In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming die appartementen verhuurt, en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam. Eiseres had omgevingsvergunningen verkregen om een aantal appartementen in strijd met het bestemmingsplan Westelijke Binnenstad te gebruiken voor short stay. De gemeente heeft deze vergunningen in de bezwaarfase herroepen, waarna eiseres beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente bij het bestreden besluit, dat de vergunningen weigerde, zich baseerde op een rekenmodel dat een maximum aantal wisselingen van gebruikers per jaar vaststelde. Eiseres heeft echter aangetoond dat het aantal wisselingen ver onder dit maximum bleef. De rechtbank concludeert dat de gemeente de motivering van het bestreden besluit niet langer kan handhaven, omdat de nieuwe gegevens van eiseres een andere uitkomst gaven dan eerder werd aangenomen.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit. De gemeente wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de derde-partij, waarbij de rechtbank opmerkt dat er geen geschil is over de inhoud van de omgevingsvergunningen zelf. Tevens wordt de gemeente verplicht om het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.