ECLI:NL:RBAMS:2016:6620
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een bestuursrechter na mondelinge uitspraak in voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 september 2016 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. A.C. Loman, bestuursrechter te Amsterdam. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de verzoeker op 13 september 2016, na een mondelinge uitspraak door de rechter over een verzoek om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mondelinge uitspraak op 13 september 2016 is gedaan en dat het dictum aan de partijen is doorgegeven om circa 17:00 uur. Het wrakingsverzoek is per fax ingediend op dezelfde dag om 23:38 uur. De rechtbank oordeelt dat, aangezien de rechter geen zaak meer in behandeling heeft na de uitspraak, het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank verwijst naar artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin staat dat een wrakingsverzoek alleen kan worden gedaan tegen een rechter die een zaak in behandeling heeft. Aangezien de behandeling van de zaak is geëindigd, kan verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het verzoek niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open.