Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 februari 2016 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een man uit Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser had een bestuurlijke boete van € 12.000,-- opgelegd gekregen wegens het onterecht exploiteren van zijn woning als Bed and Breakfast (B&B) zonder de vereiste vergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor het hebben van een B&B, omdat hij geen hoofdverblijf in de woning had en deze op hotelmatige wijze verhuurde aan toeristen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente bevoegd was om de boete op te leggen, aangezien de eiser in strijd handelde met de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiser verworpen, waaronder de stelling dat hij niet op de hoogte was van de melding van illegale verhuur en dat er geen sprake was van onttrekking aan de woonbestemming. De rechtbank concludeerde dat de boete in overeenstemming was met de geldende regelgeving en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de boete te matigen. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.