4.4.Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit
Verdachte wordt verweten dat hij handelingen heeft verricht die hebben bijgedragen aan de dood van [slachtoffer] . Gelet hierop moet de rechtbank eerst de vraag beantwoorden als gevolg waarvan [slachtoffer] is overleden.
Over de doodsoorzaak is gerapporteerd door de NFI-deskundigen dr. I.J. Bosman, apotheker en toxicoloog (hierna: Bosman), en M. Buiskool, arts en patholoog (hierna: Buiskool). Deze deskundigen zijn ook ter terechtzitting gehoord. Beiden hebben als meest waarschijnlijke doodsoorzaak intoxicatie als gevolg van het gebruik van methamfetamine vastgesteld. Bosman en Buiskool konden de doodsoorzaak niet met honderd procent zekerheid vaststellen. Bosman heeft verklaard dat de gemeten concentratie van 2,5 mg/l in femoraal bloed van [slachtoffer] een erg hoge concentratie is. Deze concentratie zit echt aan de hoge kant van het spectrum. Concentraties van 0,5 tot 1 mg/l zijn in een groot aantal gevallen al fataal. Er zijn geen staatjes met de kans op overlijden bij bepaalde concentraties methamfetamine. Wel is het algemeen zo dat, als je gewend bent om bepaalde middelen te nemen, je tegen een hogere dosis kunt, aldus steeds Bosman. Buiskool verklaart in dit verband dat de onderhavige concentratie methamfetamine bij velen fataal zal zijn, maar sommigen zullen het kunnen overleven. Andere ten laste gelegde omstandigheden, zoals het vastbinden in een latexpak, het gepositioneerd zijn met het hoofd naar beneden, het urenlang intensieve seksuele handelingen ondergaan en het ondergaan van SM-technieken, hebben in ieder geval geen substantiële bijdrage geleverd aan de dood van [slachtoffer] . Bovendien hebben de deskundigen geen andere mogelijke doodsoorzaak vastgesteld. Bosman heeft geconcludeerd dat het toedienen van etomidaat voor het bepalen van de doodsoorzaak niet relevant is, aangezien aan [slachtoffer] al methamfetamine was toegediend. De deskundigen hebben in dit verband nog opgemerkt dat etomidaat aan [slachtoffer] is toegediend door het mobiel medisch team in een poging hem te redden.
Aan verdachte zijn meerdere gedragingen ten laste gelegd die tot de dood van [slachtoffer] zouden hebben geleid, te weten het aanschaffen en toedienen van drugs, waaronder methamfetamine, het vastbinden van [slachtoffer] in een latexpak op een bank waardoor hij in een positie terechtkwam waarbij zijn hoofd langdurig naar beneden was gericht, het urenlang intensieve seksuele handelingen verrichten bij [slachtoffer] en het toepassen van diverse SM-technieken. Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank alleen de gedragingen met betrekking tot methamfetamine relevant, aangezien ten aanzien van de overige gedragingen onvoldoende causaal verband met de dood van [slachtoffer] kan worden vastgesteld. De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de dood van [slachtoffer] als gevolg van intoxicatie door het gebruik van methamfetamine aan een gedraging van verdachte valt toe te rekenen.
Voor het redelijkerwijs toerekenen van een gevolg aan een gedraging van een verdachte is ten minste vereist dat wordt vastgesteld, dat dit gedrag een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot dit gevolg hebben geleid en dat aannemelijk is dat dit gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van deze verdachte is veroorzaakt. Of en wanneer sprake is van een dergelijke aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid, zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Bij de beoordeling daarvan kan als hulpmiddel dienen of in de gegeven omstandigheden de gedraging van de verdachte naar haar aard geschikt is om dat gevolg teweeg te brengen en naar ervaringsregels van dien aard is dat zij het vermoeden wettigt dat deze heeft geleid tot het intreden van dit gevolg. Daarbij kan ook worden betrokken in hoeverre aannemelijk is geworden dat andere, niet aan de gedraging van de verdachte gerelateerde oorzaken hoogstwaarschijnlijk niet tot dat gevolg hebben geleid (ECLI:NL:HR:2012:BT6397). De ten laste gelegde gedraging van verdachte, te weten het aanbieden en/of toedienen van methamfetamine aan [slachtoffer] , vormt een onmisbare schakel in de gebeurtenissen die tot de dood van [slachtoffer] als gevolg van intoxicatie door methamfetamine hebben geleid. Het blijkt immers niet dat [slachtoffer] op een andere manier methamfetamine in zijn lichaam heeft gekregen. Om te beoordelen of aannemelijk is dat de dood van [slachtoffer] met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door deze gedraging van verdachte is veroorzaakt, is het van belang om vast te stellen welke dosis methamfetamine aan [slachtoffer] is toegediend.
