Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 april 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 april 2017.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had een aanvraag ingediend voor een Ziektewet (ZW) uitkering, welke door verweerder was geweigerd. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht. Eiser, die na een verkeersongeval met medische en psychische klachten te maken had, had eerder een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze was afgewezen op basis van een arbeidsongeschiktheid van 19,36%. Eiser had beroep ingesteld tegen de afwijzing van de ZW-uitkering, maar de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om verdergaande beperkingen aan te nemen dan reeds in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de functies die in het kader van de WIA waren geduid, als passend moesten worden aangemerkt. Eiser had aangevoerd dat zijn klachten onvoldoende waren meegewogen, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig hadden gehandeld en geen aanleiding zagen om de eerder vastgestelde beperkingen te herzien. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.