Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam onderneming] ., te [plaatsnaam] ,
[onderneming 1]
[onderneming 2]
[onderneming 3]
[onderneming 4]
[onderneming 5]
[onderneming 6]
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: RTL Nederland, te Hilversum
Procesverloop
[naam ondernemingen] .,
[onderneming 1],
[onderneming 3]en
[onderneming 6]zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Namens
[onderneming 6]zijn tevens verschenen [belanghebbende] en [belanghebbende] .
[onderneming 2],
[onderneming 4]en
[onderneming 5]zijn niet verschenen. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, beiden werkzaam bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Overwegingen
[onderneming 5]hebben daartegen bezwaar gemaakt. De overige verzoeksters hebben geen bezwaar gemaakt. Nadat RTL Nederland op haar bezwaren is gehoord, is het bestreden besluit genomen, waarbij de bezwaren van RTL Nederland gedeeltelijk gegrond zijn verklaard. De bezwaren van
[onderneming 5]zijn kennelijk ongegrond verklaard.
[onderneming 4]blijkt uit het journaal dat er drie rapporten van bevindingen zijn opgesteld en dat er naar aanleiding daarvan twee boeterapporten zijn opgemaakt. Als er een rapport van bevindingen wordt opgemaakt, volgt altijd een boete. In alle drie de gevallen ging het om dezelfde geconstateerde overtredingen. Ook volgt het notoire karakter uit het verscherpt toezicht dat blijkt uit het journaal.
[onderneming 4]terecht heeft meegenomen bij het Wob-verzoek. Verzoekster valt, zoals verweerder afdoende heeft uiteengezet, onder de ruime definitie van horecagelegenheid.
[onderneming 4]is aan te merken als een notoire overtreder. Van een willekeurige selectie uit bedrijven die onder verscherpt toezicht staan, zoals
[onderneming 4]ook betoogt, blijkt dan ook niet.
[onderneming 1]hebben aangevoerd dat openbaarmaking van de journaals die betrekking hebben op hun ondernemingen moet worden geweigerd vanwege de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van verzoeksters (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob).
[onderneming 1]hebben verder aangevoerd dat niet-anonieme openbaarmaking van de journaals in ernstige mate afbreuk doet aan de effectiviteit van inspectie, controle en toezicht door de NVWA (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wob). RTL Nederland lijkt in lijn met de actieve openbaarmaking van inspectiegegevens door de NVWA over lunchrooms nu ook de bevindingen over horecagelegenheden aan de consument te willen presenteren. Deze gegevens zijn echter, anders dan bij de lunchrooms, niet actueel en voeden slechts sensatiejournalistiek, zonder de consument adequaat te informeren.
[naam ondernemingen] .en
[onderneming 1]niet aannemelijk gemaakt. Daarbij overweegt de voorzieningenrechter dat verweerder in zijn afweging in het bestreden besluit deze mogelijkheid tot beperking van de openbaarheid ook niet heeft gehanteerd.
[onderneming 4]aan dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte een vergelijking maakt met de publicatie van rapporten inzake lunchrooms. Anders dan in deze zaak gaat die openbaarmaking niet over alle lunchrooms, gaat die informatie niet langer dan een jaar terug en zijn vooraf alle lunchrooms over publicatie van de rapporten geïnformeerd.
[onderneming 4]maakt, is voor het voorliggende geval niet relevant. De voorzieningenrechter volgt verweerder in dit standpunt.
[onderneming 4]heeft gesteld dat de onderhavige openbaarmaking in het kader van de Wob een punitief karakter heeft en dat de waarborgen van artikel 6, tweede lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet in ogenschouw zijn genomen, volgt de voorzieningenrechter dit evenmin. Weliswaar is verzoekster bij dit Wob-verzoek betrokken geraakt vanwege de opgelegde boetes, die op zichzelf een punitief karakter hebben, maar dat betekent nog niet dat openbaarmaking in het kader van de Wob van informatie die betrekking heeft op - onder meer - die boetes ook een punitief karakter heeft. Verweerder maakt de gegevens niet actief openbaar ten behoeve van ‘naming and shaming’, maar op verzoek van RTL Nederland. Voor beoordeling van dat verzoek zijn de intenties van RTL Nederland om de informatie op te vragen niet relevant, nu die eigen belangen geen rol spelen bij de beoordeling.
[onderneming 5]en
[onderneming 6]slaagt. Dit betekent dat hun beroepen ongegrond zullen worden verklaard.
[onderneming 5]en
[onderneming 6]om dat te doen door de voorzieningenrechter zullen worden afgewezen.
[naam ondernemingen] ., [onderneming 1] en [onderneming 3]hebben ter zitting uiteengezet dat zij tijdens de hoorzitting nogmaals hadden willen benadrukken dat zij vrezen voor reputatieschade en een dalend aantal bezoekers. Ook wilden zij nog benadrukken dat de te openbaren informatie achterhaald was en dat er in sommige gevallen inmiddels een nieuwe eigenaar is. Zij hebben desgevraagd bevestigd daarmee alles te hebben benoemd wat zij tijdens de hoorzitting naar voren hadden willen brengen.
[onderneming 4]en
[onderneming 2]hebben in hun gronden benadrukt dat de redenen die verweerder noemt om van het horen van hen af te zien juridisch niet steekhoudend zijn en aangegeven dat hun belangen zijn onderschat. Zij hebben verder niet geconcretiseerd waarom de hoorzitting voor de inhoudelijke boordeling van hun zaak van belang zou zijn. Zij hebben er vervolgens voor gekozen niet ter zitting te verschijnen.
[naam ondernemingen] .,
[onderneming 1],
[onderneming 3],
[onderneming 4] en [onderneming 2]gegrond zijn, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan deze verzoeksters het door hen betaalde griffierecht voor het beroep vergoedt.
[naam ondernemingen] .,
[onderneming 1],
[onderneming 4]en
[onderneming 3]gemaakte proceskosten. Deze stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor
[naam ondernemingen] .[naam onderneming] voor
[onderneming 1]en voor
[onderneming 3]vast op ieder € 992,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt € 496,-, wegingsfactor 1) en voor
[onderneming 4]op € 496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, waarde per punt van € 496,-, wegingsfactor 1).
[onderneming 4],
[onderneming 6] , [naam ondernemingen] .en
[naam onderneming], die verweerder aan de rechtbank heeft verstrekt, bevatten informatie over tijdstippen, gelegen buiten het tijdvak waarop het Wob-verzoek ziet. Tevens staan er in de journaals van diverse verzoeksters namen van eigenaren, vennoten of personeelsleden vermeld. Het verzoek van RTL Nederland ziet uitdrukkelijk niet op deze informatie, zoals verweerder ook heeft erkend.
Beslissing
[naam ondernemingen] ., [onderneming 1] , [onderneming 3] , [onderneming 4] en [onderneming 2] :