Op 13 september 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan België. De zaak betreft een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Hof van beroep Antwerpen op 8 april 2015, met als doel de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in België is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden. De opgeëiste persoon, geboren in 1966, heeft de Nederlandse nationaliteit en verblijft niet ingeschreven in de Basisregistratie personen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie behandeld op openbare zittingen, waarbij de opgeëiste persoon niet aanwezig was. Tijdens de zitting op 26 mei 2016 is het onderzoek geschorst om de detentieomstandigheden in België te onderzoeken. Op 13 september 2016 is het onderzoek hervat, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste personalia heeft opgegeven en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en de inhoud van het EAB beoordeeld. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon in hoger beroep bij verstek is veroordeeld, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering op grond van artikel 6, tweede lid, van de Overleveringswet (OLW) niet kan plaatsvinden, omdat de opgeëiste persoon een Nederlander is en de overlevering is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk vonnis. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ongunstige medische prognose van de opgeëiste persoon, wat heeft geleid tot de beslissing om af te zien van een onderzoek naar mogelijke straffeloosheid bij weigering van de overlevering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering geweigerd, met als gevolg dat de opgeëiste persoon niet aan België zal worden overgeleverd voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf. De beslissing is genomen door de voorzitter en de rechters in tegenwoordigheid van de griffier, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.