Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
een of meer (grote) geldbedrag(en) te weten onder meer 6800 euro’.
4.Inleiding
non punishment beginsel, dat erop neerkomt dat slachtoffers van mensenhandel niet mogen worden bestraft voor delicten die aan mensenhandel zijn gerelateerd, althans in strafrechtelijk opzicht worden ontzien. Mede gelet op hetgeen de officier van justitie en de raadsman naar voren hebben gebracht, staat niet ter discussie dat voormeld beginsel in de onderhavige zaak toepassing zal kunnen vinden in het kader van, als de rechtbank daar aan toe komt, de strafbaarheid van verdachte (psychische overmacht) dan wel de strafoplegging (artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr)).
5.Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen straf tot gevolg moet hebben. Alles afwegende zal de rechtbank de straf met 40 % matigen.
10.Ten aanzien van het beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
98 dagen.
- 65,65 euro (1x50, 1x5 en 10,65 muntgeld);
- 804 Forint;
- 6.800 euro.