ECLI:NL:RBAMS:2017:2770

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
25 april 2017
Zaaknummer
13/730065-16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding van moord in vereniging met wapenbezit en opzetheling

Op 26 april 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van voorbereiding van moord in vereniging, het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, en opzetheling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, in de periode van 20 september 2016 tot en met 6 oktober 2016, zich heeft voorbereid op een liquidatie. Dit bleek uit observaties, telefoongesprekken en het aantreffen van een vuurwapen, munitie, een gestolen BMW en brandbare vloeistoffen. De verdachte werd op 6 oktober 2016 aangehouden op het parkeerterrein van een voetbalvereniging, waar hij zich samen met een medeverdachte bevond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en legde een gevangenisstraf van 7 jaar op. De rechtbank weegt daarbij de ernst van de feiten, de voorbereiding van een liquidatie en het gevaar voor de samenleving zwaar mee in haar beslissing. De verdachte had meerdere lagen donkere kleding aan, wat ook duidt op de voorbereidingen voor de liquidatie. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde de straf op, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/730065-16 (Promis)
Datum uitspraak: 26 april 2017
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [geboortedatum] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 april 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. van Kampen en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M.L. van Gaalen, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

2.1
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks de periode van 20 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 te Amsterdam en/op Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
- moord c.q. doodslag in vereniging als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht en/of
- diefstal met geweld in vereniging, als bedoeld in de artikelen 312 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht en/of
- afpersing, in vereniging, als bedoeld in de artikelen 317 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht en/of
- opzettelijke brandstichting in vereniging, als bedoeld in artikel 157 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht,
opzettelijk
- een (half geladen) vuurwapen (merk Smith & Wesson, model 6906TSW, kaliber 9x19mm) en/of
- een patroonmagazijn (met daarin een of meer (veertien) (deformerende/expanderende) patro(o)n(en) (merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm) en/of
- een gestolen personenauto (merk BMW, type 550i), voorzien van valse (een) kentekenpla(a)t(en) en/of
- een of meer (drie) flessen gevuld met een brandbare vloeistof (te weten benzine) en/of
- een of meer la(a)g(en) zwarte/donkere kleding (over elkaar),
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf;
2.
hij op of omstreeks 06 oktober 2016 te Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
- een vuurwapen van categorie III, te weten een pistool (merk Smith & Wesson, model5906TSW, kaliber 9x19mm) en/of
- een patroonmagazijn (met daarin een of meer (veertien) (deformerende/expanderende) patro(o)n(en) (merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm),
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 26 februari 2016 tot en met 6 oktober 2016 te Amsterdam en/of Heemskerk en/of Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een personenauto (merk BMW, type 550i, voorzien van (origineel) kenteken [kenteken] ) en/of een
kentekenpla(a)t(en) (kenteken [kenteken] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen).

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten en omstandigheden
Op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de navolgende feiten en omstandigheden. [1]
Op 20 september 2016is door een observatieteam gezien dat [naam] (hierna: [naam] ) met zijn Mercedes een man – die later [verdachte] bleek te zijn [2] - heeft opgehaald. Blijkens waarnemingen van het observatieteam alsmede de enkelbandgegevens van [naam] en de geplaatste OVC- en plaatsbepalingsapparatuur in de Mercedes, staat de Mercedes om 18:28 stil op de [straat] in Heemskerk ter hoogte van perceelnummer [nummer 1] . Uit zowel de enkelbandgegevens van [naam] als de waarnemingen van het observatieteam blijkt dat [naam] en [verdachte] door de wijk lopen. Omstreeks 18:35 lopen zij op de [straat] in Heemskerk ter hoogte van de voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] (hierna: [naam voetbalvereniging] ) en stappen als passagiers in een witte Toyota Aygo, met kenteken [kenteken] , waarna de Toyota wegrijdt. Op enig moment keert de Toyota weer terug naar het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] . Blijkens de enkelbandgegevens van [naam] en de waarnemingen van het observatieteam loopt [naam] richting het clubgebouw van [naam voetbalvereniging] . [naam] loopt vervolgens weer richting de parkeerplaats. Vervolgens wordt [naam] door de Toyota weer bij zijn Mercedes op de [straat] afgezet. In de Toyota blijven twee personen achter, onder wie [verdachte] . [3]
Op 24 september 2016werd op de [straat] ter hoogte van perceel [nummer 1] te Heemskerk
