijn vastgelegd. Het OM heeft aangetoond dat er geen concrete activiteiten zijn ondernomen om de doelen van de stichtingen te verwezenlijken, en dat de bestuurder geen administratie bijhield. Bovendien zijn er aanwijzingen dat de stichtingen mogelijk als dekmantel voor criminele activiteiten worden gebruikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voortbestaan van de stichtingen niet langer gerechtvaardigd is, gezien het gebrek aan activiteiten en de schijnconstructie die lijkt te bestaan.

De rechtbank heeft het verzoek van het OM toegewezen en heeft de heer [belanghebbende sub 1] ontslagen als bestuurder van beide stichtingen. Tevens zijn de stichtingen ontbonden en is mr. D.M. van Geel benoemd als vereffenaar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de besluiten onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/616750 / HA RK 16-376
Beschikking van 20 april 2017
in de zaak van
OPENBAAR MINISTERIE, ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie,
verzoeker
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de stichting
STICHTING WORLDCARE 2014,
gevestigd te Haarlemmermeer,
belanghebbenden,
en zaaknummer / rekestnummer: C/13/616754 / HA RK 16-377
in de zaak van
OPENBAAR MINISTERIE, ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie,
verzoeker
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de stichting
STICHTING CITY CLEAN 2015,
gevestigd te Amsterdam,
belanghebbenden,
Verzoeker wordt hierna het OM genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in zaaknummer / rekestnummer: C/13/616750 /
HA RK 16-376 blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2016;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 28 oktober 2016;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 8 december 2016;
  • het (aanvullende) verzoekschrift met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 14 december 2016;
  • de brief van de heer [belanghebbende sub 1] , ingekomen ter griffie op 25 januari 2017;
  • de fax(brief) van mr. Van der Bijl van 11 april 2017.
1.2.
Het verloop van de procedure in zaaknummer / rekestnummer: C/13/616754 /
HA RK 16-377 blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2016;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 28 oktober 2016;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 8 december 2016;
  • het (aanvullende) verzoekschrift met bijlagen van mr. Van der Bijl, ingekomen ter griffie op 14 december 2016;
  • de (fax)brief van mr. Van der Bijl van 11 april 2017.
1.3.
Beschikking is bepaald op heden. Partijen zijn van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.
1.4.
Gezien de samenhang tussen beide procedures zijn deze zaken ambtshalve gevoegd.

2.De feiten

2.1.
De stichting Stichting Worldcare 2014 (hierna: Worldcare) is opgericht bij akte van 5 september 2014. De inschrijving in het handelsregister heeft dezelfde dag plaatsgevonden. Worldcare is statutair gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer en is kantoorhoudende te Amsterdam aan de [adres] .
2.2.
De stichting Stichting City Clean 2015 (hierna: City Clean) is opgericht bij akte van 23 september 2015. De inschrijving in het handelsregister heeft dezelfde dag plaatsgevonden. City Clean is gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam aan de [adres] .
2.3.
De enig bestuurder van Worldcare en City Clean is de heer [belanghebbende sub 1] (hierna: [belanghebbende sub 1] ).
2.4.
Het doel van Worldcare blijkt uit artikel 2 van de statuten. Dit artikel luidt als volgt:

Doel
Artikel 2
De stichting heeft ten doel:
het doen van onderzoek naar fijnstof in en met Amsterdam en omstreken;
het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2.5.
Het doel van City Clean blijkt uit artikel 2 van de statuten. Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 2 – Doel
1.
De stichting heeft ten doel:
Het verwijderen van zwerfvuil uit de stad Amsterdam en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
2.
De stichting dient een algemeen belang.
3.
De stichting heeft geen winstoogmerk.
2.6.
Bij beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 24 oktober 2016 met zaaknummer 616829 / KG RK 16-2139 is [belanghebbende sub 1] (in zijn hoedanigheid van bestuurder van City Clean) bevolen om binnen twee weken na betekening van de beschikking de boeken, de bescheiden en andere gegevensdragers van City Clean beschikbaar te stellen en de waarden van City Clean aan te tonen, een en ander om de beantwoording van de vragen gesteld bij brief van 15 september 2016 mogelijk te maken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.7.
