Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[adres] , [woonplaats] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
tien maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Het EAB vermeldt het volgende:
29 december 2015heeft de opgeëiste persoon verklaard dat [persoon] zijn partner is en dat zij in 2013 nog in Polen woonde, toen hij al in Nederland was. De opgeëiste persoon heeft bevestigd dat hij op de hoogte was van de eerste zittingsdatum: 11 april 2013.
15 november 2016heeft de raadsman gepersisteerd bij zijn eerdere standpunt.
facultatieveweigeringsgrond van artikel 4 bis van Kaderbesluit 2002/584/JBZ de uitvoerende justitiële autoriteit de ruimte biedt om rekening te houden met een dergelijke conclusie (zie punt 51 van het arrest van het Hof van Justitie), heeft de Nederlandse wetgever bewust gekozen voor een
dwingendeimplementatie van die bepaling.
6.6. Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the Regional Court in Poznań, Polen, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. wegens het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.