ECLI:NL:RBAMS:2016:6309
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering wegens niet overleggen jaarrekening
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een man uit Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser had een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) aangevraagd, die werd verstrekt als een renteloze geldlening. Aan deze bijstandsverlening waren voorwaarden verbonden, waaronder de verplichting om binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening over te leggen. De eiser heeft echter niet alle gevraagde gegevens, waaronder de jaarrekening over 2014, overgelegd. Hierdoor heeft hij niet voldaan aan de voorwaarden voor het verlenen van de bijstand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders, de verleende bijstand terecht heeft teruggevorderd op grond van artikel 45, eerste lid, aanhef en onder b, van het Bbz 2004. De eiser had in zijn bezwaar en beroep aangevoerd dat zijn inkomen over 2014 lager was dan door de verweerder was aangegeven en dat hij problemen had met zijn boekhouder, waardoor hij de jaarrekening niet tijdig kon overleggen. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser niet voldoende had onderbouwd waarom hij de jaarrekening niet had kunnen overleggen en dat de door hem overgelegde stukken niet voldoende waren om het recht op bijstand vast te stellen.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat de terugvordering van de bijstand terecht was. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.