ECLI:NL:RBAMS:2016:1599

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 maart 2016
Publicatiedatum
23 maart 2016
Zaaknummer
597684 KG RK 15-2330
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een arbiter in aandeelhoudersconflict

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 maart 2016 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure betreffende de benoeming van een arbiter. De zaak betreft een geschil tussen twee aandeelhouders, [verzoeker] en [verweerder], die elk voor 50% aandeelhouder zijn in Gravier E. Beheer B.V. Het geschil ontstond naar aanleiding van een impasse tijdens de aandeelhoudersvergaderingen, waarbij de stemmen staken over verschillende agendapunten. [verzoeker] diende op 20 november 2015 een verzoekschrift in tot benoeming van een arbiter, maar trok dit verzoek op 10 februari 2016 in. [verweerder] diende op 6 januari 2016 een zelfstandig verzoek in, dat de voorzieningenrechter heeft beoordeeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat, nu de stemmen van de aandeelhouders staken, er een arbiter benoemd moest worden om het geschil te beslechten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat partijen het niet eens konden worden over de benoeming van de arbiter en dat de in de statuten van de vennootschap voorgeschreven procedure niet tot een benoeming zou leiden. Daarom heeft de voorzieningenrechter [verweerder] ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en een arbiter benoemd. De kosten van de arbitrage zullen door de vennootschap worden gedragen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Beschikking van 3 maart 2016
in de zaak met nummers 597684 / KG RK 15-2330 MW/JT van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek,
advocaat mr. R.V.H. Jonker te Amsterdam,
en
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
verweerder, tevens verzoeker in het zelfstandig tegenverzoek,
advocaat mr. M.H.J. Langerak te Utrecht.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en [verweerder] worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 20 november 2015 een verzoekschrift tot het benoemen van een arbiter ingediend, welk verzoekschrift aan deze beschikking is gehecht. [verweerder] heeft op 6 januari 2016 eveneens een (zelfstandig) verzoekschrift tot het benoemen van een arbiter ingediend, welk verzoekschrift eveneens aan deze beschikking is gehecht. De beide verzoeken zijn behandeld ter terechtzitting van 12 januari 2016. Ter zitting waren alleen mr. Jonker namens [verzoeker] en mr. Langerak namens [verweerder] aanwezig. Hierna is de behandeling van de beide verzoeken pro forma aangehouden tot en met 12 februari 2016.
1.2.
Bij brief van 10 februari 2016 heeft [verzoeker] zijn verzoekschrift
ingetrokken. Ten aanzien van het verzoek van [verweerder] heeft [verzoeker]
verzocht dit niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel af te wijzen. Bij brief van 12
februari 2016 heeft [verweerder] , onder overlegging van de notulen van de
aandeelhoudersvergadering van 4 januari 2016, hierop gereageerd. Bij brief van 16
februari 2016 heeft [verzoeker] daar weer op gereageerd. Op verzoek van de
voorzieningenrechter heeft [verzoeker] zich bij brief van 22 februari 2016 nog
uitgelaten over de door [verweerder] op 12 februari 2016 overgelegde notulen
van de aandeelhoudersvergadering van 4 januari 2016.
2. De feiten
2.1.
[verzoeker] en [verweerder] zijn elk voor 50% aandeelhouder in Gravier E. Beheer B.V. (hierna: de vennootschap), waarvan [bestuurder] bestuurder is.
2.2.
Artikel 18 lid 8 van de statuten van de vennootschap bepaalt het volgende:
“Indien bij raadpleging van de aandeelhouders van de vennootschap omtrent enig voorstel de stemmen staken, zal, tenzij door de vergadering van aandeelhouders anders wordt besloten, de beslissing voor de vennootschap en de aandeelhouders bindend worden genomen door een scheidsman of -vrouw of indien een van de aandeelhouders en/of de vennootschap zulks wenst van drie scheidsmannen(-vrouwen), hierna te noemen scheidsman(nen). De scheidsman(nen) wordt (worden) door de aandeelhouders in onderling overleg aangewezen. Komen de aandeelhouders niet binnen dertig dagen nadat de ene aandeelhouder de andere(n) schriftelijk heeft verzocht gezamenlijk tot aanwijzing over te gaan, daaromtrent tot overeenstemming, dan wordt (worden) de scheidsman(nen) aangewezen door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in welker ressort de vennootschap is gevestigd. (…)”
2.3.
Uit de notulen van de aandeelhoudersvergadering van 2 september 2015 blijkt dat de stemmen van de aandeelhouders staakten ten aanzien van punten 7 en 8 van de agenda.
2.4.
Uit de notulen van de aandeelhoudersvergadering van 4 januari 2016 blijkt dat de stemmen van de aandeelhouders staakten ten aanzien van punten 5, 6 en 8 van de agenda.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter aanvankelijk verzocht om een arbiter te benoemen ter beslechting van de punten 7 en 8 van de agenda van de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap van 2 september 2015, althans het daarin besloten liggende geschil met [verweerder] , te weten de verlenging van de termijn van het vaststellen van de jaarrekening. Na de mondelinge behandeling ter zitting op 12 januari 2016 is de behandeling van het verzoek aangehouden tot en met 12 februari 2016. [verzoeker] heeft zijn verzoek op 10 februari 2016 ingetrokken.
