Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] van 16 maart 2015, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van ING c.s., met producties,
- het tussenvonnis van 1 juli 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 oktober 2015 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van de advocaat van ING c.s., naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
borrowing base(dat wil zeggen: de kredietlimiet wordt afhankelijk gesteld van de waarde van de debiteurenportefeuille en van de betaalde voorraad van [bedrijf 1] ). Verder is ook de bankgarantiefaciliteit met € 700.000,- verhoogd naar € 900.000,-, voor het stellen van bankgaranties ten gunste van de Gemeente Maassluis en een Chinese leverancier.
Artikel 11 Vervroegde opeisbaarheid
- Cliënt dient ING ComFin de definitieve jaarcijfers 2010 van Client, [bedrijf 3] en [bedrijf 1] in Deutschland GmbH binnen uiterlijk zes maanden (...) na afloop van de betreffende periode aan ING ComFin te verstrekken (…)
- Cliënt dient ING ComFin jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarcijfers te overleggen, vergezeld van een goedkeurende verklaring van de accountant. (…)
- Eventuele toekomstige liquiditeitstekorten bij Cliënt dienen te worden aangezuiverd door haar aandeelhouder, danwel andere financiers.
- Er geldt een interest Coverage ratio van minimaal 3.0. (…)
Achtergrond
- De jaarcijfers 2010 en 2011 hebben wij, ondanks herhaalde toezeggingen nog steeds niet ontvangen; (…)
- De RC limiet bij ING Bank ad EUR 600k is op dit moment volledig in gebruik. (…)
- Wij hebben van K&P [Krüger & Partners, rechtbank] vernomen dat er nog altijd geen opdracht is geformuleerd zoals overeengekomen in de Waiver. De deadline was 15 april jl. Formeel betekent dit dat de Waiver is komen te vervallen en wij onze rechten die voortvloeien uit het niet voldoen van [bedrijf 1] aan een aantal ratio’s en voorwaarden, kunnen uitoefenen.
- Per direct stoppen met “kampeer- en vrijetijdsartikelen” in combinatie met een snelle afbouw van de huidige voorraadpositie
- Concentreren op de handel met de doekverwerkende industrie
- Verkopen van het pand
- Op maandag 12 november zijn bij het UWV ontslagvergunningen aangevraagd voor 9 medewerkers van [bedrijf 1] ; samen met “natuurlijk verloop” verminderen we het personeelsbestand van 24 naar 12 medewerkers voor 31 maart 2013
- Makelaar benaderd voor de verkoop van het pand
- Grote uitverkoop van vrijetijdsartikelen is inmiddels gestart. Het doel is de voorraden voor 31 maart 2013 geheel afgebouwd te hebben zowel op BaseCamp als Dukdalf
- Het eigen vermogen zal worden versterkt dmv omzetting lening verstrekt door familie in aandelen. (…)
- Het commentaar mbt in default zijn is helder en duidelijk. Ik wou dat we inmiddels verder waren met een aantal zaken. Denk wel dat er nu een meer heldere visie ligt dan een driekwart jaar geleden en zou ingezette route niet graag verlaten.
- de rekening courant faciliteit: stand per vandaag is EUR 605.418,00
- de rentevastlening ad EUR 727.000,00
- de Euroflexlening ad EUR 495.000,00
- de garantiefaciliteit ad EUR 200.000,00
1.Versterken management
2.Liquiditeit/Continuïteit
3.StaVaZa jaarcijfers 2010 tm 2012
4.Interne cijfers 2012
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
“Wat resteert [na aflossing vanalle door ING nog aan [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] verstrekte financieringen
en de overstand op het bevoorschotti
ngskredie
t uit de opbrengst van de verkoop van hetbedrijfspand
, rechtbank] is een factoring faciliteit die in de pas loopt met de omvang van de business van [bedrijf 1] . Op dat moment is mijn rol uitgespeeld en zal ik het stokje overdragen aan mijn front office collega’s in Rotterdam.”(zie 2.21). Als onvoldoende weersproken staat immers vast dat [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] op dat moment het eigen vermogen nog niet had aangevuld, noch een concreet plan in het vooruitzicht had gesteld om op termijn extra liquiditeit in te brengen, terwijl ING c.s. als gezegd in de voorgaande periode voortdurend en bij herhaling het belang van versterking van het eigen vermogen had benadrukt en de voortzetting van de kredietrelatie ook telkens (mede) daarvan afhankelijk had gesteld. Derhalve had [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] moeten begrijpen dat de aflossing van het slotkrediet van ING en de eerdergenoemde e-mail van [naam 1] geenszins de voortzetting van de overige kredietfaciliteiten (LC faciliteit, Allowancefaciliteit en bevoorschottingsfaciliteit) garandeerde. Aldus faalt het betoog van [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] dat ING c.s. met haar handelswijze en uitlatingen het gerechtvaardigd vertrouwen zou hebben gewekt dat de relatie met [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] zou worden gecontinueerd. Maar zelfs als dit anders is, in de zin dat de e-mail van [naam 1] wel bij [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] gerechtvaardigd de verwachting zou hebben gewekt dat de financieringsrelatie voor onbepaalde tijd zou worden gecontinueerd, geldt dat door de ontwikkelingen die zich kort hierop hebben voorgedaan (waarover hierna meer) de kaarten anders zijn komen te liggen en dit tot bijstelling van die verwachting aan de zijde van [bedrijf 1 en 2 gezamenlijk] had moeten leiden.