Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
Bouwmuur
Aan de hand van de beschikbare gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
de stabiliteit van het pand is voldoende;
de brandveiligheid is voldoende;
de staat van onderhoud van het pand is onvoldoende;
de draagkracht van de fundering voldoet niet aan de hiervoor gestelde prestatie-eis in het Bouwbesluit 2003. Deze prestatie-eis is opgenomen in artikel 2.5 van bedoelde Besluit (paragraaf bestaande bouw). Daarom moet de fundering worden vernieuwd. Indien hierbij nieuwe constructies of constructieonderdelen worden gerealiseerd, dan moeten deze nieuwe onderdelen voldoen aan de prestatie-eis zoals geformuleerd in artikel 2.1 van het Bouwbesluit (paragraaf nieuwbouw). Dit vloeit voort uit de Woningwet 2007, artikel 4.
Het pand heeft kwaliteitsniveau IV.”
In het kader van het behoud- en herstelbeleid wordt door stadsdeel Centrum planmatig onderzoek gedaan naar de bouwtechnische staat van panden in de binnenstad. Eigenaren zijn ervoor verantwoordelijk dat de technische staat van hun pand voldoet aan de wettelijke voorschriften van onder andere het Bouwbesluit 2003. Indien dit niet het geval is, is het stadsdeel bevoegd om de eigenaar of eigenaren te verplichten, onder toezegging van een dwangsom, tot het treffen van voorzieningen.
Het is een eerste afspraak / gesprek met Strackee en ik zal daar dan alleen naar toe gaan. De bevindingen zal ik terugkoppelen en op basis daarvan verder overleggen / afstemmen met [gedaagden gezamenlijk]”.
Bijgevoegd is een korte samenvatting van hetgeen we vanmorgen besproken hebben.
Het restaurant in nr. 32 kan open blijven.
Er worden twee constructieve plinten en twee damwanden, en daarmee kosten en +/- 70cm ruimte in de nieuwe kelders aan beide zijden, bespaard.
Door het aanbrengen van een tijdelijke staalconstructie voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34 wordt het risico op calamiteiten tijdens de uitvoering beperkt.
De kelder in nr. 32 zal leeg moeten zijn.
Er is een tijdelijke staalconstructie nodig voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34.
Kan onafhankelijk van nr. 32 worden uitgevoerd, geen vertraging door complicaties met huurder.
Door het aanbrengen van een tijdelijke staalconstructie voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34 wordt het risico op calamiteiten tijdens de uitvoering beperkt.
Op een later moment zal in nr. 32 alsnog funderingsherstel plaats moeten vinden om ook de muur met nr. 30 op te kunnen vangen.
Voor het losstaande herstel van nr. 32 zal dan ook het restaurant moeten worden gesloten.
Er zal aan beide zijden van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34 een constructieve plint en damwand moeten worden gerealiseerd, waardoor geld en ruimte verloren gaat.
Er is (zeer waarschijnlijk alsnog) een tijdelijke staalconstructie nodig voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34.”
Bijgevoegd is een korte samenvatting van hetgeen we vanmiddag besproken hebben.
Er worden twee constructieve plinten en twee damwanden, en daarmee kosten en +/- 70cm ruimte in de nieuwe kelders aan beide zijden, bespaard.
Door het aanbrengen van een tijdelijke staalconstructie voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34 wordt het risico op calamiteiten tijdens de uitvoering beperkt.
Het monumentale interieur van nr. 32 kan worden gehandhaafd.
De kelder in nr. 32 zal leeg moeten zijn om de geplande sloop-, hei-, en graafwerkzaamheden te kunnen uitvoeren. Dit betekent dat het bovenliggende restaurant (tijdelijk) moet worden gesloten.
Er is een tijdelijke staalconstructie nodig voor het opvangen van de bouwmuur tussen nr. 32 en 34.
De beide panden zullen gelijktijdig moeten worden opgevangen. Gezien de resultaten uit het casco-funderingsonderzoek door Gemeente Amsterdam d.d. 20-12-2011 wordt aanbevolen dit herstel zo spoedig mogelijk uit te voeren om verdere schade aan het rijksmonument nr. 32 te voorkomen.
[…]
[…] Waar u aanvankelijk samen met cliënte optrok, conform het overeengekomen plan van aanpak, heeft cliënte echter vastgesteld dat u sinds september jl. geen concrete actie meer onderneemt. In dit verband heeft cliënte ook nog steeds niet inhoudelijk van u vernomen naar aanleiding van haar brief van 6 november jl..
[…] Anders dan u stelt is er geen sprake van dat overeenstemming zou bestaan over gezamenlijk herstel van mandeligheden tussen de objecten Utrechtsestraat 32 en 34, laat staan dat er een plan van aanpak zou bestaan. Ook van het laatste is in de perceptie van cliënt geen sprake.
Geprobeerd telefonisch contact met je te krijgen, maar is (nog) niet gelukt. Daarom ook dit mailtje. Ga binnenkort starten met de werkzaamheden aan nr. 34 en wil in dat kader graag komen tot een afspraak.”
Met betrekking tot de in hoofde genoemde panden het volgende. We hebben gisteren een gesprek gevoerd over eventuele deling van kosten van de gemeenschappelijke bouwmuur. Indien jij het wenselijk acht dat wij mee betalen aan de kosten voor herstel van de gemeenschappelijke bouwmuur, willen wij volledige inzage van en inspraak over deze herstelkosten.
Zoals ook eind vorig jaar gaf je nu weer aan er met de huurder van nr. 32 niet uit te kunnen komen en dit de reden was af te haken met betrekking tot een gezamenlijke aanpak van het funderingsherstel. Aangezien er in jouw pand nog veel meer herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn vind jij het maken van (juridische) kosten om hem te dwingen zonde en gaf je aan bezig te zijn de huurovereenkomst met deze huurder via de rechter te kunnen beëindigen.
Zoals je wellicht zelf ook hebt gezien vlotten de werkzaamheden gestaag. (…)
3.Het geschil
- tot betaling binnen zeven dagen na betekening van het vonnis van het bedrag van
- € 74.651,19, vermeerderd met de BTW en de wettelijke handelsrente, en
- tot betaling binnen veertien dagen na de uitspraak van de kosten van de procedure, waaronder begrepen de nakosten, vermeerderd met de wettelijk rente.