een personenauto van het merk BMW, type 550i, aangetroffen. De BMW zou daar al vier dagen staan. Op de voorzijde van de BMW was geen kentekenplaat bevestigd. De achterzijde was voorzien van een scheef geplakte kentekenplaat met nummer [kenteken] . Uit onderzoek bleek dat dit kenteken toebehoort aan een Volkswagen op naam van [naam 1] . Telefonisch contact met laatstgenoemde wees uit dat hij zijn kentekenplaat had verloren of dat de plaat mogelijk was gestolen. [4] De BMW bleek tussen 26 februari 2016 en 29 februari 2016 in Amsterdam te zijn gestolen. Het originele kenteken van de BMW is [kenteken] . [5]
Blijkens een proces-verbaal van bevindingen was de BMW reeds op 22 september 2016 door een wijkagent op een parkeerterrein van zorginstelling [naam zorginstelling] in Heemskerk zonder kentekenplaat aan de voorzijde waargenomen. Dit parkeerterrein is gelegen tegenover [naam voetbalvereniging] [6] en op 200 meter afstand van de [straat] . [7]
De BMW is op 24 september 2016 om 14:00 uur door de politie in beslag genomen en voor onderzoek overgebracht naar het politiebureau te Beverwijk. [8] In de kofferbak van de BMW werden drie volle colaflessen aangetroffen. [9] Onderzoek wees uit dat in die flessen motorbenzine zat. [10]
Op 26 september 2016is de enkelband van [naam] er af en ligt in de woning van zijn vriendin [naam vriendin] . [naam vriendin] voert een telefoongesprek waaruit blijkt dat [naam] zijn band eraf heeft gedaan om zijn “shit” te gaan doen. Om 18:03 uur verlaat medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) – blijkens camerabeelden – zijn woning. Blijkens de geplaatste OVC- en plaatsbepalingsapparatuur van de in de Suzuki Baleno (welke in gebruik is bij [medeverdachte] ) heeft de Suzuki zich tussen 19 :30 uur en 20:27 uur in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] bevonden. Daarbij is de Suzuki over de parkeerplaats van [naam voetbalvereniging] gereden. Op de parkeerplaats van [naam zorginstelling] werd de Suzuki steeds kleine stukjes verplaatst. Uit het OVC-gesprek blijkt dat om 20:27 uur in de Suzuki een gesprek wordt gevoerd tussen [medeverdachte] en een persoon, van wie de stem wordt herkend als de stem van [naam] . Tijdens dit gesprek werd het volgende besproken:
[naam] : Platen raken ze kwijt. Die waggie is opeens weg. Kunnen ze niks aan doen. Je weet toch? Maar ik moet de hele tijd zeggen, kom we gaan die waggie verplaatsen, ik moet mensen regelen, je weet toch, ik moet regelen.
[naam] : (…) Ik zeg tegen ze: Bro. Waarom kunnen jullie niets zelf regelen? Ik moet alles voor jullie doen! Alles broer! Waggie is weg. Nieuwe waggie. Nieuwe waggie is weg. Ze regelen geen andere waggie. Ze doen ook niet hun best niet jongen. Ze doen ook niet even hun best om te kijken hoe of wat. Of ze misschien iets kunnen regelen, of dat ze van iemand een waggie kunnen lenen om toch voor een overstap. Niets broer! Niets doen die mannen! Niets! Uitslapen. Reageren laat!
Ik zeg tegen ze broer kanker op! Opkankeren! Ik zou het sowieso zelf doen maar ik zou met mijn neefje gaan bijvoorbeeld. Die overstapauto. Je weet toch? Zou ik hem een paar doezoe geven. Je weet toch? Hij is binnenkort jarig. Ik denk van weet je. Ik gun ze. Maar kanker op man broer! Als het zo moet gaan? Dikke lul man!
[medeverdachte] : Even binnen kijken. Laat ze nu gewoon binnen klaar staan.
[naam] : Daar in de bosjes staan, bij die vrachtwagen.
[medeverdachte] : Kan je wegrijden ook.
[naam] : Ja daarom. (…) Wat heeft dit voor zin? Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles.
Omstreeks 20:38 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt richting Amsterdam.
De telefoon van [naam] maakt op dat moment gebruik van een cell-ID welke gelegen is in de omgeving van waar de Suzuki op dat moment rijdt. [11]
Op 27 september 2016om 20:00 uur komt de Suzuki Baleno - blijkens de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki – aan in Heemskerk. De Suzuki heeft zich vervolgens voornamelijk opgehouden op de [straat] . Deze laan ligt naast de [straat] .
Om 21:04 vertrekt de Suzuki uit Heemskerk. Vanaf 22:05 uur rijdt de Suzuki wederom richting Heemskerk. Om 22:32 uur staat de Suzuki even stil op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] en rijdt heen en weer langs [naam voetbalvereniging] . De telefoon van [medeverdachte] maakt om 22:40 uur gebruik van een
cell-ID welke is gelegen in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] . Omstreeks 22:40 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt naar de woning van [medeverdachte] . De telefoon van [medeverdachte] volgt de bewegingen van de Suzuki. Op camerabeelden is vervolgens te zien dat [medeverdachte] omstreeks 22:56 uur terug komt bij zijn woning. [12]
Op 29 september 2016om 17:32 uur verlaat [medeverdachte] – blijkens camerabeelden – zijn woning.
Uit de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki blijkt dat de Suzuki richting Amsterdam rijdt. Op camerabeelden van een benzinestation is te zien dat [medeverdachte] omstreeks 18:33 uur afrekent.
De Suzuki is ook op de camerabeelden te zien. De telefoon van [medeverdachte] beweegt met de Suzuki mee. Omstreeks 18:38 uur stopt de Suzuki direct achter het woonadres van [naam 2] (hierna: [naam 2] ) en staat daar tien minuten stil. De Suzuki rijdt vervolgens naar Heemskerk en komt daar om 19 :23 uur aan. De Suzuki staat vervolgens voornamelijk stil op het parkeerterrein van [naam zorginstelling] , het verzorgingstehuis tegenover [naam voetbalvereniging] . De Suzuki rijdt in deze periode ook een ronde door de buurt.
Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt dat [medeverdachte] en [naam 2] vanaf 19 :26 onder meer het volgende met elkaar bespreken:
19 :56 uur:
(…)
[naam 2] : Training begint nu pas
[medeverdachte] : Ja?! …Even warm worden..ntv..snel afgelopen zijn.
[naam 2] : ntv goeie plek?
