ECLI:NL:RBAMS:2017:3718

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
29 mei 2017
Zaaknummer
13/751262-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot detentieomstandigheden in Polen

Op 24 mei 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Poolse autoriteiten. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1972, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. U.E.A. Weitzel, behandeld op een openbare zitting op 11 mei 2017. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om ter zitting te worden gehoord en werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. L.M.F. Aarts.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon klopt en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB is uitgevaardigd op 17 januari 2017 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar vermoedelijke strafbare feiten in Polen. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd, omdat zij niet binnen de wettelijke termijn kon oordelen.

De raadsvrouw heeft verweer gevoerd op basis van de detentieomstandigheden in Polen en het gebrek aan vertrouwen in de Poolse justitiële autoriteiten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze zorgen niet voldoende zijn om de overlevering te weigeren. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank staat de overlevering toe en beveelt de afgifte van een in beslag genomen telefoon aan de Poolse autoriteiten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751262-17
RK-nummer: 17/2204
Datum uitspraak: 24 mei 2017
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 20 maart 2017 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 17 januari 2017 door
the Circuit Court in Olsztyn, Criminal Matters Division 2(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1972,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in [detentieadres] ,
hierna te noemen “de opgeëiste persoon”.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 11 mei 2017. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. U.E.A. Weitzel.
De opgeëiste persoon, die afstand heeft gedaan van zijn recht ter zitting te worden gehoord, heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn raadsvrouw, mr. L.M.F. Aarts, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak zou moeten doen met dertig dagen verlengd. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de rechtbank er niet in slaagt binnen de in de wet bepaalde termijn uitspraak te doen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia kloppen en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van:
  • een beslissing van
  • een beslissing van
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar het recht van Polen strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
Het EAB houdt – door aanvulling van de uitvaardigende justitiële autoriteit bij brief van
19 april 2017 – verder een verzoek in om afgifte van de onder de opgeëiste persoon in beslag genomen Samsung telefoon (PL1300-2017056842-5354447).

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 14, te weten:
moord en doodslag, zware mishandeling.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op dit feit naar het recht van Polen een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

5.Verweer

De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat de opgeëiste persoon weinig vertrouwen heeft in de Poolse justitiële autoriteiten en dat hij naast angst voor bepaalde personen ook de detentieomstandigheden in Polen vreest.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat, voorzover hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht opgevat dient te worden als een verweer, dit niet kan leiden tot weigering van de overlevering. De door de opgeëiste persoon geuite zorg voor bepaalde personen, is niet geëxpliciteerd. In de algemene opmerking over de omstandigheden in Polen ziet de rechtbank geen aanleiding af te wijken van haar eerder uitgezette lijn, die er op neer komt dat uit gegevens over de algemene detentieomstandigheden in Polen niet blijkt van een reëel gevaar voor onmenselijke of vernederende behandeling zoals bedoeld in artikel 4 Handvest (ECLI:NL:RBAMS:2016:8325).

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.
Daaruit volgt dat de afgifte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoon (Samsung, zwart, goednummer PL1300-2017056842-5354447), aan de uitvaardigende justitiële autoriteit kan worden bevolen.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 7, 49 en 50 van de OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Olsztyn, Criminal Matters Division 2(Polen) ten behoeve van het in Polen tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
BEVEELTde afgifte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoon (Samsung, zwart, goednummer PL1300-2017056842-5354447), aan
the Circuit Court in Olsztyn, Criminal Matters Division 2(Polen).
Aldus gedaan door
mr. R.A.J. Hübel, voorzitter,
mrs. J. Edgar en B. Poelert, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.R. Eijsten, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 24 mei 2017.
Mr. B. Poelert is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.