ECLI:NL:RBAMS:2017:2123
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de 60-dagenregeling voor vakantieverhuur in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster, eigenaresse van een woonruimte in Amsterdam, en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een dwangsombesluit van 10 februari 2017, waarbij de verzoekster werd gelast het hotelmatig gebruik van haar woonruimte te staken op straffe van een dwangsom van € 50.000,-. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit dwangsombesluit en verzocht de voorzieningenrechter om schorsing van het besluit zodat zij de verhuur kon voortzetten.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster haar woonruimte in 2016 meer dan 60 dagen aan toeristen heeft verhuurd, wat in strijd is met het bestemmingsplan en het beleid van de gemeente. De rechter oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor de verzoekster om de dwangsom aan te vechten, en dat het binnentreden van toezichthouders in de woonruimte rechtmatig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoekster niet voldeed aan de 60-dagenregeling voor vakantieverhuur en dat het belang van de verzoekster om inkomsten te verwerven niet opweegt tegen het algemeen belang van het behoud van de woonfunctie in de binnenstad.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de verzoekster niet kon doorgaan met de toeristische verhuur van haar woonruimte. De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van bestemmingsplannen en de regels rondom vakantieverhuur in Amsterdam.