Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
13Baronnaar voren gekomen verdachten, gewezen op de verklaringen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Op basis daarvan, in combinatie met de bevindingen in het dossier, kan volgens haar in elk geval worden vastgesteld dat de door verdachten gepleegde feiten zijn gepleegd door een criminele organisatie. Naar haar mening zijn alle in de tenlastelegging onder 1 genoemde verdachten gedurende ruim een jaar onderdeel geweest van een criminele organisatie waarin op grote schaal misdrijven werden gepleegd.
iets te klikken. Daarna stuurt hij hem de gegevens van de rekening van [persoon 1] . Verdachte geeft aan dat hij het morgen gaat doen. Op 7 oktober 2014 geeft verdachte aan [medeverdachte 4] aan dat het niet lukt. Hij stuurt een foto van een inlogsessie op het account van [persoon 1] mee. Op 9 oktober 2014 zegt [medeverdachte 4] tegen verdachte dat hij contact op moet nemen met de bank en dat hij moet zeggen dat de hond in zijn portemonnee heeft gebeten. Verdachte geeft uitvoering aan die opdracht van [medeverdachte 4] . Hij belt met ING en vraagt een nieuwe bankpas aan op naam van [persoon 1] . Hij vertelt de medewerkster dat zijn hond in zijn portemonnee heeft gebeten en dat hij daarom een nieuwe pas aanvraagt. ING heeft de pas verzonden, maar onklaar gemaakt voor gebruik.
morgengeld op
die greente zetten (
tjonken) omdat hij de limiet van de pas heeft verhoogd. [medeverdachte 4] vraagt of verdachte een foto (
cap) kan sturen, waarop verdachte hem een foto van de rekening van [medeverdachte 6] stuurt. Dat verdachte de bankpas van [medeverdachte 6] ook daadwerkelijk onder zich had blijkt uit het aantreffen van de bankpas in de woning van verdachte tijdens de doorzoeking. Tussen verdachte en [medeverdachte 6] heeft bovendien een gesprek plaatsgevonden op 10 oktober 2014 waarin verdachte hem vraagt zijn limiet te verhogen en waarin zij spreken over de vergoeding voor het ter beschikking stellen van zijn bankpas. [medeverdachte 3] heeft op 9 en 10 oktober 2014 opnames gedaan vanaf de rekening van [medeverdachte 6] en [verdachte] op 11 oktober 2014.
5.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen en op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, bewezen dat verdachte
- plegen van computervredebreuk,
- plegen van witwassen,
- plegen van oplichting,
- plegen van diefstal van poststukken en/of bankpassen en
- plegen van diefstal van geldbedragen door middel van een valse sleutel.
- telefonisch contact opgenomen met voornoemde bank en
- zich voorgedaan als zijnde voornoemde [persoon 1] en
- met gegevens en een bankrekeningnummer van voornoemde [persoon 1] een nieuwe bankpas aangevraagd,
- 4.601 euro toebehorende aan [persoon 5] en/of [bedrijf 3] en
- 4.105 euro toebehorende aan [bedrijf 2] en
- 4.521 euro toebehorende aan [bedrijf 1 VOF] ,
- contact heeft opgenomen met voornoemde ING Bank en International Card Services en Rabobank en zich heeft voorgedaan als zijnde voornoemde [persoon 2] en [persoon 3] en [persoon 6] en/of [persoon 4] en
- met gegevens en bankrekeningnummers van voornoemde [persoon 2] en [persoon 3] en [bedrijf 4] en [persoon 4] nieuwe bankpassen en creditcard heeft aangevraagd.
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Beslag
10.Benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
“…en een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en)…”
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
200 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 100 dagen.
INGgedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van
Rabobankgedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van
€ 900,-(negenhonderd euro) aan de benadeelde partij.