Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 maart 2015, met producties (tevens houdende een incidentele vordering tot het geven van een voorlopige voorziening);
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en (naar de rechtbank begrijpt tevens in het incident) aan de zijde van de KNAW;
- de conclusie van antwoord (tevens houdende conclusie van antwoord in het incident tot een voorlopige voorziening) aan de zijde van de Stichting, met producties;
- de brief van 19 juni 2015 van de griffier namens de rechtbank aan partijen, waarbij een comparitie van partijen in de hoofdzaak en in het incident is bepaald;
- het proces-verbaal van de comparitie in de hoofdzaak en in het incident gehouden op 9 november 2015, met de daarin genoemde gedingstukken, waaronder de akte houdende vermindering/wijziging van eis;
- het faxbericht van 23 november 2015 van mr. Koelman, met opmerkingen betreffende de inhoud van het proces-verbaal;
- het faxbericht van 23 november 2015 van mr. V. Rörsch, namens de Stichting c.s., met opmerkingen betreffende de inhoud van het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
in de hoofdzaak
primair:de Stichting c.s., althans de Stichting en/of de KNAW, verbiedt inbreuk te maken op de auteursrechten van het Fonds,
primair:voor recht verklaart dat openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank, ook na 1 januari 2016, de auteursrechten van het Fonds schendt;
primair:de Stichting c.s. verbiedt niet door het Fonds geautoriseerde verveelvoudigingen van de integrale manuscripten van de dagboeken van Anne Frank binnen hun organisatie, en tussen hun organisaties, te verspreiden en anderszins openbaar te maken;
4.De beoordeling
onderzoek,zonder dat dat onderzoek wordt gepubliceerd, kan worden aangemerkt als het citeren uit een werk in een wetenschappelijke verhandeling of voor een uiting met een vergelijkbaar doel, geldt het volgende. Het XML-TEI-bestand bevat de volledige tekst van de werken. Er is dus geen sprake van het overnemen van een gedeelte, maar van het gehele werk. Weliswaar is niet uitgesloten dat onder bijzondere omstandigheden ook de overname van een geheel werk onder exceptie van artikel 15a Aw toelaatbaar is, maar dat van een dergelijk geval hier sprake is, is onvoldoende onderbouwd. Het gaat hier om een beperking die restrictief moet worden uitgelegd. Daarom zal degene die zich op die uitzondering beroept, in dit geval de Stichting c.s., voldoende inzichtelijk moeten maken waarom het verveelvoudigen van het gehele werk in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is en waarom aantal en omvang van de geciteerde delen door het te bereiken doel zijn gerechtvaardigd. Dat heeft zij echter nagelaten.
Het Fonds heeft het bestaan van de afspraak niet betwist.
De rechtbank zal daarom de proceskostenveroordeling zoals hiervoor weergegeven uitspreken. Daarbij merkt zij op dat, nu partijen overeenstemming over de proceskosten hebben bereikt, en de rechtbank geen andersluidend bericht heeft bereikt, zij het ervoor houdt dat deze afspraak ten aanzien van de Stichting tevens betrekking heeft op de door de haar gevorderde nakosten, maar geen betrekking heeft op de gevorderde en niet betwiste wettelijke rente over de proceskosten.