ECLI:NL:RBAMS:2016:9383

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2016
Publicatiedatum
24 januari 2017
Zaaknummer
13/751069-16, 16/1510
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de overleveringsdetentie in het kader van de Overleveringswet

Op 7 juli 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtshulpkamer, een verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie behandeld. Dit verzoek was ingediend op 5 juli 2016 en betrof een persoon die in Roemenië was geboren in 1993 en thans gedetineerd was in Nederland. De rechtbank heeft het dossier bestudeerd, inclusief de relevante stukken met betrekking tot de overleveringsdetentie. Tijdens de zitting op 7 juli 2016 zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, gehoord. De officier van justitie heeft zich verzet tegen de schorsing van de overleveringsdetentie.

De rechtbank heeft overwogen dat de reeds ondergane duur van de overleveringsdetentie, de opgelegde gevangenisstraf in Roemenië en de voortgang van de procedure aanleiding geven om de overleveringsdetentie te schorsen. De rechtbank oordeelt dat het vluchtgevaar kan worden ingeperkt door het opleggen van een meldplicht van twee keer per week. De rechtbank heeft vervolgens voorwaarden verbonden aan de schorsing, waaronder de verplichting voor de opgeëiste persoon om zich te melden bij de politie en om op de hoogte te blijven van adreswijzigingen.

De beslissing tot schorsing van de overleveringsdetentie is genomen op 7 juli 2016, met ingang van 8 juli 2016, onder de voorwaarde dat de opgeëiste persoon zijn paspoort en andere reisdocumenten inlevert bij de officier van justitie. De rechtbank heeft de schorsing van de detentie gerechtvaardigd geacht, gezien de omstandigheden van de zaak en de voortgang van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/751069-16
RK nummer: 16/1510
BESLISSING
De rechtbank heeft kennis genomen van het op 5 juli 2016 ter griffie van deze rechtbank ingekomen en ter zitting van deze rechtbank van 7 juli 2016 gedaan verzoek tot schorsing van de detentie uit hoofde van de Overleveringswet (OLW) van:

[opgeëiste persoon] ,

Geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedatum] 1993,
Verblijvende op het adres [adres] te [plaats] ,
Thans gedetineerd in het [detentie adres] ,
De rechtbank heeft acht geslagen op het dossier, waaronder de stukken die op de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon betrekking hebben.
Verder heeft de rechtbank gelet op de behandeling de behandeling ter zitting op 7 juli 2016, waar zijn gehoord de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw
mr. T.E. Korff, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen schorsing van de overleveringsdetentie.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de reeds ondergane duur van de overleveringsdetentie, de duur van de in Roemenië opgelegde gevangenisstraf en gelet op de omstandigheid dat thans niet kan worden geconcludeerd dat de onderhavige procedure voldoende voortvarend voortschrijdt, aanleiding bestaat de overleveringsdetentie te schorsen. Het vluchtgevaar kan met een twee-wekelijkse meldplicht zodanig kan worden ingeperkt dat schorsing van de bewaring gerechtvaardigd is.
De rechtbank ziet termen hieraan de volgende voorwaarden te verbinden.

BESLISSING:

Beveelt de schorsing van de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon met ingang van
8 juli 2016, doch niet dan nadat hij zijn paspoort en ieder ander op zijn naam gesteld reisdocument heeft ingeleverd bij de officier van justitie, tot het moment van de uitspraak van de rechtbank onder de navolgende voorwaarden.
1. de opgeëiste persoon zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van de overleverings-detentie onttrekken, als het bevel tot schorsing wordt opgeheven;
2. de opgeëiste persoon zal zonder nadere oproeping verschijnen op de uitspraak van deze rechtbank op het overleveringsverzoek;
3. de opgeëiste persoon zal aan iedere oproeping in deze zaak van de kant van justitie of politie gevolg geven;
4. de opgeëiste persoon zal verblijven op het adres [adres] te [plaats] ;
5. de opgeëiste persoon zal de rechtbank en de officier van justitie schriftelijk van iedere
adreswijziging op de hoogte stellen;
6. de opgeëiste persoon zal zich twee maal per week op door de officier van justitie te bepalen dagen en tijdstippen melden op een door de officier van justitie te bepalen bureau van politie.
Deze beslissing is genomen op 7 juli 2016 door:
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. C. Klomp en A.J. Dondorp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Smeets, griffier.