9.3De rechtbank ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of eiseres ook voldoet aan het andere genoemde vereiste, te weten dat de belangen van een behoorlijke rechtspleging de kosteloze rechtsbijstand vereist. Volgens de “Guide on Article 6 of the Convention on Human Rights – Right to a fair trial (criminal limb)”, (paragraaf 291-293) van het Hof (de Guide, te vinden op www.echr.coe.int) gelden daarvoor een aantal factoren, die volgen uit de jurisprudentie van het Hof. De volgende factoren zijn van belang:
- de ernst van de overtreding;
- de zwaarte van de straf;
- de complexiteit van de zaak;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
9.4.1.Eiseres heeft ter zitting ook gewezen op deze Guide en gesteld dat wordt voldaan aan deze factoren. Eiseres stelt dat sprake is van een ernstige overtreding. Zij verwijst daarbij naar de memorie van toelichting (MvT) bij de Wav, waaruit blijkt dat de wetgever overtreding van de Wav een ernstig feit vindt. De rechtbank gaat ervan uit dat eiseres doelt op de MvT van de Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen (Kst. II, 29523 nr. 3, vergaderjaar 2003-2004). Daarin staat dat het bestrijden van arbeid door vreemdelingen zonder dat de werkgever voor hen beschikt over een tewerkstellingsvergunning een hoge prioriteit heeft. De rechtbank is van oordeel dat dit moet worden gelezen in een andere context dan de beoordeling of er sprake is van een ernstig feit in het kader van artikel 6, derde lid, onder c, van het EVRM. De wetgever heeft daar gedoeld op het algemene belang, zoals ook blijkt uit de verdere toelichting in de MvT, en niet zozeer op de individuele overtreding van de Wav. De rechtbank vindt het verder ook van belang dat het hier gaat om een overtreding en niet om een misdrijf. In dit geval is dan ook geen reden om aan te nemen dat sprake is van een ernstige overtreding als in de Guide bedoeld.
9.4.2.De volgende factor die van belang is, is de zwaarte van de straf. Eiseres stelt dat sprake is van een hoge boete, zeker in haar persoonlijke geval, gelet op haar gebrek aan financiële middelen. De boete is opgelegd vanwege bedrijfsactiviteiten, maar omdat eiseres een eenmanszaak heeft, komt de boete voor haar persoonlijke rekening. De rechtbank is van oordeel dat de hoogte van de boete in dit geval geen reden is om aan te nemen dat sprake is van een zware straf als hier bedoeld. In dit geval is geen gevangenisstraf opgelegd, maar een boete. Deze Wav-boete die eiseres is opgelegd heeft enkel financiële gevolgen en er zijn waarborgen bij de plicht tot het betalen van die boete, zoals de mogelijkheid een betalingsregeling te vragen.
9.4.3.Eiseres heeft verder gesteld dat sprake is van een complexe zaak als genoemd in de Guide. De rechtbank stelt vast dat eiseres is beboet omdat zij weigerde mee te werken aan het tonen van een identiteitsbewijs. Dat feitencomplex en het verwijt daarover zijn niet moeilijk te begrijpen. Namens eiseres is ter zitting gesteld dat juist in de bezwaarfase haar verklaringen van groot belang zijn en dat zij daar bijstand bij nodig heeft. De rechtbank beaamt dat de verklaringen van degene die bezwaar maakt, in dit geval eiseres, (in ieder geval mede) bepalend zijn voor de uitkomst van de bezwaarprocedure. Maar dat geldt in zijn algemeenheid voor de bezwaarprocedure en zegt niets over de complexiteit van de zaak. Daarbij komt, voor zover de gemachtigde van eiseres specifiek doelt op de verklaringen tijdens een hoorzitting in bezwaar, dat een gemachtigde die verklaringen niet voor eiseres kan geven en alleen kan adviseren om naar waarheid te verklaren of te zwijgen. In dat verband vindt de rechtbank ook van belang dat verweerder gehouden is om voorafgaand aan die verklaringen in de bezwaarfase de cautie te geven.
9.4.4.Eiseres heeft verder gesteld dat sprake is van persoonlijke omstandigheden als genoemd in de Guide die hadden moeten leiden tot het verstrekken van kosteloze rechtsbijstand. Zij spreekt namelijk de Nederlandse taal niet. Eiseres heeft echter niet onderbouwd dat de taal problematisch is geweest en evenmin dat haar geen tolk ter beschikking is gesteld.
9.4.5.De rechtbank is al met al van oordeel dat geen sprake is van een dusdanig ernstig feit, zware straf, complexe zaak of zodanige persoonlijke omstandigheden dat in daarom bijstand van een advocaat nodig was in het belang van een behoorlijke rechtspleging.