Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 15 april 2015 (hierna: het tussenvonnis), met de daarin vermelde gedingstukken;
- de akte uitlating schade, tevens houdende overlegging producties, aan de zijde van [eiser] , met producties;
- de antwoordakte houdende uitlating na tussenvonnis tevens houdende overlegging producties, aan de zijde van Interbest, met producties;
- de akte uitlating producties, aan de zijde van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
De advertentie was geplaatst in de kranten De Telegraaf, Metro, Spits en het Algemeen Dagblad. Dat, zoals zij naar voren heeft gebracht, de door [naam 2] ontvangen vergoeding mogelijk niet alleen verband hield met het gebruik van zijn portret, heeft Interbest onvoldoende onderbouwd gesteld.
De hierover gevorderde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is niet toewijsbaar. Er is immers geen sprake van betaling van een geldsom verband houdend met een handelsovereenkomst. Nu echter duidelijk is dat [eiser] aanspraak maakt op vergoeding van rente, zal de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW worden toegewezen.