8.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Op [datum] viert [slachtoffer 1] met haar familie haar 58ste verjaardag bij haar thuis op de [plaats] te [plaats] . De verjaardag krijgt een andere wending wanneer in de nacht van [datum delict] verdachte en zijn mededaders de woning binnendringen. De slachtoffers zien drie daders binnenkomen met een vuurwapen, een knuppel en een koevoet. [slachtoffer 1] ziet eerst hoe bij haar zoon, [slachtoffer 3] , zijn handen en mond worden afgeplakt met ducttape en bij haar dochter, [slachtoffer 2] , haar mond. Daarna wordt ook haar mond afgeplakt, waardoor zij moeilijk adem kan halen. Vervolgens begint één van de daders haar genadeloos te slaan met een knuppel. [slachtoffer 2] heeft verklaard hoe machteloos zij zich voelde op het moment dat zij zag dat haar moeder en haar broer zoveel geweld moesten ondergaan. Kleindochter [slachtoffer 4] van 8 jaar moest aanzien hoe haar oma, tante en oom werden geslagen. [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben als gevolg van het gebezigde geweld zwaar lichamelijk letsel opgelopen en als gevolg van de schokkende gebeurtenis allen een post traumatische stressstoornis. Dat laatste geldt ook voor [slachtoffer 4] .
Dat de impact van de overval nog steeds groot is, blijkt uit de ter terechtzitting afgelegde slachtofferverklaringen. [slachtoffer 2] schrijft dat zij als gevolg van het opgelopen letsel vijf maanden niet in staat is geweest om te werken, terwijl zij wist dat zij in aanmerking kwam voor een vast contract. Dat leverde haar extra stress op. Door het letsel is zij veel kennis kwijtgeraakt en had zij moeite om zich te concentreren. Zij zegt door de overal een ander mens te zijn geworden. De angst voor de daders, waaronder de mededader die nog niet is opgepakt, speelt continu door haar hoofd. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij zijn uitweg heeft gezocht in drank en drugs, en ergens anders is gaan wonen omdat het thuis niet langer ging. Hij is de eerste weken twaalf kilo afgevallen en leeft nog steeds in angst, vooral ‘s nachts. Naast de behandeling die nodig is voor zijn neus ten gevolge van het opgelopen letsel, zegt hij ook psychische hulp nodig te hebben. Hij volgt nu EMDR-therapie. [slachtoffer 1] verklaart dat de overval haar gezin uit elkaar heeft gedreven. Zij ziet de pijn en het verdriet bij haar kinderen. Zij zijn niet in staat om elkaar te troosten, omdat het te zwaar is om het leed bij de ander aan te zien. Ook zij verklaart dat zij niet meer dezelfde vrouw is als daarvoor. Zowel lichamelijk als emotioneel heeft zij veel schade opgelopen. Zo is haar gezicht nog steeds gevoelloos en kan zij haar vingers niet goed gebruiken. Haar gehoor is beschadigd en binnenkort zal zij worden geopereerd aan haar kaken. Ten gevolge van het letsel is zij afhankelijk geworden van anderen en ‘s nachts heeft zij nachtmerries. Ook het jongste slachtoffer [slachtoffer 4] , 8 jaar oud, schrijft in haar slachtofferverklaring dat zij erg bang is voor de overvallers en nachtmerries heeft van de overval. Haar moeder gaat wekelijks met haar naar traumatherapie en zij zegt dat haar dochter is veranderd in een bang en teruggetrokken meisje. Ook is zij weer in haar bed gaan plassen. Voor alle slachtoffers geldt dus dat deze gebeurtenis enorm veel invloed heeft gehad op hun leven. Zoals blijkt uit hun verklaringen, worden zij nog steeds geconfronteerd met de lichamelijk en geestelijke gevolgen van wat hun is overkomen. Het valt helaas te verwachten dat zij daar nog lange tijd mee geconfronteerd zullen blijven worden.
Verdachte en zijn mededaders zijn voor deze enorme gevolgen verantwoordelijk. De rechtbank rekent deze gevolgen verdachte in volle omvang aan. Verdachte heeft op geen enkel moment zichtbaar stilgestaan bij het leed dat zijn handelen bij de slachtoffers zou kunnen veroorzaken. Hij heeft blijkbaar alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin.
Uit het uittreksel van de Justitiële Documentatie van verdachte van 31 januari 2017 en de strafkaart van 17 februari 2017 blijkt dat verdachte zich eerder schuldig heeft gemaakt aan zowel vermogensdelicten als geweldsdelicten, in het bijzonder een woningoverval met geweld waarvoor hij ten tijde van het bewezenverklaarde in een voorwaardelijke invrijheidsstelling liep.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf allereerst acht geslagen op de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS). Het LOVS geeft als oriëntatiepunt bij een overval van een woning met ander dan licht geweld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar De huidige woningoverval is dusdanig gewelddadig geweest, en de gevolgen voor de vier slachtoffers - waarvan er drie zwaar lichamelijk letsel hebben opgelopen en alle vier zwaar geestelijk letsel - zijn dusdanig ernstig, dat hier naar het oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf van zes jaar als uitgangspunt heeft te gelden.
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of er factoren zijn dat maken dat in het geval van verdachte naar boven of naar beneden toe van dit uitgangspunt moet worden afgeweken. De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat er meerdere factoren zijn, die alle maken dat er naar boven toe moet worden afgeweken.
Uit de verklaringen van de slachtoffers wordt duidelijk dat verdachte zich aanzienlijk gewelddadiger heeft gedragen dan zijn mededaders. [slachtoffer 1] duidt verdachte aan als “een beest”. Dit is een duidelijk strafverzwarende omstandigheid.
Verdachte heeft, na aanvankelijk te hebben gezwegen, een schriftelijke verklaring overgelegd. De rechtbank hecht aan deze verklaring geen enkel geloof. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij geen enkele verantwoording heeft afgelegd voor zijn handelen. Verdachte heeft geen enkele blijk gegeven van inzicht in het uiterst kwalijke van zijn handelen, zodat op grond daarvan gevreesd moet worden voor een hoog recidiverisico. In de houding van verdachte ten aanzien van het delict ziet de rechtbank daarom dan ook aanleiding om naar boven toe van het uitgangspunt af te wijken.
De meest strafverzwarende omstandigheid is de recidive. Verdachte heeft een lang strafblad met daarop zowel vermogensdelicten als geweldsdelictennet en was, toen hij deze woningoverval pleegde, net een half jaar vrij na het uitzitten van een gevangenisstraf voor een woningoverval, waarbij hij nog in de proeftijd liep van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
De rechtbank komt na dit alles tot de conclusie, dat een gevangenisstraf voor de duur van ten minste acht jaar passend is. Nu de officier van justitie een gevangenisstraf van acht jaar heeft geëist, zal de rechtbank de geëiste straf opleggen.