20:00 uur:
(…)
[medeverdachte] : Jongen als ntv zijn we loesoe van hier zijn, dan zijn we loesoe. Deze auto..Wie gaat deze auto..?
[naam 2] : Ntv snelweg.
[medeverdachte] : Maak je niet druk.
[medeverdachte] : Daar gaan. (gaat fluisteren). Als ntv. Lopen. Pam..
(…)
20:01 uur
[medeverdachte] : Snelste weg.
[medeverdachte] : Ik zou zo gaan…Ntv zo komen…
(…)
20:06 uur: fluisteren..
[naam 2] : Moet ik hem op die ntv plaatsen?
[medeverdachte] : Het is wat jij wilt broer..Ntv is voor jou…
[medeverdachte] : Als je gaat plaatsen…Plaats via achter he? Begrijp je? Kijk…via achter..Rennen..
[medeverdachte] : Niet meteen zo op hem.
23:49 uur:
(…)
[naam 2] : Wat doet die man daar zo lang? Ik snap het niet.
(…)
[naam 2] : Vanaf hier staan is te lang? Of niet?
[medeverdachte] : Tenzij je hem kan zien weet je.
[naam 2] : Ik zie wel die auto.
[medeverdachte] : Ja die auto staat er
[naam 2] : (…) Je weet niet vanaf waar hij hem gaat klikken.
(..)
[naam 2] : Jij zit in die auto. Ik ben helemaal kletsnat broer.
23:50 uur:
[naam 2] : Hier zeiken is moe he?
(…)
[naam 2] : DNA en zo toch?
[medeverdachte] : Het is wat je wilt. Het regent weet je.
(…)
[naam 2] : Hoe gaan we het nu doen? Ik kan niet meer in die bos daar. Ik kan ook vanaf hier kijken. Maar als hij.. Misschien hij klikt. Misschien klikt hij van dichtbij.
[medeverdachte] : Dan moet je daar zijn. Daar in die bosjes. Die bosjes aan de andere kant.
[naam 2] : Nee die is te lang.
(…)
23:51 uur:
[naam 2] : Kanker koud. Wat gaan we doen?
[medeverdachte] : Wat we gaan doen? Je zit klaar hoor broer!
[naam 2] : Ja tuurlijk. Maar hoe dan?
[medeverdachte] : Hoe? Gewoon hetzelfde. Je weet toch? Plan gaat nog door toch?
[naam 2] : Weer in die bos daar?
[medeverdachte] : Je weet.. Je moet improviseren broer… Je moet gaan kijken hoe of wat! Begrijp je?
23:52 uur:
(…)
[medeverdachte] : Die vrouw die kwam roken..Ze kwam helemaal naast mij broer! (…) Ik dacht van: “Tering man! Laat die shit nu niet gebeuren man!” Begrijp je? … Ha ha ha… Precies naast mij broer.
[naam 2] : Maar wat deed ze?
[medeverdachte] : Niets. Ze heeft niets gezien. Ze was aan de telefoon. (…)
[naam 2] : Ze heeft jou niet gezien?
[medeverdachte] : Nee.
00:29 uur:
[medeverdachte] : Wat is er aan de hand?
[naam 2] : Ik heb ntv gemist man.
(…)
[medeverdachte] : Hoe bedoel je gemist?
[naam 2] : Ik wou naar dat bos lopen…ntv man ntv.. Hij loopt naar zijn auto. Ik loop een rondje… Die loopt weer. Die rijdt weer…Ik kom terug lopen…Ik heb hem gemist…
(…)
[naam 2] : Ik loop terug, maar hij is weg
[medeverdachte] : Nee man…Nee man…Shit…Nee man.
(…)
00:30:38 uur: geluid te horen dat overeenkomt met het doorladen/ontladen van een vuurwapen
Harde rijgeluiden
(…)
00:54 uur:
[naam 2] : Wat zal deze man zeggen?
[medeverdachte] : Ja wat gaat hij zeggen? Hij gaat niets zeggen. Ntv de waarheid.
[naam 2] : Maar we hebben hem wel gemist.
01:02 uur:
(…)
[naam 2] : Wat moet ik hem zeggen?! Jij moet je niet druk maken
[medeverdachte] : Ntv niet druk? Ik ben met jou! Dus wij zijn samen
[naam 2] : Maar hij stelt. Ik ben de doener! Snap je? (…) Jij moet alleen zitten.
[medeverdachte] : Als jij gaat zeggen: “Ik ben hem misgelopen…Hij gaat kanker para op jou worden! (…)
Ik weet niet wat je hem kan zeggen dat het goed maakt.
[naam 2] : (…) Niks maakt het goed. Maar iets dat kan compenseren.
[medeverdachte] : Niks! Zo laat niks! Als het eerder was. Rond 21:00 uur of 22:00 uur..Of 20:00 uur.. Dan kon je nog. Begrijp je? Maar niet fucking 01:00 uur gab. Wat wil je nu gaan vertellen? Dat je niet bent gegaan?
(…)
01:32 uur: Het lijkt erop dat [medeverdachte] gebeld wordt.
(…)
[medeverdachte] : Die man ehhh…is voor niets “in die feest gaan staan”. (…) Die man gaat in die feest staan voor drie uurtjes a vier uurtjes lang. Begrijp je?
N: Ja
[medeverdachte] : In die feest. Vanaf ehm 7, 7 uur waren we in die feest tot 12. Ehh tot half 1! Begrijp je? (…) De jarige job was tot half 1. Die jarige job is niet gefeliciteerd man!
