ECLI:NL:RBAMS:2016:4377
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een civiele procedure met betrekking tot vooringenomenheid en bevoegdheid
In deze zaak gaat het om een wrakingsverzoek van twee verzoekers tegen mr. M.J.M. Langeveld, dat is ingediend op 17 juni 2016. De verzoekers stellen dat de rechter in een eerdere zaak, die op 19 augustus 2014 is behandeld, onterecht heeft verklaard dat de uitspraak ter openbare terechtzitting is gedaan, terwijl zij niet waren opgeroepen. Dit zou in strijd zijn met de Grondwet en bindende verdragsbepalingen, en de verzoekers beschuldigen de rechter van valsheid in geschrifte. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en vastgesteld dat de motivering van het verzoek geen feiten of omstandigheden bevat die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De rechtbank concludeert dat de verzoekers niet hebben aangetoond dat er sprake is van een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. Het verzoek wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank stelt dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen, omdat het huidige verzoek lichtvaardig is ingediend zonder enige kenbare grondslag.