Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van de gemeente Amsterdam
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning door het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost van de gemeente Amsterdam. Het betreft een vergunning voor het vergroten van een pand, het plaatsen van een kelder en het plaatsen van een container op een specifieke locatie in Amsterdam. De bezwaarmakers, aangeduid als [verzoekers], hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 oktober 2016, waarin hun bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard omdat zij geen gronden van bezwaar hadden ingediend. De bezwaarmakers ontkennen echter dat zij de herstelverzuimbrief hebben ontvangen, die hen in de gelegenheid stelde om bezwaargronden in te dienen. De kern van het geschil draait om de vraag of het bestuursorgaan kan aantonen dat de herstelverzuimbrief op de juiste wijze is verzonden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzendadministratie ondeugdelijk is, omdat er een discrepantie is tussen de verzenddata in de administratie en op de herstelverzuimbrief. De voorzieningenrechter oordeelt dat het bestuursorgaan niet aannemelijk heeft gemaakt dat de brief daadwerkelijk is verzonden, en dat de bezwaarmakers alsnog de gelegenheid moeten krijgen om hun bezwaargronden in te dienen. Het beroep van de bezwaarmakers is gegrond verklaard, en het bestreden besluit is vernietigd. De voorzieningenrechter heeft het algemeen bestuur opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij de bezwaarmakers in de gelegenheid moeten worden gesteld om hun gronden in te dienen.
Daarnaast is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de hoofdzaak inmiddels was beslist. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het algemeen bestuur het betaalde griffierecht en de proceskosten van de bezwaarmakers moet vergoeden.