Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
wat is de betrokkenheid van de vier door getuige [naam getuige] genoemde ambtenaren en van twee agenten en wat voor concrete aanwijzingen waren daarvoor, 2)
klopt het dat de zaak is gelekt, waardoor de huiszoeking bij [naam 1] is mislukten 3)
wat is er gebeurd met degene die gelekt heeft.
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verklaart het beroep van getuige [getuige 1] op het verschoningsrecht ten aanzien van de onder 1.2 weergegeven vragen ongegrond en bepaalt dat de getuige die vragen dient te beantwoorden;
- bepaalt dat de getuige kan worden opgeroepen voor de zitting van 3 juni 2016 om nader te worden gehoord;
- bepaalt dat de griffier per aangetekende brief een afschrift van deze beschikking zal toezenden aan getuige [getuige 1] .
4.De procedure
bestond er twijfel en zo ja, waarover, was er discussie en wat was het advies in het kader van het veiligheidsonderzoek dat is ingesteld naar de heer [naam 2], 2)
waren er geruchten bij de AIVD naar aanleiding van het veiligheidsonderzoek naar de heer [naam 2] , welke geruchten waren dat en hoeveel, gingen die geruchten over betrokkenheid van de heer [naam 2] bij jongensprostitutieen 3)
hoeveel referenties zijn er in het kader van het veiligheidsonderzoek naar de heer [naam 2] ingewonnen en hoe luidden deze.
5.De beoordeling
6.De beslissing
7.De procedure
over welke ambtenaren kwam informatie binnen in het kader van het Rolodex-onderzoek en de onderzoeken betreffende Van [naam 1] / [naam 3] / [naam 4]en 2)
wat voor informatie was dat.
8.De beoordeling
– kort gezegd – gegevens geheim te houden en deze niet (zonder meer) aan anderen te verstrekken. Hoewel de Wet politieregisters inmiddels is vervallen, gaan partijen en de getuige er blijkbaar van uit dat het ingeroepen verschoningsrecht op basis van die wet moet worden beoordeeld. De rechter-commissaris zal hen hierin volgen en beoordelen of de in deze wet vervatte geheimhoudingsplicht ook een verschoningsrecht oplevert.
9.De beslissing
- verklaart het beroep van getuige [getuige 3] op het verschoningsrecht ten aanzien van de onder 1.2 weergegeven vragen ongegrond en bepaalt dat de getuige die vragen dient te beantwoorden;
- bepaalt dat de getuige kan worden opgeroepen voor de zitting van 3 juni 2016 om nader te worden gehoord;
- bepaalt dat de griffier per aangetekende brief een afschrift van deze beschikking zal toezenden aan getuige [getuige 3] .