De deskundigen kunnen op basis van de gemeten concentratie in het bloed van [slachtoffer] niet vaststellen welke hoeveelheid methamfetamine hij heeft gebruikt, omdat een gebruikte dosis niet één op één te vertalen is naar een gemeten concentratie in het bloed. De uiteindelijke concentratie als gevolg van een bepaalde dosis verschilt van het tijdsverloop tussen gebruik en meting, maar ook van persoon tot persoon en van dag tot dag. Verdachte heeft hierover het volgende verklaard. [slachtoffer] en hij hebben in een periode van ongeveer zeven uur ieder driemaal een dosis van telkens 200 mg methamfetamine intraveneus ingespoten. Verdachte heeft de methamfetamine bij een dealer gekocht. Hij heeft de drugs gewogen en de injecties met methamfetamine klaar gemaakt. De eerste injectie hebben verdachte en [slachtoffer] ieder bij zichzelf ingebracht. De tweede en de derde injectie heeft verdachte zowel bij [slachtoffer] als bij zichzelf ingebracht. Een dergelijke gang van zaken vindt steun in camerabeelden uit de sekskamer. Uit de zich in het dossier bevindende WhatsApp-berichten blijkt bovendien dat verdachte met [slachtoffer] afspreekt een dosis van 200 mg methamfetamine te zullen gaan gebruiken. De rechtbank zal gelet hierop uitgaan van de verklaring van verdachte op dit punt.
De rechtbank acht het aannemelijk dat de dood van [slachtoffer] met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van verdachte is veroorzaakt. In de gegeven omstandigheden was het aanbieden en toedienen van methamfetamine door verdachte naar hun aard geschikt om de dood door intoxicatie met methamfetamine teweeg te brengen. Hierbij is van belang dat geen andere doodsoorzaken kunnen worden vastgesteld.
De verdediging heeft in dit verband nog gewezen op het toedienen van etomidaat door het mobiel medisch team. Uit de verklaringen van de deskundigen kan echter worden afgeleid dat dit alleen slecht kan uitwerken in gevallen waarin het wordt toegediend zonder medisch team. Daarvan was hier geen sprake. Bovendien verklaart Bosman dat toediening van etomidaat niet relevant is voor de doodsoorzaak nadat de gemeten hoeveelheid methamfetamine is toegediend. Voor zover deze toediening van etomidaat al zou kunnen hebben bijgedragen aan de dood van [slachtoffer] , hetgeen niet kan worden vastgesteld, dan acht de rechtbank dit ten slotte een omstandigheid die zich heeft voorgedaan als gevolg van een mede door verdachte in het leven geroepen situatie. Gelet hierop staat de toediening van etomidaat aan toerekening van de dood van [slachtoffer] door het aanbieden en toedienen van methamfetamine door verdachte niet in de weg.
De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of, en zo ja, in hoeverre de dood van [slachtoffer] , als gevolg van het aanbieden en toedienen van methamfetamine door verdachte aan [slachtoffer] , strafrechtelijk aan verdachte kan worden verweten. Het zwaarste verwijt dat verdachte ten laste is gelegd is dat hij [slachtoffer] opzettelijk, dat wil zeggen willens en wetens, heeft gedood of zwaar heeft mishandeld met zijn dood tot gevolg.
De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat verdachte de methamfetamine heeft verstrekt en toegediend met de bedoeling om [slachtoffer] te doden of zwaar te mishandelen. [slachtoffer] is naar verdachte gekomen om vrijwillig seks met verdachte te hebben en daarbij gezamenlijk methamfetamine te slammen. Uit de verklaring van verdachte en uit de WhatsApp-berichten en chats blijkt dat over de invulling van de avond tussen verdachte en [slachtoffer] volledige overeenstemming bestond. De rechtbank acht daarom niet bewezen dat verdachte [slachtoffer] willens en wetens heeft gedood of zwaar heeft mishandeld met zijn dood tot gevolg.
