7.16Als u uw woning toch onderverhuurt en uw onderhuurder meer laat betalen dan u ons verschuldigd bent, dan betaalt u ons het verschil.(…)”
1.3
[gedaagde] heeft het gehuurde met ingang van 14 september 2013 onderverhuurd aan een derde.
1.4
Stadgenoot heeft op 18 november 2013 van de politie vernomen dat er die dag bij een politie-inval een hennepkwekerij is aangetroffen in het gehuurde.
1.5
Stadgenoot heeft een proces-verbaal van onrechtmatige bewoning of het onrechtmatig gebruik van de woning van 21 december 2013 overgelegd, waarin staat dat [hoofdagent], hoofdagent, wijkteam Meer en Vaart, heeft gezien dat er in het gehuurde een hennepkwekerij aanwezig was:
“(…) Ik zag dat de woning was ingericht voor het vervaardigen van softdrugs (hennep). Ik zag dat in alle drie de kamers een plantage was ingericht.
(…)
Overige van belang zijnde informatie: Woning was een ravage. Gehele vloer was nat ongeveer 1,5 cm water. Woning was niet geschikt voor bewoning, want daar was geen ruimte meer voor.(…)”
1.6
[gedaagde] heeft de huurovereenkomst voor het gehuurde op 21 november 2013 tegen 21 december 2013 opgezegd en daarvoor op het kantoor van Stadgenoot een verklaring ingevuld, die Stadgenoot in de procedure als productie 4 heeft overgelegd.
In de brief van Stadgenoot aan [gedaagde] van 22 november 2013 wordt het gesprek van [naam 1] (hierna: [naam 1]), medewerker Woonfraude van Stadgenoot, met [gedaagde] op 21 november 2014 bevestigd. In deze brief staat onder meer het volgende:
“(…) In een gesprek op 21 november jl. in het huismeesterkantoor van Stadgenoot, heeft u ten overstaan van ondergetekende de huur van de woning opgezegd. Samengevat vertelde u niet of nauwelijks in de woning te hebben gewoond. U toonde een huurovereenkomst voor de woning die u sloot met [naam 2], geboren op[geboortedatum], ingaande op 14 september 2013 voor de duur van 1 jaar, voor een huurprijs van 1100 euro per maand.
U wist niet af van het bestaan van de hennepplantage en vermoedt dat genoemde [naam 2] de hennep heeft geteeld. U zou zich gaan melden bij de politie en na verhoor de woning schoon en leeg aan ons op te leveren. Tevens gaat u de schade herstellen.
In het gesprek heb ik u verteld dat Stadgenoot u op grond van de huurovereenkomst een boete op kan leggen van 10x de maandhuurprijs wegens de hennepteelt. Ook kunnen wij u een boete in rekening brengen voor het niet zelf bewonen van de woning. Hierover zal overleg plaats vinden met onze afdeling Juridische zaken.(…)”
1.7
[gedaagde] heeft de woning per 21 december 2013 opgeleverd. Voorafgaand daaraan hebben een voorinspectie en een eindinspectie plaatsgevonden. Bij de eindinspectie op 20 december 2014 is de staat van de woning goedgekeurd, met uitzondering van een vergoeding voor het het opnieuw aanvragen van een elektrameter, die was verwijderd in verband met de aanwezigheid van de hennepkwekerij.
1.8
Stadgenoot heeft [gedaagde] bij brief van 10 december 2013 een bedrag van € 14.790,67 in rekening gebracht aan boetes wegens hennepteelt en het onderverhuren van het gehuurde, alsmede uit onderhuur gerealiseerde winst.
1.9
Stadgenoot heeft op 5 februari 2014 een bedrag van € 851,61 aan waarborgsom aan [gedaagde] terugbetaald.