Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 december 2015 in de zaak tussen
[eiseres 1] ,eiseres 1, te Amsterdam,
[eiseres 2] ,eiseres 2, te Amsterdam, gezamenlijk: eisers
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de burgemeester van de gemeente Amsterdam en drie eisers, waaronder twee eiseressen. De zaak betreft de intrekking van een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning voor café [eiseres 2]. De burgemeester heeft deze vergunningen ingetrokken op 8 september 2014, omdat er ernstig gevaar bestond dat de vergunningen zouden worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, zoals handel in drugs en witwassen. Dit besluit werd in een later besluit van 18 mei 2015 gehandhaafd, waarbij het bezwaar van de eisers gedeeltelijk gegrond werd verklaard.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar eerdere adviezen van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) en naar een uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 juli 2015, waarin werd geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van eiseres 2 bij strafbare feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de vergunningen konden worden ingetrokken op basis van de Wet Bibob, en dat de intrekking van de vergunningen gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn in kennis gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.