Bij beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 24 oktober 2016 met zaaknummer 616828 / KG RK 16-2138 is [belanghebbende sub 1] (in zijn hoedanigheid van bestuurder van Worldcare) bevolen om binnen twee weken na betekening van de beschikking de boeken, de bescheiden en andere gegevensdragers van Worldcare beschikbaar te stellen en de waarden van Worldcare aan te tonen, een en ander om de beantwoording van de vragen gesteld bij brief van 15 september 2016 mogelijk te maken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.8.
De beschikkingen van de voorzieningenrechter zijn op 3 november 2016 door de deurwaarder aan [belanghebbende sub 1] betekend.
2.9.
Bij brief, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 25 januari 2017, geeft [belanghebbende sub 1] aan niet te willen worden gehoord in de zaak met het kenmerk C/13/616750 / HA RK 16/376. In de zaak met het kenmerk 13/616754 / HA RK 16-377 heeft de rechtbank geen reactie van [belanghebbende sub 1] ontvangen.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot schorsing en ontslag van een bestuurder op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ingediend. Tevens strekt het verzoek tot ontbinding van Worldcare en City Clean op grond van artikel 2:301 BW.
3.2.
Het OM legt het volgende aan haar verzoeken ten grondslag.
Algemeen
Verzoek om inlichtingen
Het OM heeft bij brief van 15 september 2016 Worldcare en City Clean schriftelijk (regulier en aangetekend) verzocht om inlichtingen ex artikel 2:297 BW. De antwoordtermijn eindigde 30 september 2016. Het OM heeft hier geen reactie op ontvangen, ook is er geen contact met het OM opgenomen. Daaropvolgend heeft het OM twee verzoeken bij de voorzieningenrechter op grond van artikel 2:297 BW ingediend. Tegen de verzoeken is geen verweer gevoerd. Op 24 oktober 2016 heeft de voorzieningenrechter de verzoeken toegewezen. Deze beschikkingen zijn op 3 november 2016 betekend aan belanghebbenden. Op 7 november 2017 heeft het OM telefonisch contact met [belanghebbende sub 1] gehad. [belanghebbende sub 1] gaf aan “de stichting in vertrouwen te hebben overgenomen van een vriend”. Verder gaf [belanghebbende sub 1] aan niet te beschikken over enige vorm van administratie en verder ook geen kennis te hebben van de stichting. [belanghebbende sub 1] heeft niet voldaan aan de bevelen van de voorzieningenrechter.
Nalaten in strijd met de statuten en wanbestuur
Omtrent Worldcare en City Clean zijn geen aantoonbare (sociale) media activiteiten te vinden, op een (vermelding van een) KvK-registratie na. Het OM heeft geen enkele indicatie dat Worldcare onderzoek doet of gaat doen naar “fijnstof in en met Amsterdam en omstreken”. Activiteiten die dienen om de in de statuten omschreven doelen van Worldcare en City Clean te realiseren zijn bij het OM niet bekend.
[belanghebbende sub 1] is enig bestuurder en vervult de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester van Worldcare en City Clean. Dit, en het hierna volgende, is naar het oordeel van het OM een aanwijzing voor het bestaan van andere personen die zich met het bestuur van Worldcare en City Clean bemoeien. [belanghebbende sub 1] komt veelvuldig voor in de politiesystemen, heeft meerdere antecedenten, waaronder vermogens-, opium- en verkeersovertredingen. Ook heeft [belanghebbende sub 1] veel “losse” politieregistraties, waaronder de code “medische indicatie”. Het OM is er ambtshalve bekend mee dat personen met veel politie antecedenten vaak worden gebruikt als “katvanger”. Er is dan sprake van een schijnconstructie waarbij het echte bestuur door een onbekende derde wordt uitgeoefend en de katvanger een stroman is.
Worldcare is eigenaar van een tweetal voertuigen, te weten: een Volkswagen Crafter (met het kenteken [kenteken] ) en een Hyundai IX35 (met het kenteken [kenteken] ). De Hyundai is op 1 en 2 oktober 2015 en op 24 april 2016 gecontroleerd door de politie. De bestuurder was telkens een bekende van de politie, de heer [naam 1] . Bij de laatste controle geeft deze een formulier aan de rapporteur met daarop een nummer dat gebeld kan worden omtrent de auto. Het is een uittreksel van Worldcare met daarop de naam van de vorige bestuurder [naam 2] .
