ECLI:NL:RBAMS:2016:7859
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bijstandsaanvraag voor bewindvoerdersalaris in het kader van schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder. Eiseres is onder de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen geplaatst en heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van het bewindvoerdersalaris. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen, met het argument dat de kosten niet noodzakelijk zijn en dat eiseres een beroep kan doen op subsidie van de Raad voor de Rechtsbijstand. Eiseres betoogt echter dat haar inkomen lager is dan het vrij te laten bedrag en dat de kosten van het bewindvoerdersalaris zich daadwerkelijk voordoen, zoals bepaald door de faillissementsrechter.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie van eiseres afwijkt van eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. In dit geval is expliciet bepaald dat eiseres het bewindvoerdersalaris moet betalen, ook al is er geen afloscapaciteit. De rechtbank oordeelt dat de kosten van het bewindvoerdersalaris noodzakelijke kosten van bestaan zijn en dat verweerder de aanvraag om bijzondere bijstand niet had mogen afwijzen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 992,- en bepaalt dat het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiseres moet worden vergoed.