ECLI:NL:RBAMS:2016:8963
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter in een huurzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 december 2016 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, die zich in een huurzaak als gedaagde en eisende partij in reconventie had gesteld. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. F.J. Lourens, de kantonrechter die de zaak behandelde. Verzoeker stelde dat hij niet adequaat de gelegenheid had gekregen om zich voor te bereiden op de pleitnota van de wederpartij, die tijdens de zitting werd overgelegd. Hij voerde aan dat deze pleitnota, die aanzienlijk uitgebreider was dan zijn eigen dagvaarding, hem in zijn verdediging had geschaad en dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt door hem niet voldoende tijd te geven om te reageren.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen. De rechters oordeelden dat verzoeker voldoende gelegenheid had gekregen om de pleitnota met zijn gemachtigde te bespreken, en dat de rechter niet de schijn van partijdigheid had gewekt. De rechtbank benadrukte dat een pleitnota die ter zitting wordt voorgedragen niet vooraf kan worden voorbereid, en dat de rechter in deze zaak geen nieuwe feiten had vastgesteld die de vrees voor partijdigheid objectief konden rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een oordeel over partijdigheid konden rechtvaardigen, en dat de procedure in de oorspronkelijke stand kon worden voortgezet.