Onder opzettelijk handelen wordt ook voorwaardelijk opzettelijk handelen begrepen. Voor het aannemen van voorwaardelijk opzet is vereist dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] zou overlijden of zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Er is geen grond de inhoud van het begrip aanmerkelijke kans afhankelijk te stellen van de aard van het gevolg. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Methamfetamine is een stof die onder de werking van Opiumwet valt. Vanwege de gezondheidsrisico’s en de hoge verslavingskans is het middel vermeld op lijst I van de Opiumwet. Het produceren, verhandelen of in bezit hebben van het middel is dus verboden en strafbaar. De rechtbank is van oordeel dat naar algemene ervaringsregels kan worden vastgesteld dat methamfetamine een zeer krachtige, verslavende en gevaarlijke harddrug is. In het algemeen kan gesteld worden dat methamfetamine een stof is die vergelijkbaar is met amfetamine, alleen met een sterkere werking. Aan het gebruik van methamfetamine zijn ernstige risico’s verbonden en zowel op korte als op lange termijn is het middel zeer schadelijk. Het slammen wordt als meest intense gebruikstechniek gezien. Gelet hierop is het slammen van methamfetamine per definitie risicovol.
Volgens de deskundigen is het van meerdere factoren afhankelijk of iemand overlijdt als gevolg van een hoge dosis methamfetamine. Dit kan verklaren waarom [slachtoffer]
welmaar verdachte
nietis overleden na het gebruik van een gelijke hoeveelheid methamfetamine.
Gelet hierop kan weliswaar worden vastgesteld dat verdachte risicovol heeft gehandeld door methamfetamine aan [slachtoffer] te verstrekken en toe te dienen, echter niet is komen vast te staan dat daarbij sprake was van een aanmerkelijke kans dat juist [slachtoffer] – al dan niet na het oplopen van zwaar lichamelijk letsel – als gevolg hiervan zou komen te overlijden.
De rechtbank komt gelet op het bovenstaande niet meer toe aan het beantwoorden van de vraag, of verdachte de kans dat bovenbedoelde gevolgen zouden intreden bewust heeft aanvaard. Maar zelfs al zou genoemde aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel of de dood hebben bestaan, dan is het naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk dat verdachte deze kans bewust heeft aanvaard. Verdachte heeft immers dezelfde hoeveelheid methamfetamine gebruikt en hij verkeerde in de veronderstelling dat zij beiden tegen een dergelijke hoeveelheid bestand waren.
De rechtbank is gelet op al het bovenstaande van oordeel dat verdachte geen voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doden van [slachtoffer] dan wel het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met de dood als gevolg.
Subsidiair is aan verdachte ten laste gelegd dat de dood van [slachtoffer] aan de schuld van verdachte is te wijten. In de regel eist de wet dat de wil van de dader is gericht op het strafbare feit. In sommige gevallen kan de algemene veiligheid van personen echter zozeer in gevaar komen, dat daardoor een zo groot en onherstelbaar nadeel aan personen wordt berokkend, dat de wet ook de onvoorzichtigheid, de nalatigheid, het gebrek aan voorzorg, in één woord de schuld, moet tegen gaan.
Voor de bewezenverklaring van dood door schuld is vereist dat de dader minder nagedacht heeft, minder wist, minder beleid aanwendde en minder oplettend was dan de mens in het algemeen. Hiermee is niet uitgesloten dat bepaalde personen onder bepaalde omstandigheden aan hogere eisen moeten voldoen. De rechtbank acht voor de beoordeling van de mate van schuld van verdachte de volgende omstandigheden van belang.
Onder verwijzing naar hetgeen is opgemerkt over deze harddrug in het kader van het voorwaardelijk opzet, stelt de rechtbank vast dat methamfetamine een verboden, zeer krachtige, verslavende en gevaarlijke harddrug is.
