ECLI:NL:RBAMS:2016:5648

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
EA VERZ 16-641
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om transitievergoeding en opvolgend werkgeverschap in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft verzoekster, die in dienst was bij Paydeta B.V., een verzoek ingediend tot betaling van een transitievergoeding van € 2.303,42 bruto. Verzoekster stelde dat zij sinds 5 december 2011 administratieve werkzaamheden heeft verricht voor verschillende werkgevers, waaronder Paydeta, en dat deze werkgevers als opvolgers van elkaar moeten worden beschouwd volgens artikel 7:673 lid 4 sub b BW. De kantonrechter heeft de zaak op 17 augustus 2016 mondeling behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. D.D. Kock. Paydeta was vertegenwoordigd door een persoon.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoekster in dienst was bij Paydeta op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die op 3 april 2016 van rechtswege eindigde. De rechter heeft de arbeidsovereenkomsten van verzoekster met eerdere werkgevers bekeken en geconcludeerd dat de werkzaamheden die zij verrichtte wezenlijk verschilden tussen de verschillende periodes. De kantonrechter oordeelde dat Paydeta niet als opvolgend werkgever kan worden beschouwd, omdat de werkzaamheden en de locaties waar deze werden verricht significant verschilden. Hierdoor was de totale arbeidsduur met Paydeta minder dan 24 maanden, wat betekent dat Paydeta geen transitievergoeding verschuldigd was aan verzoekster.

De kantonrechter heeft de verzoeken van verzoekster afgewezen, wat betekent dat zij geen recht heeft op de gevraagde transitievergoeding. De beschikking is op 30 augustus 2016 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5125520 EA VERZ 16-641
beschikking van: 30 augustus 2016
func.: 656

beschikking van de kantonrechter ex artikel 7:673 j˚ 7:686a BW

I n z a k e

[verzoekster]

wonende te [woonplaats]
verzoekster
nader te noemen: [verzoekster]
gemachtigde: mr. D.D. Kock (ARAG SE Nederland)
t e g e n

de besloten vennootschap Paydeta B.V.

gevestigd te Lisse
verweerster
nader te noemen: Paydeta
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoekster] heeft op 31 mei 2016 een verzoek gedaan tot betaling van de transitievergoeding.
Op 17 augustus 2016 is de zaak mondeling behandeld. Ter zitting is [verzoekster] verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Paydeta is verschenen bij [naam] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Ter zitting heeft Paydeta nog een stuk ingediend.
Beschikking is bepaald op heden.

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de stukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] , thans [leeftijd] jaar oud, is op [datum] in dienst getreden van Paydeta op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor de duur van zes maanden, in de functie van administratief medewerker. Deze arbeidsovereenkomst is nadien verlengd voor bepaalde tijd tot en met 3 april 2016 maar op initiatief van Paydeta niet voortgezet en daarom op die datum van rechtswege geëindigd. Het laatst verdiende salaris bedroeg € 1.600,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld en emolumenten.
1.2.
Paydeta heeft kantoor in Lisse en houdt zich bezig met uitzenden, detacheren en payrolling.
1.3.
[verzoekster] heeft de volgende arbeidsovereenkomsten gesloten:
05-12-2011 tot en met 04-12-2012 met [uitzendbureau 1] (hierna: [uitzendbureau 1] ), gedetacheerd bij Jumbo supermarkt;
05-12-2012 tot en met 04-12-2013 met [uitzendbureau 1] , gedetacheerd bij Jumbo supermarkt;
05-12-2013 tot en met 04-12-2014 met [uitzendbureau 1] , gedetacheerd bij Jumbo supermarkt.
En na een onderbreking van twee maanden:
05-02-2015 tot en met 04-04-2015 met [uitzendbureau 2] (hierna: [uitzendbureau 2] ), gedetacheerd bij [uitzendbureau 1] ;
05-04-2015 tot en met 04-10-2015 met Paydeta, gedetacheerd bij [uitzendbureau 1] ;
05-10-2015 tot en met 03-04-2015 met Paydeta, gedetacheerd bij [uitzendbureau 1] .

