Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
- voorzien van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp naar de woning gelegen aan de [adres 3] zijn gegaan en
- bij deze woning hebben aangebeld en
- direct na het openen van de deur een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [persoon 1] hebben gericht en gericht gehouden en
- dreigend tegen die [persoon 1] hebben gezegd "Geld, geld, waar is de kluis?" en
- die [persoon 1] de trap op naar de eerste verdieping en de vliering hebben gedirigeerd en
- dreigend tegen die [persoon 1] hebben gezegd dat hij naar de kluis moest gaan en
- dreigend aan die [persoon 1] duidelijk hebben gemaakt dat hij de kluis moest overhandigen en
- dreigend die [persoon 1] hebben gesommeerd dat hij de kluis moest openen en
- vervolgens die [persoon 1] naar de eerste verdieping hebben gedirigeerd en
- lades in meerdere slaapkamers hebben doorzocht en
- dreigend tegen die [persoon 1] en die [persoon 2] hebben gezegd "Geef me jullie telefoons. We willen geen signalementen in de kranten lezen, anders komen we terug.";
- voorzien van gezichtsbedekking en pet en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de snackbar heeft betreden en
- dreigend tegen die [persoon 3] heeft geroepen "Geld, geld!" en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [persoon 3] heeft gericht en gericht gehouden en
- dreigend tegen die [persoon 3] heeft gezegd dat hij het geld in de tas moest doen, in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- in de richting van die [persoon 3] is gelopen, die op dat moment achter de balie stond, teneinde achter de balie te komen en
- tegen in de snackbar aanwezige klanten heeft gezegd dat zij hun handen omhoog moesten doen, in ieder geval woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
- met die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] in een voertuig naar voornoemde snackbar te gaan en
- vervolgens in de nabijheid van die snackbar met die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] op die [medeverdachte 3] te wachten.
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
18 (achttien) maanden.
[persoon 3]af.
[persoon 4]niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Deen Winkels B.V.niet-ontvankelijk in haar vordering.
[persoon 5]niet-ontvankelijk in haar vordering.