Op 3 maart 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen de Burgemeester van de gemeente Amsterdam en eisers, die een exploitatievergunning voor een eethuis in een kiosk hadden aangevraagd. De vergunning was eerder verleend, maar na bezwaar van derde-partijen heeft de burgemeester deze herroepen. Eisers stelden dat zij geen fastfood verkochten en dat hun eethuis onder horeca IV viel, maar de rechtbank oordeelde dat de exploitatie in strijd was met het bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat de exploitatie van de kiosk alle kenmerken vertoonde van horeca I (fastfood) en dat de vergunning terecht was geweigerd. De rechtbank oordeelde dat eisers procesbelang hadden, omdat zij schade hadden geleden door de intrekking van de vergunning, maar dat de besluiten van de burgemeester rechtmatig waren. De rechtbank verklaarde de beroepen van eisers ongegrond en wees de verzoeken om handhaving af. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de ruimtelijke impact van horecagelegenheden en de toepassing van het bestemmingsplan.