In totaal heeft [slachtoffer] driemaal een dosis van 200 mg methamfetamine geslamd. In het door de verdediging ingebrachte rapport ‘Tina en slammen’staat op pagina 19 vermeld dat de toedieningswijze bepaalt hoeveel procent van de methamfetamine uiteindelijk in de bloedbaan terecht komt. Het uiteindelijke effect is afhankelijk van dosering en andere factoren, zoals opgebouwde tolerantie door regelmatig gebruik. Bosman heeft ter terechtzitting toegelicht dat tolerantie wordt opgebouwd door frequent
enrecent gebruik. In genoemd rapport staat ook beschreven dat uit literatuurstudie is gebleken dat bij gebruik door middel van slammen een dosis tussen de 50 en 100 mg per injectie als ‘
heel sterk (of met tolerantie)’ moet worden beschouwd en dat de werkingsduur – bij mensen die nog geen tolerantie hebben opgebouwd – tussen de vier en negen uur ligt. In dit rapport wordt op basis van interviews met respondenten binnen de Nederlandse chemseks-scene vermeld dat de gebruikte dosis per slam uiteen loopt van 100 tot maximaal 450 mg. Ter verklaring van deze hogere dosering dan op basis van de literatuurstudie zou mogen worden verwacht, wordt gewezen op de mogelijk opgebouwde tolerantie bij de respondenten of op een minder sterke kwaliteit methamfetamine door vermenging met versnijdingsmiddelen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat bij het bepalen van de dosering voor [slachtoffer] en hemzelf is uitgegaan van honderd procent zuivere methamfetamine.
Bekendheid verdachte met risico's methamfetamine
Verdachte stelt dat hij zijn artsendiploma in Duitsland heeft behaald en daarna zijn bevoegdheid heeft verkregen om werkzaam te mogen zijn als psychiater. Hij is in Nederland enige tijd als psychiater werkzaam geweest. Gelet hierop wordt hij bekend verondersteld met de werking van medicijnen, de opbouw van tolerantie en de gevolgen van het intraveneus toedienen van stoffen.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij ervaringsdeskundige is op het gebied van het gebruik van methamfetamine, dat hij sinds 2014 regelmatig gebruikt. Hij zegt alle bestaande informatie over methamfetamine op het internet te hebben opgezocht en gelezen. Verdachte weet van welke factoren het uiteindelijke effect van methamfetamine afhankelijk is.
Bekendheid verdachte met [slachtoffer]
De rechtbank leidt uit de inhoud van het dossier af dat verdachte en [slachtoffer] elkaar pas twee weken kenden en dat het contact bestond uit het verzenden van WhatsApp-berichten en chats, en het hebben van telefonisch contact. Verdachte heeft verklaard dat zij elkaar op 15 december 2015 op Schiphol voor het eerst hebben ontmoet en onderweg van Schiphol naar het huis van verdachte te Amsterdam met elkaar hebben gesproken. Zij hebben daarna nog 45 minuten met elkaar gesproken aan de keukentafel in de woning van verdachte. Hij heeft [slachtoffer] naar zijn methamfetamine-gebruik gevraagd. [slachtoffer] zou hebben gezegd dat hij tien keer eerder methamfetamine had gebruikt en dat hij tijdens een verblijf in Berlijn in vijf dagen tijd telkens een hoeveelheid van 1 g methamfetamine per dag had gebruikt.
Bekendheid verdachte met samenstelling methamfetamine
Op vragen van de rechtbank heeft verdachte verklaard dat de methamfetamine die hij [slachtoffer] heeft verstrekt en toegediend dezelfde methamfetamine betrof die hij het weekend daarvoor bij een andere gelegenheid zelf heeft gebruikt en aan een andere persoon in dezelfde hoeveelheden heeft toegediend, maar dat hij de door hem verstrekte methamfetamine niet heeft laten testen. Wel heeft verdachte de methamfetamine zelf getest door voorafgaand aan de aankoop een monster daarvan te roken.
Aanmerkelijk onvoorzichtig
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte als arts en als ervaringsdeskundig wordt geacht op de hoogte te zijn geweest van de risico's van het slammen van de zeer krachtige en gevaarlijke harddrug methamfetamine. De rechtbank stelt vast dat dit risico onder meer afhankelijk is van de mate van zuiverheid van de harddrug en de mate van tolerantie bij de gebruiker. Verdachte heeft de te gebruiken methamfetamine niet laten testen, zodat hij de samenstelling niet kende van de door hem verstrekte methamfetamine. Dat die mogelijkheid bestond en ook werd gecommuniceerd blijkt uit de folder ‘
Slammen do’s & don’ts’ van februari 2015 van Stichting Mainline (p. 1000 e.v.).