De stem van de N-man wordt door verbalisanten herkend als de stem van [naam] . [13]
Op 3 oktober 2016om 16:39 uur verlaat [medeverdachte] – blijkens camerabeelden – zijn woning. Uit de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki is te zien dat de Suzuki om 16:53 uur uit Haarlem vertrekt. Uit camerabeelden van een tankstation blijkt dat de Suzuki door [medeverdachte] wordt bestuurd. Om 17:48 uur staat de Suzuki op de [straat] te Amsterdam, zijnde een straat tegenover de straat waar [verdachte] woonachtig is. Om 17:50 uur maakt de telefoon van [medeverdachte] gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van dezelfde cell-ID als waarvan de telefoon van [verdachte] om 17:56 gebruik maakt. Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt vervolgens dat een NNman om 18:10:46 in de Suzuki stapt. De stem van de NNman is herkend als de stem van [verdachte] . Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt dat [medeverdachte] en [verdachte] vanaf 18:24:40 uur het volgende met elkaar bespreken:
18:24:40 uur:
[medeverdachte] : Voor mij maakt het niet uit. Begrijp je. Ntv. Bij je taak houden. (…) Niet meer praten over switchen, begrijp je.
(…)
18:29 uur:
[medeverdachte] : Je moet bewijzen.
[verdachte] : Daarom, vandaag gaan we het bewijzen toch?
Omstreeks 18:55 uur rijdt de Suzuki Heemskerk binnen. Gedurende anderhalf uur bevindt de Suzuki zich op de parkeerplaats van voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] . In het OVC-gesprek is te horen dat [verdachte] en [medeverdachte] onder meer het volgende met elkaar bespreken:
[verdachte] : Waar wordt overgestapt?
(…)
[medeverdachte] : Maar ik ken alleen deze weg.
[medeverdachte] : Ja maakt niet uit. Gewoon weg zijn. Zelfde toch?
[verdachte] : Hier moet je lang door ntv zo. Lang en dan lopen.
(…)
[verdachte] : Dat was het plan toch? Toen we die dinges hadden, ntv. Daarom. Afgebroken toch.
[verdachte] : Hoe zou jij gaan? …ntv improviseren?
(…)
[verdachte] : Gewoon….ntv en dan gelijk “boem”.
19 :02:11 uur:
[verdachte] : Maar de voorkant is snelst om naar snelweg komt
(…)
[medeverdachte] : naar buiten. Ntv. Onopvallend..ntv..en dan..Dat je op de weg als een gek gaat rijden of zo.
[medeverdachte] : Dat je hem echt vanaf die parkeerplek…ntv..die auto gaat rijden, begrijp je.
[medeverdachte] : (…) Liever voor de deur na de training.
[verdachte] : Later is niets toch?
[medeverdachte] : Later ntv die man is ook ntv..ntv..Eén ding is pas ehm kwart over 10 klaar. Ntv. Training/of/2, 3 keer …De dagen daarvoor. Ntv. Kijken kijken kijken. Ttv. Zag ik hem ntv. Dit terrein ntv. En die auto..je weet toch?
[verdachte] : Gewoon afwachten
(…)
[verdachte] : Hij gaat niet meer vandaag komen
[medeverdachte] : Ik heb geen zin om elke keer te komen. Ik ben ntv…8 keer of zo.
(…)
[medeverdachte] : Als hij nu zou komen. Zou lekker zijn!
[verdachte] : Ik hoop het. Anders kunnen we morgen weer.
(…)
[medeverdachte] : Hij kan nu anytime komen. Nu gaat de eerste training. Als hij vandaag komt. Dan ehh…
[medeverdachte] : Als hij vandaag komt. Afgelopen keer was hij er niet.
[verdachte] : Heel de week niet of alleen die dag?
[medeverdachte] : Hij was er maandag niet, woensdag niet. Wel op donderdag.
(…)
[verdachte] : Ntv parkeert altijd op dezelfde plek hoor. Deze man parkeert altijd daar!
[medeverdachte] : Ja?
[verdachte] : …ntv…is een oude man
[medeverdachte] : is zijn plekkie toch?
De telefoon van [medeverdachte] maakt om 20:23 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] . Omstreeks 20:27 uur is de Suzuki uit Heemskerk vertrokken. De telefoon van [verdachte] maakt om 20:30 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van waar de Suzuki op dat moment rijdt. [14]
Op 6 oktober 2016is [medeverdachte] onder observatie genomen naar aanleiding van TCI info.
Door de leden van het observatieteam wordt gezien dat [medeverdachte] omstreeks 17:50 uur als bestuurder in een Suzuki rijdt met kentekennummer [kenteken] . Omstreeks 17:52 uur stapt een man bij [medeverdachte] in de auto. Deze man blijkt later bij de aanhouding [verdachte] te zijn.
