Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Gliwice, IV Penal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
aggregate sentence of the Regional Court in Gliwice of 28th October 2010, valid in law as of 5th November 2010.
convictions:
I. of the District (first instance) Court in Gliwice of 2.05.2007, reference dossier: III K 540/07;
II. of the District (first instance) Court in Gliwice of 21.09.2007, reference dossier: III K 812/07;
III. of the District (first instance) Court in Gliwice of 12.07.2007, reference dossier: III K 1711/05.
aggregate sentence.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
LJNBW2582 heeft overwogen dat in de procedure die tot een “verzamelvonnis” leidt niet de “criminal charge” wordt behandeld, dient het vaststellen van “cumulative sentences” volgens het Europees Hof voor de rechten van de mens wel gerekend te worden tot de “determination (…) of any criminal charge” als bedoeld in artikel 6 EVRM, tenzij die vaststelling “a mere matter of mathematical calculation” betreft (EHRM 15 juli 1982, nr. 8130/78 (Eckle/Duitsland), ECRM 5 juli 1995, nr. 21967/93 (Sárközi/Hongarije); T&C Internationaal strafrecht 2012, art. 12, aant. 4). Onder het begrip “criminal charge” valt dus niet alleen het vaststellen van de schuld, maar ook het vaststellen van een eventuele straf. Op een zitting zou de betrokkene namelijk allerlei verzachtende omstandigheden kunnen opwerpen in verband met een eventueel op te leggen straf.
aggregate sentencevan 28 oktober 2010. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
LJNBX9859);
LJNBO7900, met betrekking tot artikel 12 (oud) OLW)
LJNBJ4256, met betrekking tot artikel 12 (oud) OLW),
5.Strafbaarheid
6.Duur van de opgelegde straf
Regional Court in Gliwice. Deze rechtbank heeft voor de drie feiten in een “verzamelvonnis” een gezamenlijke straf opgelegd van één jaar en acht maanden. Op de vraag van de officier van justitie of de Poolse autoriteiten konden inschatten wat de opgelegde straf zou zijn voor feit III, konden zij geen antwoord gegeven. Nu onbekend is welke straf het
Regional Court in Gliwicedaadwerkelijk aan de opgeëiste persoon voor feit III heeft opgelegd en dus niet kan worden vastgesteld of de opgelegde straf voldoet aan artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW, dient de overlevering te worden geweigerd voor feit III.
opgelegdevrijheidsstraf, niet op de duur van het strafrestant (zie bijv. Rb. Amsterdam 19 oktober 2007,
LJNBC9797 en Rb. Amsterdam 7 oktober 2011,
LJNBT7214).
LJNBC7979 en Rb. Amsterdam 7 oktober 2011,
LJNBT7214).
7.Heropening van het onderzoek
District Court of Gliwice issued on 02.05.2007 reference III K 540/07 – sentenced to 4 months deprivation of liberty;
District Court of Gliwice issued on 21.09.2007 reference III K 812/07 – sentenced to 4 months deprivation of liberty;
District Court of Gliwice issued on 12.07.2007 reference III K 1711/05 – sentenced to 1 year and 4 months deprivation of liberty.
LJNBC7979 en Rb. Amsterdam 7 oktober 2011,
LJNBT7214).
LJNBW8970).
8.Beslissing
voor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hiervoor geformuleerde vraag aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen.