ECLI:NL:RBAMS:2015:8025
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Berkum
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en verzoek tot vernietiging van het ontslag in de zorgsector
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoekster] en STICHTING EVEAN ZORG. [verzoekster] had op 8 september 2015 een verzoek ingediend tot vernietiging van haar ontslag op staande voet, dat op 14 juli 2015 was gegeven. Tevens vroeg zij om doorbetaling van haar salaris. De verweerster, Evean, had een verweerschrift ingediend en een voorwaardelijk ontbindingsverzoek gedaan. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2015, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten.
De rechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] sinds 5 november 2002 in dienst was bij Evean en dat zij regelmatig was aangesproken op haar gedrag, met name op het te laat komen en haar beroepshouding. Ondanks meerdere waarschuwingen en verbetertrajecten, bleef [verzoekster] te laat komen. Op 10 juli 2015 vond er een incident plaats waarbij [verzoekster] niet adequaat reageerde op een situatie met een cliënt, wat leidde tot haar ontslag op staande voet.
De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven, omdat er voldoende redenen waren voor Evean om het dienstverband te beëindigen. De verzoeken van [verzoekster] tot vernietiging van het ontslag en doorbetaling van haar salaris werden afgewezen. Ook het voorwaardelijke verzoek van Evean tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen, omdat Evean onvoldoende belang had bij dit verzoek. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen.