Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
(sub 1)
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregel
De rechtbank wil wel aannemen dat verdachte en [slachtoffer] ook daadwerkelijk een relatie hebben gehad, waarbij verdachte mogelijk ook oprecht om [slachtoffer] heeft gegeven. Ook wil de rechtbank aannemen dat [slachtoffer] zelf ook dure spullen heeft kunnen hebben door haar verdiensten. In zoverre verschilt deze zaak wellicht in zekere mate van andere ‘loverboy’ zaken. Een en ander doet echter niet af aan het feit dat verdachte [slachtoffer] langdurig heeft uitgebuit met het kennelijke doel zoveel mogelijk geld te hebben zodat allerhande luxe uitgaven en het leven van verdachte konden worden bekostigd, terwijl verdachte zelf geen enkele (te respecteren) inspanningen hiervoor verrichte.
9.Beslag
10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
- € 363.500, - voor afgedragen inkomsten uit prostitutie;
- € 7.812,49 voor medische kosten;
- € 822,- voor kosten in verband met het voeren van een kort geding om een hond terug te krijgen.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
5 jaar.
€ 154.658,50, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, welke moment de rechtbank bepaalt op 12 juni 2016, tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 822, - voor kosten in verband met het voeren van een kort geding om het hondje terug te krijgen.
€ 154.658,50,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, welke moment de rechtbank bepaalt op 12 juni 2016, tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
365 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.