Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 maart 2015 waarbij een comparitie is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 7 juli 2015 gehouden comparitie;
- de brief van het UWV van 17 augustus 2015 naar aanleiding van het proces-verbaal;
- de conclusie van repliek, tevens akte tot wijziging en vermeerdering van eis;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties van [eiseres] .
2.De feiten
de schriftelijke arbeidsovereenkomst en de loonstrook van oktober 2009, rb) dan stel ik vast dat werkgever ten aanzien van de door u beklede functie verschillende functiebenamingen heeft gehanteerd: ‘Oproepkracht medewerker bediening/barmedewerkster’ (ontslagaanvraag, blz. 1), ‘Zelfstandig barmedewerker’ (personeelsoverzichten), ‘Barmedewerker’ (repliek). In het organogram 2009 wordt u onder het kopje ‘Bediening’ geschaard. Dit wekt op zijn minst verwarring. In verweer heeft u aangegeven dat uw functie meer omvattend is dan de functie ‘Zelfstandig barmedewerker’: u doet óók de bediening in het restaurant en op het terras. U weerspreekt de stelling van werkgever dat u niet in het restaurant wilt werken: in de praktijk heeft u dit ook bewezen. In dupliek heeft u een en ander herhaald. Zowel het standpunt van werkgever als uw standpunt komen mij niet onaannemelijk voor. Werkgever noch u heeft echter de stellingen met betrekking tot de door u beklede functie onderbouwd aan de hand van objectief verifieerbaar feitenmateriaal. Nu op basis van de verstrekte informatie (nog) niet vastgesteld kon worden welke functie u precies bekleedt en of deze functie al dan niet uitwisselbaar is met een functie in de bediening, was er gelet op uw verweer mijns inziens aanleiding geweest om een nader onderzoek in te stellen. AJD heeft dit onderzoek ten onrechte nagelaten. (…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
EUR 2.996,69 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na heden;