City Clean is eigenaar van een drietal voertuigen, te weten: een Ford Fiesta (met het kenteken [kenteken] ), een Volkswagen Caddy (met het kenteken [kenteken] ) en een Ford Focus (met het kenteken [kenteken] ). De Ford en de Volkswagen hebben enkele dagen op de naam van [belanghebbende sub 1] gestaan en zijn vervolgens overgezet naar City Clean.
Het OM acht het opvallend dat boetes van Worldcare en City Clean betaald worden van dezelfde rekening. Het gehele financiële beheer omtrent Worldcare en City Clean is het OM onduidelijk. Er is sprake van een kennelijke organisatorische en financiële samenhang tussen Worldcare en City Clean die niet in de statuten vermeld staat.
Schorsing en ontslag bestuurder
Het niet voldoen aan het bevel van de voorzieningenrechter van deze rechtbank levert ex artikel 2:297 lid 1 sub b BW een zelfstandige reden op om [belanghebbende sub 1] als bestuurder van Worldcare en City Clean te ontslaan.
Verwijzend naar hetgeen hierboven aan het verzoek ten grondslag is gelegd is er eveneens sprake van een doen of nalaten in strijd met de bepalingen van de statuten.
Dit leidt tot het vermoeden dat er sprake is van een constructie waarbij personen met criminele antecedenten in auto’s kunnen rijden die niet op hun naam zijn gesteld. Dat is in strijd met de statuten van Worldcare en City Clean en levert tevens wanbestuur op. Middelen vloeien immers weg naar andere doelen die niet in de statuten vermeld staan. Dit levert ook een vermoeden van witwassen op. Het vermogen van de auto’s wordt aan het zicht van de toezichthouder onttrokken en er is sprake van mogelijke investeringen met crimineel geld.
Bovenstaande geeft het OM aanleiding om een verzoek tot ontslag van de enig bestuurder, [belanghebbende sub 1] , in te dienen.
Ontbinding rechtspersoon
Tevens legt het OM hieraan het volgende ten grondslag. Uit de literatuur volgt dat artikel 2:301 BW beoogt het voortbestaan van stichtingen die hun zin hebben verloren of niet kunnen waarmaken te voorkomen. Het is een bescherming van de maatschappij tegen loze instellingen. Worldcare en City Clean vallen onder deze beschrijving.
Mede naar aanleiding van het telefonische contact met [belanghebbende sub 1] stelt het OM op het standpunt dat er al jarenlang van enige activiteit ter verwezenlijking van de doelen van Worldcare en City Clean geen sprake is geweest. [belanghebbende sub 1] gaf tijdens het gesprek van 7 november 2016 aan “de stichting in goed vertrouwen te hebben overgenomen van een vriend” en “niet te beschikken over enige vorm van administratie en verder ook geen kennis te hebben van de stichting”. Het OM verwijst hierbij naar een arrest van de Hoge Raad (d.d. 2 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5034) . Hierin gaat de Hoge Raad mee in het oordeel van het Hof dat de stichting “nu er jarenlang van enig concreet doel geen sprake is” ontbonden diende te worden. [belanghebbende sub 1] lijkt, gezien zijn uitspraken, geen (toekomstig) ideëel doel te willen nastreven en lijkt nooit deze intentie gehad te hebben.
Worldcare en City Clean zijn op hetzelfde adres (het woonadres van [belanghebbende sub 1] ) ingeschreven. [belanghebbende sub 1] is enig bestuurslid van beide stichtingen. Dit feit versterkt het vermoeden van het OM dat er sprake is van een schijnconstructie die een ander doel dient dan in de statuten omschreven. De statuten van Worldcare en City Clean gaan beide uit van drie bestuurders. Dit terwijl er nooit een tweede en derde bestuurder benoemd is.