Gelet op de verklaring van verdachte, dat hij voor het bepalen van de dosering uitging van een zuiverheid van honderd procent, mocht van hem extra terughoudendheid worden verwacht. Verdachte heeft zich naar het oordeel van de rechtbank voorts onvoldoende laten informeren over het methamfetamine-gebruik van [slachtoffer] om zo zijn mogelijke tolerantie te kunnen bepalen. Verdachte heeft hem immers niet gevraagd naar de periode waarin hij methamfetamine heeft gebruikt, wat de frequentie was van zijn gebruik en hoe lang dit geleden was, terwijl hij voor hem een onbekende chemseks-partner was. Desondanks heeft verdachte een grote hoeveelheid methamfetamine aan [slachtoffer] verstrekt en toegediend. In dit verband is van belang dat verdachte zich in de WhatsApp-gesprekken uitdrukkelijk presenteert als arts en dat [slachtoffer] laat weten dat dit hem gerust stelt. De rechtbank neemt hierbij bovendien in aanmerking dat verdachte in het seksspel met [slachtoffer] de dominante rol aannam en [slachtoffer] de onderdanige rol, hetgeen verdachte extra verantwoordelijkheid gaf om de grenzen te bewaken tijdens het seksspel. Vast staat dat de beslissing, om de derde injectie met nog eens 200 mg te nemen, is genomen terwijl het seksspel al was aangevangen en beide deelnemers al onder invloed waren van verschillende verdovende middelen. Op dat moment moet het beoordelingsvermogen van zowel verdachte als [slachtoffer] inmiddels aangetast zijn geweest.
Op grond van al het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld, zodat het aan diens schuld is te wijten dat [slachtoffer] is overleden .
Aan verdachte is ook de zwaarste schuldvariant, roekeloosheid, ten laste gelegd. Het kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden bewezen dat verdachte roekeloos heeft gehandeld. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Schuld in de vorm van roekeloosheid is de zwaarste, aan opzet grenzende schuldvorm, waarvan slechts in uitzonderingsgevallen sprake zal zijn. Bij roekeloosheid is vereist dat niet slechts sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid, maar van een zeer ernstig gebrek aan zorgvuldigheid. Roekeloosheid vereist dat sprake is van een gedraging van de dader die erop duidt dat door hem welbewust onaanvaardbare risico's zijn genomen.
De rechtbank leidt uit het dossier af dat tussen verdachte en [slachtoffer] overeenstemming bestond over de hoeveelheid en de wijze van de te gebruiken methamfetamine. Uit het dossier valt niet af te leiden dat [slachtoffer] op enig moment heeft aangegeven te willen stoppen met het gebruik van de methamfetamine. Bovendien heeft verdachte geen gedragingen verricht die het gebruik risicovoller maakten dan het in zichzelf al is. Ten slotte overweegt de rechtbank dat het slammen van methamfetamine een veel voorkomend fenomeen is in de scene waarvan verdachte en [slachtoffer] deel uitmaken of uitmaakten. Hoewel het in het onderhavige geval om grote hoeveelheden van deze drug gaat, zijn dergelijke hoeveelheden blijkens eerdergenoemd rapport ‘Tina en slammen’ kennelijk niet ongebruikelijk. Verdachte ging er te lichtvaardig van uit dat [slachtoffer] bestand was tegen een dergelijke hoeveelheid. Daarmee heeft hij weliswaar strafrechtelijk verwijtbaar gehandeld, maar is er geen sprake van een situatie waarin sprake is van
zeer onvoorzichtiggedrag waarbij verdachte
welbewustonaanvaardbare risico's heeft genomen. De rechtbank zal hem daarom vrijspreken van het strafverzwarende bestanddeel roekeloos.
In zijn algemeenheid geldt dat de eventuele aanwezigheid van medeschuld aan de zijde van een slachtoffer, de schuld aan de zijde van de dader niet opheft. De schuld van verdachte aan het overlijden van [slachtoffer] heeft alleen betrekking op het gedrag van verdachte. In uitzonderlijke gevallen kan dit anders zijn, maar de rechtbank is van oordeel dat een dergelijke situatie zich in dit geval niet voordoet, ondanks de omstandigheid dat ervan wordt uitgegaan dat [slachtoffer] zelf heeft ingestemd met het gebruik van een dergelijke hoeveelheid methamfetamine.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard, in die zin dat de dood van [slachtoffer] aan de schuld van verdachte is te wijten doordat hij zich aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gedragen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit
De rechtbank komt op grond van de bekennende verklaring ter zitting van verdachte, de bij verdachte aangetroffen harddrugs en het onderzoeksrapport met betrekking tot de in de tenlastelegging genoemde harddrugs tot een bewezenverklaring van dit feit.