Verzoek en verweer

2. [verzoekster] verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad Paydeta te veroordelen tot:
betaling aan [verzoekster] van de transitievergoeding van € 2.303,42 bruto;
verstrekking aan [verzoekster] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub a is verwerkt, op straffe van een dwangsom.
betaling aan [verzoekster] van de wettelijke rente over het sub a genoemde bedrag, vanaf 4 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
betaling aan [verzoekster] van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 345,51;
betaling aan [verzoekster] van de proceskosten;
3. [verzoekster] voert daartoe aan dat zij sinds 5 december 2011 altijd dezelfde soort administratieve werkzaamheden heeft verricht voor [uitzendbureau 1] , ongeacht wie haar formele werkgever was. [uitzendbureau 2] en Paydeta zijn gelieerd aan [uitzendbureau 1] en worden redelijkerwijs geacht elkaars opvolger te zijn, zoals bedoeld in artikel 7:673 lid 4 sub b BW, zodat de arbeidsduur van alle onder 1.2 genoemde arbeidsovereenkomsten bij elkaar moet worden opgeteld. De arbeidsovereenkomsten hebben aldus meer dan 24 maanden geduurd en nu de arbeidsovereenkomst op initiatief van Paydeta niet is voortgezet, is Paydeta aan haar een transitievergoeding van € 2.303,42 bruto verschuldigd. Ter zitting heeft [verzoekster] toegelicht dat zij in de periode 05-12-2011 tot en met 04-12-2014 administratieve werkzaamheden op de vestiging van Jumbo (de supermarkt) in [plaats] verrichtte. Nadien is zij, vanaf 05-02-2015 dezelfde soort (administratieve) werkzaamheden op het eigen kantoor van [uitzendbureau 1] , eveneens gevestigd te [plaats] , gaan verrichten.
4. Paydeta voert verweer. Voor zover van belang zal dit verweer hierna aan de orde komen.

Beoordeling

5. De kantonrechter moet op grond van het bepaalde in artikel 7:673 lid 4 sub b BW beoordelen of Paydeta ten aanzien van de verrichte arbeid, redelijkerwijs geacht moet worden opvolger te zijn van [uitzendbureau 2] en van [uitzendbureau 1] . Ten aanzien van [uitzendbureau 2] moet Paydeta inderdaad geacht worden de opvolger te zijn nu onweersproken is gebleven dat de door [verzoekster] verrichte arbeid ook tijdens de arbeidsovereenkomst met Paydeta, dezelfde is gebleven. In deze periode bedroeg de totale arbeidsduur bijna 14 maanden.
6. Uit de toelichting van [verzoekster] ter zitting gegeven maakt de kantonrechter op dat gedurende de periode dat [verzoekster] werkzaam was op basis van haar arbeidsovereenkomst met [uitzendbureau 1] , zij haar werkzaamheden voor en op de vestiging van supermarkt Jumbo heeft verricht. De verrichte arbeid bestond deels uit administratieve werkzaamheden die samenhingen met de uitzendkrachten die daar – ook via [uitzendbureau 1] - werkzaam waren en diverse overige aan Jumbo gelieerde administratieve werkzaamheden, zoals het verwerken van facturen en dergelijke. Nadien in de periode dat zij hetzij op basis van een arbeidsovereenkomst met [uitzendbureau 2] hetzij op basis van een arbeidsovereenkomst met Paydeta werkzaam was, heeft zij haar werkzaamheden uitsluitend voor en op de vestiging van uitzendbureau [uitzendbureau 1] verricht. De verrichte arbeid bestond uit administratieve werkzaamheden die samenhingen met de plaatsing van uitzendkrachten bij verschillende opdrachtgevers en diverse overige werkzaamheden. De vestiging van Jumbo in [plaats] is op een ander adres en in een ander gebouw dan de vestiging van [uitzendbureau 1] , eveneens in [plaats] .
7. De kantonrechter concludeert op basis van hetgeen hiervoor onder 6. is weergegeven, dat de door [verzoekster] verrichte arbeid in deze twee periodes qua plaats waar de werkzaamheden werden verricht verschilde. Ook verschilde de inhoud van de werkzaamheden en werden deze voor verschillende opdrachtgevers (eerst voor een supermarkt en daarna voor een uitzendbureau) verricht. De kantonrechter is van oordeel dat het hier om wezenlijke verschillen gaat in de te verrichte arbeid. Het is onvoldoende dat de door [verzoekster] in beide periodes verrichte arbeid onder de grote noemer “administratieve werkzaamheden” kan worden gebracht. Ook is onvoldoende dat – aangenomen dat dit juist is – [verzoekster] altijd hetzelfde e-mailadres en telefoonnummer heeft behouden. Gelet op het voorgaande is onvoldoende komen vast te staan dat Paydeta ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijs als opvolgend werkgever ten opzichte van Van Koppen & Van Ewijk moet worden beschouwd. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst met Paydeta niet meer dan 24 maanden had geduurd toen deze op 3 april 2016 niet werd verlengd en Paydeta aan [verzoekster] geen transitievergoeding verschuldigd is.
8. De vorderingen van [verzoekster] worden op grond van het voorgaande afgewezen.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.D. Ruizeveld, kantonrechter en op 30 augustus 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter