Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
- voorzien van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp naar de woning gelegen aan de [adres 3] zijn gegaan en
- bij deze woning hebben aangebeld en
- direct na het openen van de deur een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [persoon 1] hebben gericht en gericht gehouden en
- dreigend tegen die [persoon 1] hebben gezegd "Geld, geld, waar is de kluis?" en
- die [persoon 1] de trap op naar de eerste verdieping en de vliering hebben gedirigeerd en
- dreigend tegen die [persoon 1] hebben gezegd dat hij naar de kluis moest gaan en
- dreigend aan die [persoon 1] duidelijk hebben gemaakt dat hij de kluis moest overhandigen en
- dreigend die [persoon 1] hebben gesommeerd dat hij de kluis moest openen en
- vervolgens die [persoon 1] naar de eerste verdieping hebben gedirigeerd en
- lades in meerdere slaapkamers hebben doorzocht en
- dreigend tegen die [persoon 1] en die [persoon 2] hebben gezegd "Geef me jullie telefoons. We willen geen signalementen in de kranten lezen, anders komen we terug.";
- voorzien van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp de supermarkt hebben betreden en
- dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp hebben getoond aan die [persoon 3] en
- tegen die [persoon 3] hebben gezegd "Blijf rustig, blijf rustig, maak de kassa's leeg.";
- voorzien van gezichtsbedekking en een capuchon en pet en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, het tankstation hebben betreden en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [persoon 4] hebben gericht en gericht gehouden en
- tegen die [persoon 4] hebben gezegd "Rustig blijven, rustig blijven, dit is een overval, we willen geld zien." en
- tegen die [persoon 4] hebben gezegd dat ze meer geld wilden hebben en sloffen sigaretten.
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
42 (tweeënveertig) maanden.
[persoon 3], wonende te [plaats 1] , toe tot € 1.250,- (zegge twaalfhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 27 juni 2015, tot aan de dag van de algehele voldoening. Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schade.
Deen Winkels B.V., gevestigd te [plaats 1] , toe tot € 1.527,35 (zegge één duizend vijfhonderdzevenentwintig euro en vijfendertig cent). Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade.
[persoon 4], wonende te Amsterdam, toe tot € 500,- (zegge vijfhonderd euro). Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schade.
[persoon 5]niet-ontvankelijk in zijn vordering.