Zij rijden vervolgens rechtstreeks naar het parkeerterrein van de voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] in Heemskerk. [medeverdachte] en [verdachte] zijn op dat parkeerterrein vervolgens omstreeks 18:40 uur aangehouden. [15] [16]
[verdachte] droeg op dat moment meerdere lagen kleding, te weten een wit onderhemd, een zwart T-shirt, een zwarte trui en een zwart vest met capuchon, een korte zwarte joggingbroek met daaroverheen twee lange zwarte joggingbroeken. [17]
In de Suzuki werd achter de bestuurdersstoel - op de vloer, in een sok - een vuurwapen aangetroffen. [18] Nader onderzoek bleek dat het een vuurwapen betreft in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen van het merk Smith & Wesson, model 5906TSW, kaliber 9x19 mm. Het vuurwapen was half geladen. Door enkel de slede naar achteren en weer naar voren te bewegen, word een patroon uit het patroonmagazijn aangevoerd en is het vuurwapen voor onmiddellijk gebruik gereed. Het vuurwapen was voorzien van veertien ‘hollow point patronen’, zijnde patronen die bestemd zijn voor een grotere energieoverdracht op het doelwit waardoor een groter stoppende en/of vernietigende werking zal optreden. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 2, lid 2, categorie II van de Wet wapens en munitie. [19]
Op 4 november 2016zijn de verdachten [naam] en [naam 2] in een ander onderzoek aangehouden. Voorafgaand aan hun aanhouding werd gezien dat beiden reden in een Toyota Aygo met kenteken [kenteken] . [20] Deze auto is op 4 november 2016 in beslaggenomen. Bij de doorzoeking van de Toyota werd de autosleutel van de op 24 september 2016 in beslaggenomen BMW aangetroffen. Met deze sleutel bleek het mogelijk te zijn om de motor van de BMW te starten. [21] [22]
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat op grond van het dossier in voldoende mate is komen vast te staan dat [verdachte] en [medeverdachte] , tezamen met anderen en steeds in wisselende samenstelling, tussen 13 september 2016 en 6 oktober 2016 regelmatig naar de voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] te Heemskerk en omgeving zijn gereden. Daarbij werden aanrij- en vluchtroutes bekeken en mogelijk ook uitgeprobeerd. Uit de OVC-gesprekken blijkt dat daarmee voorbereidingen werden getroffen voor het plegen van een liquidatie van een persoon die nauw betrokken was bij [naam voetbalvereniging] . Tevens blijkt uit de OVC-gesprekken dat zij het beoogde slachtoffer in ieder geval twee keer gemist hebben. Bij de voorverkenningen is gebruik gemaakt van eigen voertuigen, maar uit de OVC-gesprekken kan worden afgeleid dat voor de feitelijke uitvoering werd beoogd om de op 24 september 2016 op de [straat] aangetroffen gestolen BMW met gestolen kentekenplaat te gebruiken. Met de in de BMW aangetroffen flessen met benzine zou de BMW in brand worden gestoken teneinde sporen uit te wissen. Nadat de BMW in beslag was genomen, zijn verdachten kennelijk noodgedwongen teruggevallen op het gebruik van hun eigen voertuigen. Toen [verdachte] en [medeverdachte] op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] werden aangehouden, werd in de Suzuki een vuurwapen en munitie aangetroffen, welke geschikt bleken te zijn om extra schade aan een potentieel slachtoffer te brengen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich – overeenkomstig zijn overgelegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat verdachte van de ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft daartoe allereerst dat niet is onderbouwd hoe men tot de stemherkenningen in de OVC-gesprekken is gekomen en dat daarom niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte in de OVC-gesprekken is te horen. Hiervoor is, met uitzondering van 20 september 2016, onvoldoende steun in de overige stukken van het dossier te vinden.
De raadsman heeft voorts – onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:584, bepleit dat de inbeslaggenomen telefoons onrechtmatig zijn doorzocht, nu er daardoor sprake was van een meer dan een beperkte inbreuk in de persoonlijke levenssfeer van verdachte. Bij afwezigheid van een bevel van de officier van justitie om de telefoons te doorzoeken, dienen alle verkregen resultaten uit de telefoons van het bewijs te worden uitgesloten.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen in de Suzuki. Het aantreffen van het DNA van verdachte op de loop van het wapen en op de sok waar het wapen in zat, leidt niet dwingend tot de conclusie dat verdachte ooit in contact is geweest met het wapen. Omdat een enkele cel al kan leiden tot het verkrijgen van een DNA-profiel, moet rekening worden gehouden met diverse manieren van directe en indirect overdracht van DNA. Bovendien kan uit de OVC-gesprekken niet blijken dat de inzittenden één of meer wapens bij zich hadden. Het is daarnaast onbekend hoe lang het wapen al in de auto lag. Het wapen lag bovendien achter de bestuurdersstoel, buiten het zicht en het bereik van verdachte.
Verdachte dient derhalve van het onder 2 ten laste gelegde alsmede van het eerste en tweede gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat op basis van het dossier onvoldoende verband kan worden gelegd tussen verdachte en zijn medeverdachten en de BMW met valse kentekenplaat. Verdachte dient derhalve van het onder 3 ten laste gelegde alsmede van het derde en vierde gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte, al dan niet tezamen met anderen, de in de tenlastelegging genoemde goederen niet gelijktijdig voorhanden heeft gehad, terwijl die gelijktijdigheid wel dient te worden vastgesteld. Immers, slechts op basis van het geheel aan in de tenlastelegging genoemde goederen kan tot een bepaalde uiterlijke schijn worden gekomen. Bovendien is er geen bewijs dat men een strafbaar feit wilde plegen, laat staan welk strafbaar feit dat dan zou zijn geweest. Er is niets in de OVC-gesprekken te horen dat dwingend wijst op een geplande liquidatie. Ook andere mogelijke redenen voor de aanwezigheid op de parkeerplaats zijn niet uitgesloten. Op zijn minst moet het specifieke doel van de vermeende liquidatie buiten redelijke twijfel worden vastgesteld, dat is hier niet het geval. Gelet op de modus operandi is het bovendien niet aannemelijk dat verdachte en de medeverdachten een liquidatie wilden plegen, nu gebruik werd gemaakt van een auto die op naam staat van de broer van de medeverdachte, het signalement van verdachte bij het ontdoen van de bovenste laag zwarte kleding niet verandert en er geen bivakmutsen en handschoenen bij verdachte zijn aangetroffen. Bovendien is niet gebleken dat de verdachte ten aanzien van de reden waarom hij dubbele lagen kleding droeg, te weten dat hij kouwelijk is, onjuist heeft verklaard.