3.2.
Het door [verweerder] ingediende (zelfstandig) verzoek betreft een verzoek aan de voorzieningenrechter om een arbiter te benoemen ter beslechting van de punten 5, 6 en 8 van de agenda van de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap van 4 januari 2016, respectievelijk te weten het geven van een instructie aan het bestuur van de vennootschap om een uitstaande lening en verschuldigde rente bij een schuldenaar op te eisen, het geven van een instructie aan het bestuur van de vennootschap om de volmachten welke de vennootschap in 2015 verstrekte aan [verzoeker] in te trekken en het ontslag met onmiddellijke ingang van de (statutair) bestuurder [bestuurder] . In het bijzonder wordt de benoeming van een arbiter verzocht ter beslechting van het geschil tussen de aandeelhouders dat in het geschil over de agendapunten besloten ligt.
3.3.
[verzoeker] heeft hiertegen verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Nu het door [verzoeker] ingediende verzoek is ingetrokken, resteert de beoordeling van het (zelfstandige) verzoek van [verweerder] en zal eerst de ontvankelijkheid van diens verzoek moeten worden beoordeeld.
4.2.
Nu de stemmen van de aandeelhouders staken ten aanzien van punten 5, 6 en 8 van de agenda van de aandeelhoudersvergadering van 4 januari 2016, dient er in beginsel gelet op artikel 18 lid 8 van de statuten van de vennootschap, één arbiter te worden benoemd, die ten aanzien van de agendapunten een bindende beslissing zal nemen. Partijen zijn het er over eens dat indien er een arbiter benoemd zal worden, volstaan kan worden met slechts één arbiter, mede gelet op de kosten.
4.3.
De wet voorziet er middels artikel 1027 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in, dat partijen zelf kunnen overeenkomen hoe de arbiter dient te worden benoemd. Artikel 1027 lid 3 Rv bepaalt voorts dat, bij gebreke van een tijdige benoeming van de arbiter (door partijen of een derde), het de voorzieningenrechter is die de arbiter benoemt (op verzoek van de meest gerede partij).
4.4.
Vast staat echter dat partijen het samen niet eens zijn geworden over de te benoemen arbiter en dat de in de statuten van de vennootschap aangewezen voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft meegedeeld niet bereid te zijn een arbiter te benoemen, omdat hij dergelijke benoemingen al enige jaren niet meer doet. De in de statuten voorgeschreven wijze zal dus niet tot een benoeming leiden. Deze situatie kan worden gelijkgesteld met die waarin slechts is voorzien in een benoeming door partijen gezamenlijk. Voor het onderhavige verzoek zal dan ook worden aangeknoopt bij artikel 1027 Rv. De voorzieningenrechter acht [verweerder] ontvankelijk in zijn verzoek, nu dit verzoek zijn grondslag vindt in (de ratio van) artikel 1027 Rv. Het verweer van [verzoeker] dat slechts sprake zou zijn van een “welwillendheidsbeslissing” wordt dan ook gepasseerd.
4.5.
De te benoemen arbiter zal moeten oordelen over de kwesties waarover de stemmen staken en het geschil tussen de aandeelhouders dat daarin besloten ligt. Er is geen aanleiding om over de inhoud van het geschil een nadere mondelinge behandeling te bepalen, zoals [verzoeker] heeft verzocht.
4.6.
[bestuurder] , de bestuurder van Gravier E. Beheer B.V., is op de hoogte gesteld van de mondelinge behandeling van de verzoeken ter zitting, maar is niet ter zitting verschenen en heeft evenmin schriftelijk gereageerd. Partijen zijn het er over eens dat de kosten van de arbitrage door de vennootschap zullen worden gedragen.
4.7.
Partijen hebben geen voorkeur uitgesproken voor een arbiter uit een bepaalde beroepsgroep of met bepaalde ervaring. De voorzieningenrechter zal gelet op de aard van de geschilpunten onderstaand persoon - een jurist met ervaring als arbiter in onder meer financiële geschillen en aandeelhoudersconflicten - benoemen, die in staat is en zich in beginsel bereid heeft verklaard om in deze zaak als arbiter op te treden.
4.8.
Voor een kostenveroordeling is geen aanleiding.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
Benoemt tot arbiter ter beslechting van het geschil tussen partijen met betrekking tot de agendapunten 5, 6 en 8 van de aandeelhoudersvergadering van de vennootschap van 4 januari 2016 en in het bijzonder het geschil tussen de aandeelhouders dat daarin besloten ligt:
- [arbiter] ( [adres] )
( [telefoonnummer] , [e-mailadres] );
bepaalt dat de kosten van de arbitrage worden gedragen door de vennootschap;
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking naar [arbiter] zal zenden;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
coll: