ECLI:NL:RBAMS:2016:5241
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tot sluiting van een woning wegens aantreffen van heroïne en vuurwapens
Op 18 augustus 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft de sluiting van een woning in Amsterdam voor de duur van drie maanden, nadat de politie bij een onderzoek in de woning een aanzienlijke hoeveelheid heroïne en vuurwapens had aangetroffen. De burgemeester van Amsterdam had op 12 juli 2016 besloten tot sluiting van de woning, omdat de aangetroffen hoeveelheid heroïne veel groter was dan wat als eigen gebruik wordt aangemerkt. De verzoekers, huurders van de woning, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers niets concreets hebben aangevoerd dat zou wijzen op een andere bestemming van de aangetroffen heroïne dan verkoop of verstrekking. De rechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting van de woning kon overgaan, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak om de openbare orde te herstellen. De verzoekers voerden aan dat de woning feitelijk bewoond was en dat er geen sprake was van overlast voor de buurt, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de woning op het moment van de constatering feitelijk niet bewoond was, aangezien de verzoekers in het buitenland verbleven.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester zijn bevoegdheid correct had toegepast en dat de belangen van de verzoekers niet opwogen tegen de noodzaak van de sluiting. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit in bezwaar hoogstwaarschijnlijk zal standhouden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.