Nu ten aanzien van alle in de tenlastelegging genoemde goederen niet kan worden vastgesteld dat verdachte, al dan niet tezamen met een ander, opzettelijk die goederen heeft verworven dan wel voorhanden heeft gehad met de bestemming om een strafbaar feit te plegen, dient verdachte van het onder 1 ten laste te worden vrijgesproken. Het dossier hangt aan elkaar van vermoedens en speculatie, terwijl het ten laste gelegde niet zonder meer uit de feiten kan volgen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het standpunt van de raadsman dat de stemherkenningen in de OVC-gesprekken onbetrouwbaar zijn en van het bewijs dienen te worden uitgesloten, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank constateert met de raadsman dat de stemherkenningen bij de voormelde OVC-gesprekken niet onderbouwd zijn. Echter, op basis van de andere onderzoeksbevindingen, zoals observaties en telefoongegevens, is naar het oordeel van de rechtbank telkens voldoende komen vast te staan dat de personen van wie de stemmen in bepaalde gesprekken werden herkend op het moment van die gesprekken ook daadwerkelijk in de desbetreffende auto zaten.
Medeplegen van het voorbereiden van een liquidatie
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat kan worden bewezen dat de verdachte opzettelijk voorwerpen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, voorhanden heeft gehad. Bewezen zal dus moeten worden dat de voorwerpen die de verdachte en zijn medeverdachten bij zich hadden, bestemd zijn tot het begaan van een dergelijk misdrijf. Volgens vaste jurisprudentie is daarbij van belang dat de voorwerpen afzonderlijk dan wel gezamenlijk naar de uiterlijke verschijningsvorm dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte voor ogen stond. De voorwerpen dienen in hun gezamenlijkheid en naar hun uiterlijke verschijningsvorm te worden beoordeeld, waarbij ook niet geabstraheerd mag worden van het doel dat de verdachte met deze voorwerpen voor ogen had. Bij oordelen aangaande het bewijs van dat doel spelen in beginsel alle feiten en omstandigheden een rol.
De criminele intentie
De rechtbank is van oordeel dat op basis van alle feiten en omstandigheden in voldoende mate is komen vast te staan dat [verdachte] en [medeverdachte] zich tezamen met anderen, in de periode van
13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016, ter uitvoering van een gezamenlijk plan, meermalen en in wisselende samenstelling, op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] hebben begeven. Uit de gereden routes alsmede de inhoud van de OVC-gesprekken kan worden afgeleid dat zij daarbij de omgeving aan het verkennen waren en op zoek waren naar mogelijke vluchtroutes. Hoewel verdachten daartoe diverse malen zijn uitgenodigd, hebben zij niet willen verklaren over de reden van hun aanwezigheid op en in de omgeving van [naam voetbalvereniging] . Nu ook overigens niet is gebleken dat hun aanwezigheid daar een legitieme reden had, dient naar het oordeel van de rechtbank op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden te worden geconcludeerd dat de aanwezigheid van verdachten in de periode van 20 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] niet door andere dan criminele motieven kan worden verklaard.
Voorts blijkt uit de opgenomen OVC-gesprekken duidelijk dat zij op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] een specifiek persoon aan het observeren waren. Op 29 en 30 september 2016 waren [medeverdachte] en [naam 2] op deze persoon aan het wachten. Als zij deze persoon uiteindelijk hebben gemist, wordt door [medeverdachte] telefonisch aan een derde persoon, vermoedelijk [naam] , teruggekoppeld dat “ze de hele avond op het feest zijn geweest, dat de jarige job er was, dat hij rond half 1 ’s nachts vertrok en dat ze hem toen niet hebben kunnen feliciteren”. Door [medeverdachte] en [verdachte] wordt vervolgens op 3 oktober 2016 opnieuw op de betreffende persoon gewacht. Als [verdachte] het vermoeden uitspreekt dat deze persoon niet meer komt, zegt hij dat ze anders morgen weer kunnen.
Alles wijst er vervolgens op dat het de bedoeling was om deze persoon te liquideren. In het bijzonder kunnen de OVC-gesprekken tussen [medeverdachte] en [naam 2] op 29 en 30 september 2016 en tussen [medeverdachte] en [verdachte] op 3 oktober 2016 niet anders worden geïnterpreteerd dan dat zij op een persoon, die nauw betrokken is bij [naam voetbalvereniging] , aan het wachten waren en dat het de bedoeling was dat deze persoon zou worden geliquideerd. Daarbij lag steeds één van hen in de bosjes bij het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] en werd besproken dat zij niet gezien mochten worden en geen DNA mochten achterlaten. Dat verdachten geen andere bedoeling hadden dan die persoon te liquideren wordt in sterke mate ondersteund door het door [naam] en [medeverdachte] gevoerde OVC-gesprek op 26 september 2016, waarin [naam] – terwijl zij bij [naam voetbalvereniging] zijn – zijn frustraties uit dat hij alles moet doen en dan zegt: “Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles”.
