Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
NJ1930, p. 692). De camerabeelden zijn door de rechtbank ter terechtzitting afgespeeld en in raadkamer bekeken. De rechtbank heeft op deze camerabeelden waargenomen dat verdachte onder begeleiding van een agent loopt, waarna die agent de pet van het hoofd van verdachte pakt. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen die verdachte verricht na het moment waarop zijn pet door de agent is afgenomen, naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet zijn gericht op het weerstreven van de ondernomen aanhouding van verdachte, maar op het enkel terugpakken van zijn pet. Eerst nadat bij verdachte door een van de agenten pepperspray in het gezicht is gespoten, zijn de bewegingen van verdachte heftiger. Ook van deze bewegingen kan echter niet worden vastgesteld dat deze waren gericht om de aanhouding te voorkomen of tegen te werken. De rechtbank komt tot het oordeel dat het opzet op het verzet ontbreekt. Verdachte zal dan ook van het onder 3 ten laste gelegde worden vrijgesproken.
5.Bewezenverklaringen
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
first offenderis. Voor zover een voorwaardelijke straf wordt opgelegd, verzoekt de raadsman de proeftijd te beperken, omdat verdachte vanaf het ten laste gelegde niet opnieuw in aanraking is geweest met justitie.
9.Vorderingen benadeelde partijen
[slachtoffer 1], vordert € 1.625,48 aan materiële schadevergoeding en € 10.000,- aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 11 augustus 2013, tot aan de dag van de algehele voldoening.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
200 (tweehonderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 100 (honderd) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van twee uren per dag.