Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
(ECLI:NL:HR:2015:2465)geoordeeld dat overschrijding van de redelijke termijn ook in jeugdzaken niet tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging kan leiden. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. De Hoge Raad oordeelt dat volstaan kan worden met een minder verstrekkend rechtsgevolg als strafvermindering of in voorkomende gevallen de in artikel 9a Sr bedoelde schuldigverklaring zonder toepassing van straf of maatregel. De Hoge Raad wijst erop dat het openbaar ministerie (OM) slechts in uitzonderlijke gevallen niet-ontvankelijk kan worden verklaard in de vervolging. Voor zo’n beslissing moeten zwaarwegende argumenten bestaan. De raadsvrouw heeft ter zitting argumenten aangevoerd doch op grond van de jurisprudentie zijn deze niet voldoende zwaarwegend om te kunnen leiden tot niet ontvankelijkheid van het OM. Voor zover de raadsvrouw een beroep heeft gedaan op schending van het vertrouwensbeginsel overweegt de rechtbank dat onvoldoende is komen vast te staan dat een dergelijke toezegging is gedaan met betrekking tot het ten laste gelegde feit en dat de toezegging is gedaan door een daartoe bevoegd persoon. Ook indien dit het geval zou zijn, levert dit op grond van de jurisprudentie niet een dusdanig bijzondere omstandigheid op dat daardoor tot niet ontvankelijkheid van het OM dient te worden geconcludeerd. Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsvrouw. De rechtbank acht de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewijs
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
d.d. 5 februari 2016 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als first offender.
geen straf of maatregelaan verdachte worden opgelegd.
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
geen straf of maatregelwordt opgelegd.