Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De feiten
2.De procedure
17 oktober 2012 de rechtbank verzocht een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, teneinde verzoeker, zijn vader [vader] (hierna: [vader] ) en de getuigen te horen. Bij beschikking van 27 juni 2013 heeft de rechtbank het verzoek van [belanghebbende] toegewezen.
3.Het beroep van de getuigen op hun verschoningsrecht en het verweer
4.De beoordeling
bij de behandeling van [belanghebbende] ;overigens geldt dat bij de beoordeling geen plaats is voor een onderscheid tussen vertrouwelijke en minder vertrouwelijke gegevens (Hoge Raad van 1 maart 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC9066).
Wel heeft [belanghebbende] naar de rechter-commissaris begrijpt willen betogen dat bij de afweging van belangen het openbaren van deze - louter procedurele - informatie minder zwaarwegend is.
5.De beslissing
10 december 2015voor uitlating aan de zijde van verzoeker of hij (i) andere getuigen wil doen horen en, zo ja, welke, dan wel (ii) het getuigenverhoor aan zijn zijde gesloten kan worden.