Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlage Iweergegeven bewijsmiddelen, bewezen dat verdachte de onder 1 eerste alternatief/cumulatief en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
5.Bewezenverklaring
- het stompen op het gezicht van voornoemde [persoon 1] en
- het slaan met een stok tegen het lichaam van voornoemde [persoon 1] en
- het duwen tegen het lichaam van voornoemde [persoon 1] , waardoor voornoemde [persoon 1] ten val is gekomen en
- het stompen in het gezicht, terwijl voornoemde [persoon 1] op de grond lag.
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
[persoon 1], niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in rubriek 5 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 183,- (honderddrieëntachtig euro), bestaande uit 45,29 euro materiële schade en 137,71 euro aan immateriële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 januari 2016 tot de algehele voldoening.
10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
mishandeling
diefstal
[verdachte], daarvoor strafbaar.
5 (vijf) maanden.
3 (drie) weken.
2 (twee) weken.