Het OM stelt dat Worldcare en City Clean alleen dienen als dekmantel voor criminele doeleinden die geen verband houden met de doelstellingen van Worldcare en City Clean. Voortzetting van Worldcare en City Clean zou, gelet het voorgaande, niet leiden tot realisatie van de doelstellingen. Wijziging van de doelstellingen zal alleen de schijnconstructie in stand houden onder het mom van een andere doelomschrijving.
Het OM verzoekt om ontbinding van Worldcare en City Clean.
Tevens heeft het OM verzocht om, bij toewijzing van het verzoek tot ontbinding, een vereffenaar te benoemen in Worldcare en City Clean als bedoeld in artikel 2:23 lid 2 BW en om deze benoeming uitvoerbaar bij voorraad te verklaren ex artikel 2:23 lid 3 BW.

4.De beoordeling

4.1.
Het OM heeft in boek 2 van het BW in het kader van haar toezichthoudende taak op rechtspersonen, een aantal bevoegdheden toebedeeld gekregen. Eén van die bevoegdheden is het indienen van een verzoek tot ontslag van bestuurders van een stichting. Een belanghebbende die een dergelijk verzoek indient zal een eigen belang moeten aantonen. De positie van het OM is in zoverre anders dat zij een algemeen belang dient aan te tonen. De rechtbank is van oordeel dat het OM voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat met haar verzoek een algemeen belang is gediend. Uit bovenstaande blijkt dat het OM ontvankelijk is in haar verzoeken.
4.2.
Artikel 2:298 lid 1 BW bepaalt dat de rechtbank een bestuurder van een stichting kan ontslaan op verzoek van het openbaar ministerie of op verzoek van iedere belanghebbende, indien deze iets doet of nalaat in strijd met de bepalingen van de wet of van de statuten of indien deze niet of niet behoorlijk voldoet aan een door de voorzieningenrechter, ingevolge artikel 2:297 BW, gegeven bevel.
4.3.
Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat [belanghebbende sub 1] niet, of althans niet behoorlijk, gevolg gegeven aan het door de voorzieningenrechter van deze rechtbank gegeven bevelen van 24 oktober 2016.
4.4.
Het verzoek tot ontslag van [belanghebbende sub 1] , zijnde de enig bestuurder van Worldcare en City Clean, zal daarom worden toegewezen.
4.5.
Artikel 2:301 lid 1 BW bepaalt dat de rechtbank op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie de stichting ontbindt indien, kort gezegd, het vermogen van de stichting onvoldoende is voor verwezenlijking van haar, indien het doel van de stichting bereikt is of niet meer bereikt kan worden en gewijzigd kan worden.
4.6.
Nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van een geval zoals vermeld in artikel 2:301 BW, zal het verzoek tot ontbinding van Worldcare en City Clean worden toegewezen.
4.7.
De rechtbank ziet de noodzaak van de benoeming van een vereffenaar en heeft hiertoe mr. D.M. van Geel benaderd. Mr. Van Geel heeft telefonisch ingestemd met zijn benoeming tot vereffenaar van in de vereffening van Worldcare en City Clean. De rechtbank zal mr. Van Geel als zodanig benoemen.
4.8.
Deze beschikking zal overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:302 BW door de griffier ter inschrijving worden aangeboden aan het handelsregister.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
ontslaat [belanghebbende sub 1] als bestuurder van de stichting Stichting Worldcare 2014, gevestigd te Haarlemmermeer en als bestuurder van de stichting City Clean 2015, gevestigd te Amsterdam,
5.2.
ontbindt de stichting Stichting Worldcare 2014, gevestigd te Haarlemmermeer, en de stichting Stichting City Clean 2015, gevestigd te Amsterdam,
5.3.
benoemt
mr. D.M. van Geel,
werkzaam bij Ford Advocaten N.V.,
kantoorhoudende te (1075 AG) Amsterdam
aan de Koningslaan 60
tot vereffenaar van de stichting Stichting Worldcare 2014, gevestigd te Haarlemmermeer en tot vereffenaar van de stichting City Clean 2015, gevestigd te Amsterdam,
5.4.
verklaart hetgeen is beslist onder 5.1, 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
bepaalt dat de griffier deze beschikking ter inschrijving zal aanbieden aan het handelsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.T. Beuving en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2017.