Het voorhanden hebben van de aangetroffen voorwerpen
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of [verdachte] en [medeverdachte] de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen, te weten een vuurwapen en munitie, de BMW met vals kenteken, de in de BMW aangetroffen flessen gevuld met benzine alsmede de lagen zwarte kleding die [verdachte] ten tijde van zijn aanhouding droeg, ter voorbereiding van de liquidatie voorhanden hebben gehad. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Op het moment dat [verdachte] en [medeverdachte] op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] werden aangehouden, werd in de Suzuki die door [medeverdachte] werd gebruikt, een vuurwapen met hollow point patronen aangetroffen. Gelet op de hiervoor besproken nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte] , [verdachte] , [naam] en [naam 2] bij de uitvoering van hun gezamenlijke plan om een specifiek persoon te liquideren, is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [verdachte] en [medeverdachte] het vuurwapen ter uitvoering van hun plan op 6 oktober 2016 voorhanden hebben gehad. Blijkens de OVC-gesprekken op 26 en 29 september en 3 oktober 2016, kan het niet anders dan dat verdachten op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] aanwezig waren om hun voornemen uit te voeren en het vuurwapen met dat doel in de auto aanwezig hadden.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de op
24 september 2016 op de [straat] aangetroffen en inbeslaggenomen BMW met daarin petflessen met benzine, in het kader van de voorbereiding van de liquidatieplannen van verdachten in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] is neergezet. Niet alleen is gebleken dat [verdachte] en [naam] op 20 september 2016 in de [straat] zijn geweest maar ook is de autosleutel van de BMW op 4 november 2016 in de Toyota aangetroffen waar [naam] en [naam 2] voorafgaand aan hun aanhouding in reden. Dit betreft tevens de Toyota waar [verdachte] op 20 september 2016 blijkens observaties in heeft gezeten en die op dat moment bij en in de nabije omgeving van [naam voetbalvereniging] was. Uit een OVC-gesprek blijkt bovendien dat [naam] en [medeverdachte] op 26 september 2016 - zijnde twee dagen nadat de BMW in beslag is genomen – met elkaar bespreken dat ‘die waggie weg is’. Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat de BMW had moeten dienen als vluchtauto. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij liquidaties vaak gebruik wordt gemaakt van een gestolen auto met valse kentekenplaten, die na de vlucht, in brand wordt gestoken. Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte] , [naam] en [naam 2] , in de voorbereiding van het begaan van een moord, is naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate komen vast te staan dat zij de BMW met daarin petflessen met benzine tot 24 september 2016 om 14:00 uur voorhanden hebben gehad.
Bestemd tot het begaan van het misdrijf
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of deze voorwerpen, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd zijn tot het begaan van moord. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Dat een vuurwapen geschikt is om een moord mee te plegen spreekt voor zich. Daar komt bij dat de hollow point patronen speciaal ontwikkeld zijn om extra veel schade toe te brengen aan een potentieel slachtoffer.
Ook de kleding die verdachte aan had op het moment van zijn aanhouding is geschikte kleding om tijdens het begaan van een moord te dragen, nu de donkere kleding, en in het bijzonder de capuchon, geschikt zijn om herkenning te voorkomen en in het donker minder op te vallen. De rechtbank is voorts van oordeel dat de BMW geschikt was om als vluchtauto te dienen, nu de BMW was voorzien van een gestolen kentekenplaat en in de kofferbak petflessen met benzine lagen. Deze petflessen met benzine zijn geschikt om de BMW na de vlucht in brand te steken, teneinde sporen uit te wissen.
Verdachte is met alle onderzoeksresultaten geconfronteerd en heeft meermalen de gelegenheid gehad een verklaring daaromtrent te geven. Verdachte heeft zich echter op zijn zwijgrecht beroepen.
Concluderend
Alles overwegende, in onderling verband en samenhang bezien, en bij gebrek aan een verklaring van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat op basis van alle feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereiding van moord in vereniging. De in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen waren daarbij bestemd tot het begaan van de moord. Dat er achteraf weliswaar een vermoeden is gerezen wie het beoogde slachtoffer was, maar dat dit niet met zekerheid kan worden vastgesteld, staat aan een bewezenverklaring van voorbereiding van moord niet in de weg. Het is voor een bewezenverklaring immers voldoende dat het voor verdachten duidelijk was wie het beoogde slachtoffer was. Het verweer hieromtrent wordt dus verworpen.
Nu de rechtbank zowel het op de sok en de loop van het vuurwapen aangetroffen DNA van verdachte alsmede alle gegevens die zijn verkregen door het onderzoeken van mobiele telefoons niet voor het bewijs heeft gebezigd, behoeven de verweren daaromtrent geen verdere bespreking.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat het plan van verdachten (tevens) afpersing dan wel diefstal met geweld dan wel brandstichting omvatte, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Zoals reeds hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat verdachte, samen met anderen, de gestolen BMW voorhanden heeft gehad en dat de BMW bedoeld was om bij de geplande liquidatie als vluchtauto te gebruiken. De BMW was aan de achterkant voorzien van een scheef geplakte valse kentekenplaat waarvan de bedoeling niet anders kan zijn dan de herkomst van de auto te verhullen. De voorzijde van de BMW was niet voorzien van een kentekenplaat. Onder deze omstandigheden, kan het naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet anders zijn, dan dat verdachte, samen met anderen, ten tijde van het voorhanden krijgen van de BMW wist dat deze van misdrijf afkomstig was.
