Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Staatsanwaltschaft) te Landshut (Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
vonnis van 14 januari 2008van de rechtbank van Landau/Isar waarbij de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden. Tevens wordt melding gemaakt van een
vonnis van 21 november 2007van de rechtbank van Regensburg waarbij de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een geldstraf van 30 dagbedragen van € 10,-.
vonnis van 11 december 2008(referentie 45 Js 22526/07) van de rechtbank van Landau/Isar zijn voornoemde straffen gecombineerd tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden en twee weken.
Amtsgericht Landau a.d. Isarvan 19 augustus 2013 dat de proeftijd van het vonnis van 14 januari 2008 met een half jaar is verlengd tot 22 juni 2013. De proeftijd is kennelijk ten onrechte verlengd nadat deze al was verlopen. De overlevering dient derhalve te worden geweigerd. Subsidiair dient de behandeling van de vordering volgens de raadsman aangehouden te worden om nadere informatie bij de uitvaardigende justitiële autoriteit op te vragen over de status van het vonnis waarvan executie wordt gevraagd.
4.Strafbaarheid, feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
waarop in de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximum van ten minste drie jaren’staat.
5.Overige verweren
effective remedybestaat als bedoeld in artikel 13 van het EVRM. De rechtbank verwerpt daarom het verweer.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Officier van Justitie bij het Openbaar Ministerie te Landshut ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.