Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Debrecen District Court(Hongarije) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the National Tax and Customs Administration’s (NTCA) Northern Great Plane Criminal Directorate, reviewed and approvedop 29 juni 2016 door
the Debrecen District and Investigating Prosecutor’s office. De zaak is op dit punt in grote mate gelijk aan de zaak met nummer ECLI:NL:RBAMS:2016:5207 waarin prejudiciële vragen zijn gesteld naar aanleiding van ECLI:EU:C:2016:385 (Bob-Dogi) over de uitleg van de uitdrukking ‘rechterlijke beslissing’ zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, Kaderbesluit 2002/584/JBZ.
rechterlijke beslissingin de zin van artikel 8, lid 1, onder c), van het kaderbesluit is. De rechtbank is op grond van al het voorgaande van oordeel dat het nationale arrestatiebevel voldoet aan de daartoe gestelde vereisten.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Aranyosien
Căldăraruvolgt dat indien de uitvoerende rechterlijke autoriteit bewijzen heeft dat er
in het algemeeneen reëel gevaar bestaat dat personen die in de uitvaardigende lidstaat zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld, beoordeeld moet worden of dit gevaar in geval van overlevering
voor de opgeëiste persoonaanwezig is. Daarbij moet zij zich allereerst baseren op objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens over de detentieomstandigheden die heersen in de uitvaardigende lidstaat en die kunnen duiden op gebreken die hetzij structureel of fundamenteel zijn, hetzij bepaalde groepen van personen raken, hetzij bepaalde detentiecentra betreffen (HvJ EU 5 april 2016, C-404/15 en C-659/15 PPU, ECLI:EU:C:2016:198 (Aranyosi en Căldăraru), punten 88-89).
algemeengevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling in de gevangenissen in Szombathely en Tiszalok, zodat de rechtbank niet toekomt aan de beantwoording van de vraag of de
opgeëiste persoonin die gevangenissen een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling loopt, zie de uitspraak van de rechtbank van 4 augustus 2016, nummer ECLI:NL:RBAMS:2016:4966.
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Debrecen District Court(Hongarije) ten behoeve van het in Hongarije tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.