De rechtbank acht dan ook de onder 3 ten laste gelegde opzetheling van de BMW wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:

ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
in de periode van 20 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 te Heemskerk, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van het met anderen te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord in vereniging als bedoeld in de artikelen 289 juncto 47 van het Wetboek van Strafrecht,
opzettelijk
- een half geladen vuurwapen (merk Smith & Wesson, model 5906TSW, kaliber 9x9mm) en
- een patroonmagazijn met daarin veertien deformerende/expanderende patronen (merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm) en
- tot 24 september 2016 te 14:00 uur, een gestolen personenauto merk BMW, type 550i, voorzien van een valse kentekenplaat en
- met daarin drie flessen gevuld met een brandbare vloeistof te weten benzine,
voorhanden heeft gehad
en
waarbij hij, verdachte, lagen zwarte kleding over elkaar voorhanden heeft gehad,
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf.

ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
op 6 oktober 2016 te Heemskerk, tezamen en in vereniging met een ander
- een vuurwapen van categorie III, te weten een pistool merk Smith & Wesson, model 5906TSW, kaliber 9x19mm en
- een patroonmagazijn met daarin veertien deformerende/expanderende patronen merk Magtech, model Solid Copper Hollow Point, kaliber 9x19mm,
voorhanden heeft gehad.

ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
in de periode van 26 februari 2016 tot en met 24 september 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen een personenauto merk BMW, type 550i, voorzien van origineel kenteken [kenteken] voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 (zeven) jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2.
.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft samen met anderen een wapen en munitie, een gestolen voertuig met een vals kentekenplaat en flessen met benzine voorhanden gehad met het doel dit te gebruiken voor het plegen van een liquidatie. Op het moment dat verdachte werd aangehouden had hij bovendien meerdere lagen donkere kleding aan. Naast deze voorbereidingshandelingen heeft verdachte zich ook, samen met anderen, schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit en heling van een auto.
Door de recente golf van liquidaties in en rond Amsterdam bestaat reeds grote onrust in de samenleving. Door het ingrijpen van de politie is een nieuwe liquidatie voorkomen. Bij het voltooien van dergelijke misdrijven tegen het leven gericht, wordt de rechtsorde op ernstige wijze geschokt, wordt nabestaanden groot leed aangedaan en worden bestaande gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt. Daarnaast lopen omstanders groot risico, aangezien liquidaties doorgaans worden gepleegd op de openbare weg. Ook in deze zaak bestond het risico dat omstanders slachtoffer zouden worden, te meer nu op de avonden dat het beoogde slachtoffer werd opgewacht meerdere voetbalteams, waaronder jeugdteams, aan het trainen waren. Tegen dit soort misdrijven en de voorbereiding ervan dient hard te worden opgetreden.
Verdachte heeft bovendien een wapen en munitie voorhanden gehad. Ook dit is een ernstig feit, nu ongecontroleerd wapenbezit onaanvaardbare risico’s en gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich brengt.
De rechtbank heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 16 maart 2017, waaruit blijkt dat verdachte – behalve voor een verkeersovertreding – niet eerder voor het plegen van strafbare feiten is veroordeeld.
Alles overwegende, is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de feiten een langdurige gevangenisstraf, zoals geëist door de officier van justitie, rechtvaardigt. De rechtbank zal verdachte dan ook een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar opleggen.
Het verzoek van de raadsman om opheffing van de voorlopige hechtenis in verband met het bepaalde in artikel 67a lid 3 Sv zal gelet hierop worden afgewezen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 46, 47, 57, 289 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
Medeplegen van voorbereiding van moord in vereniging.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde:
Medeplegen van opzetheling.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A. Eichperger, voorzitter,
mrs. D.J. Cohen Tervaert en T.T. Hylkema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. Riggelink, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 april 2017.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer [nummer 2] bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen herkenning [verdachte] observatie d.d. 20-09-2016, documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10183 – 10184.
3.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, dinsdag 20 september 2016, documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10529-10557.
4.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10191-10192.
5.Een proces-verbaal aangifte met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10067-10069.
6.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, maandag 26 september 2016 met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina 10565.
7.Een proces-verbaal van bevindingen aantreffen BMW door wijkagent, documentnummer [nummer 2] , pagina 10189.
8.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10191-10192.
9.Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10193-10194.
10.Een verkort rapportage van het NFI met datum 11 november 2016, documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10280-10285.
11.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, maandag 26 september 2016 met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10558-10583.
12.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, dinsdag 27 september 2016 met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10584-10592.
13.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, donderdag 29 september 2016 en vrijdag 30 september 2016 met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10593-10609.
14.Een proces-verbaal van bevindingen Heemskerk, maandag 3 oktober 2016 met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10611-10624.
15.Een proces-verbaal van observatie donderdag 6 oktober 2016, documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10130-10131.
16.Een proces-verbaal van aanhouding, documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10001-10002.
17.Een proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen kleding [verdachte] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 100056-10059.
18.Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10046-10055.
19.Een proces-verbaal van onderzoek met nummer [nummer 2] , pagina’s 10060-10064.
20.Een proces-verbaal van relaas t.b.v. 2e raadkamerzitting met nummer [nummer 2] , pagina 28.
21.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina’s 10167-101073.
22.Een proces-verbaal met nummer [nummer 2] , documentnummer [nummer 2] , pagina 10174.