ECLI:NL:RBAMS:2017:3513

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 mei 2017
Publicatiedatum
23 mei 2017
Zaaknummer
13/437559-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor gediagnosticeerde persoon met schizofrenie en persoonlijkheidsstoornis

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 1 mei 2017, is de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene met 2 jaren toegewezen. De betrokkene, geboren in 1959, is gediagnosticeerd met schizofrenie van het gedesoriënteerde type en een persoonlijkheidsstoornis NAO met overwegend antisociale trekken. Hij heeft een voorgeschiedenis van polydrugsgebruik en lijdt aan frontaal hersenletsel. De rechtbank heeft op 1 mei 2017 de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en een deskundige in openbare raadkamer gehoord. De deskundige heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien het recidiverisico dat zonder deze maatregel als hoog wordt ingeschat.

De rechtbank heeft de processtukken en de adviezen van de deskundigen in overweging genomen. De deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen, gezien de ernst van de psychische problematiek en het risico op terugval in middelengebruik en gewelddadig gedrag. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met 2 jaren wordt verlengd. De betrokkene is gebaat bij zijn verblijf in de instelling, en een toetsing over een jaar is niet in de rede.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met 2 jaren verlengd. Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/437559-06
BESCHIKKING
op de op 7 maart 2017 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 7 maart 2017 in de zaak tegen:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959 ,
thans in het kader van transmuraal verlof begeleid door [instelling 1] ,
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 27 maart 2007 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 17 april 2015 voor de tijd van 2 (twee) jaren werd verlengd.
De inhoud van de vordering
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met 2 (twee) jaren.
De procesgang
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 10 februari 2017 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [instelling 1] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met 2 (twee) jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 27 december 2016 respectievelijk op 8 maart 2017 op grond van artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte rapporten van de psycholoog B. van Giessen en de psychiater H.A. Gerritsen, beiden niet verbonden aan de inrichting waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met 2 (twee) jaren.
De rechtbank heeft op 1 mei 2017 de officier van justitie mr. M.L.A. ter Veer, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. J.M. Keizer, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [persoon] , verbonden aan [instelling 1] , in openbare raadkamer gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Aan genoemd advies van
[instelling 1]d.d. 10 februari 2017 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
De heer [betrokkene] (hierna: betrokkene) is gediagnosticeerd met schizofrenie van het gedesoriënteerde type en een persoonlijkheidsstoornis NAO met overwegend antisociale trekken. Ook lijdt betrokkene aan frontaal hersenletsel. Voorts is er sinds jonge leeftijd sprake van polydrugsgebruik, wat zich blijvend uit in zeer zuchtig gedrag.
Behandelverloop
Op 27 oktober 2014 is betrokkene vanuit [instelling 2] verhuisd naar [instelling 1] , locatie [instelling] . Zijn behandeling staat in het teken van stabilisatie van zijn psychiatrische toestandsbeeld, behoud van een laagdrempelig dagprogramma en verbetering van zijn kwaliteit van leven, onder meer door het ondernemen van begeleide verloven, welke naar tevredenheid verlopen. Betrokkene is medicatietrouw en sinds de verhuizing abstinent van middelen, al is de zucht nog altijd aanwezig. Hij heeft enig ziektebesef, maar ontbeert diepergaand inzicht in risicofactoren voor gewelddadig gedrag en is niet voornemens abstinent van middelen te blijven. Hij verlangt nog altijd sterk naar middelen en zoekt naar diverse manieren om in zijn behoefte te voorzien. Hij is afhankelijk van intensieve ondersteuning en begrenzing en conformeert zich overwegend aan het leefklimaat in [instelling] . Hij is het eens met zijn verblijf in [instelling] .
Recidiverisico
Met het huidige risicomanagement wordt het recidiverisico bij transmuraal verblijf in [instelling] met begeleid verlof als laag tot matig ingeschat. Zonder het kader van de terbeschikkingstelling wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. Verwacht wordt dat betrokkene dan op zeer korte termijn terugvalt in middelengebruik en psychotisch decompenseert.
Koers en prognose
Betrokkene gedijt goed op de geboden structuur, controle en intensieve begeleiding. De prognose voor behandeling is zeer bescheiden, waardoor een langdurig verblijf in [instelling] geïndiceerd is. Een grote mate van ontwikkeling op het gebied van ziekte-inzicht, motivatie voor abstinentie van middelen of vermindering in de ernst van de psychiatrische problematiek wordt niet verwacht. De behandeling is gericht op structuur en intensieve begeleiding, waarbij strikt wordt gecontroleerd op abstinentie van middelen en medicatietrouw.
Advies
Geadviseerd wordt om de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met 2 (twee) jaren.
De deskundige [persoon] heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan genoemde rapportage van de
psycholoog B. van Giessend.d. 27 december 2016 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij het huidige verblijf van betrokkene in de kliniek wordt het recidiverisico ingeschat als laag tot matig. Zonder de bescherming van de tbs-maatregel kan het recidiverisico vrij snel oplopen naar matig tot hoog, zeker wanneer betrokkene terugvalt in middelengebruik. Het risicomanagement wordt door de kliniek adequaat vormgegeven. Waar de kliniek terughoudend is met het aanvragen van meer vrijheden voor betrokkene, ziet de psycholoog mogelijkheden om te starten met semi-onbegeleid verlof. Hiermee kan bezien worden hoe groot het recidiverisico daadwerkelijk is en of de stap naar meer vrijheden en plaatsing binnen de reguliere [instelling 3] gerealiseerd kan worden. Dit proces zal in kleine stappen en gedurende een vrij lange periode moeten plaatsvinden. Om die reden wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met 2 (twee) jaren te verlengen.
Aan genoemde rapportage van de
psychiater H.A. Gerritsend.d. 8 maart 2017 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Indien de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zou worden beëindigd, dan wordt het recidiverisico zowel op de korte als op de (middel)lange termijn als hoog ingeschat. Te verwachten is dat betrokkene zonder verblijf in een instelling het overzicht over het dagelijks leven verliest en zijn medicatie zal staken, met als gevolg een toename in ernst van de psychose gepaard gaande met een verslechtering van de impulscontrole en agressieregulatie. Voorts zal betrokkene terugvallen in middelengebruik met als gevolg een verdere ondermijning van de impulscontrole en agressieregulatie, wat tot gevolg kan hebben dat betrokkene opnieuw fysiek agressief zal worden om aan (geld voor) middelen te komen. Bij het huidige verblijf van betrokkene in [instelling] wordt het recidiverisico als laag tot
laag-matig ingeschat. Het verdient aanbeveling dat betrokkene de komende jaren in een long care voorziening verblijft. Geadviseerd wordt om de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met 2 (twee) jaren te verlengen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft de rechtbank verzocht de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met 1 (één) jaar te verlengen.
Gelet op voormeld advies, het verhandelde in raadkamer en artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met 2 (twee) jaren wordt verlengd. Betrokkene is gebaat bij zijn verblijf in [instelling] en een toetsing over een jaar ligt in het geval van betrokkene niet in de rede.
Beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]voornoemd met 2 (twee) jaren.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. B.E. Mildner, voorzitter,
mrs. P.B. Martens en B. Poelert rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.C. Lieberwirth, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 mei 2017.