Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[adres] , [woonplaats] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Dossiernummer: 13 Ls-105 Js 872/14 – 9/15.
Onder ‘Toedracht’ staat 05.08.2015.
Dit verschil in jaartal staat ook in de oorspronkelijke Duitstalige versie. Hierover is geen vraag gesteld, terwijl artikel 2, tweede lid onder e) OLW vereist dat de (juiste) pleegdatum wordt genoemd in het EAB.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, aanhef, eerste lid, onder a, OLW
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen;
- de verdovende middelen waren voor Duitsland bestemd en zin in Duitsland ingevoerd;
- de Duitse autoriteiten hebben kenbaar gemaakt de vervolging in te willen stellen met het uitvaardigen van het EAB.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Hoofdofficier van Justitie in Kleve, Duitsland, ten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek.