Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure in de zaak 13-831 (hierna: de zaak van Stichting SdB)
- de dagvaarding van 7 december 2012 met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van relatieve onbevoegdheid van
- het vonnis in incident van de rechtbank Midden-Nederland van 24 juli 2013 waarbij de zaak (bij die rechtbank geregistreerd onder nummer 334588) in de stand waarin zij zich bevond is verwezen naar deze rechtbank;
- het exploot van 30 juli 2013;
- de conclusie van antwoord met producties van ABN AMRO;
- het tussenvonnis van 8 januari 2014;
- de conclusie van repliek en akte houdende vermeerdering van eis met producties van
- de conclusie van dupliek met producties van ABN AMRO;
- de akte uitlating producties aan de zijde van Stichting SdB;
- de pleidooien, het daarvan opgemaakte proces-verbaal en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De procedure in de zaak 13-846 (hierna: de zaak van Stichting Euribar)
- de dagvaarding van 8 februari 2013 met producties;
- het herstelexploot van 21 februari 2013;
- de incidentele conclusie houdende verzoek tot voeging van Stichting Euribar;
- de akte van 20 maart 2013;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van relatieve onbevoegdheid tevens conclusie
- het oproepingsexploot van 30 juli 2013;
- het vonnis in incident van 25 september 2013 waarbij de zaak van Stichting Euribar is
- de conclusie van antwoord met producties van 30 oktober 2013 van ABN AMRO;
- het tussenvonnis van 8 januari 2014;
- de conclusie van repliek met producties van Stichting Euribar;
- de conclusie van dupliek met producties van ABN AMRO;
- de akte uitlaten producties;
3.De feiten
Euro Interbank Offered Rate. Dat is het rentetarief waartegen banken die tot het Euribor-panel behoren, leningen - gedenomineerd in euro’s en met een bepaalde looptijd - aanbieden aan andere tot dat panel behorende banken. Het 1-maands Euribor tarief is sinds het najaar van 2008 vooral gedaald.
, 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75 % van de executiewaarde) en 1,0% voor top-hypotheken (tot 125 % van de executiewaarde) en vormen samen met de gepubliceerde Euribor het tarief.”
Variabele rente (…)
Euribor variabele rente: het rentepercentage is gebaseerd op het 1 maands Euribor (…) tarief, vermeerderd met een opslagpercentage.
Vaste rente (…)”
“de uitdrukking ‘vaste opslag’ (…) tot verwarring heeft geleid”.De teveel aan de leningnemers in rekening gebrachte bedragen heeft ABN AMRO inmiddels gerestitueerd.
(…)
Verandering van renteperiode
Het door de schuldenaar te betalen bedrag zal alsdan worden herrekend onder handhaving van de looptijd. (…)
”
4.Het geschil
in de zaak van Stichting SdB
nakomingvan het opslag- en wijzigingsbeding en wel in die zin dat
voor recht wordt verklaarddat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding gegeven maatstaven, te weten 0,5% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
nakomingvan het opslag- en wijzigingsbeding en wel in die zin dat
voor recht wordt verklaarddat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding geldende maatstaven, te weten 1,0% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 1,2% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,3% (van 75% tot 100% van de executiewaarde) en 1,5% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
te verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen overeenstemmende met de opgelegde verhogingen van de opslag
onverschuldigdhebben betaald en met veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restituerenen deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
voor recht te verklarendat het opslagbeding zo moet worden
uitgelegddat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding geldende maatstaven, te weten 0,5% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
voor recht te verklarendat het opslagbeding zo moet worden
uitgelegddat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding geldende maatstaven, te weten 1,0% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 1,2% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde), 1,3% (van 75% tot 100% van de executiewaarde) en 1,5% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen overeenstemmende met de opgelegde verhogingen van de opslag
onverschuldigdhebben betaald en met veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restituerenen deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
voor recht te verklarendat de bank
tekort is geschoten in haar zorgverplichtingjegens de donateurs (dus onrechtmatig jegens de donateurs heeft gehandeld) en de bank te veroordelen tot
schadevergoeding in naturadaarin bestaande dat de overeenkomsten zodanig worden aangepast dat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding geldende maatstaven, te weten 0,5% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
voor recht te verklarendat de bank
tekort is geschoten in haar zorgverplichtingjegens de donateurs (dus onrechtmatig jegens de donateurs heeft gehandeld) en de bank te veroordelen tot
schadevergoeding in naturadaarin bestaande dat de overeenkomsten zodanig worden aangepast dat de opslag enkel en alleen in individuele gevallen kan worden gewijzigd volgens de in dat beding geldende maatstaven, te weten 1,0% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 1,2% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde), 1,3% (van 75% tot 100% van de executiewaarde) en 1,5% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde), wanneer de individuele verhouding tussen de EW en de hoogte van de onderhavige hypothecaire lening wijzigt;
verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen overeenstemmende met de opgelegde verhogingen van de opslag
onverschuldigdhebben betaald en met veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restitueren en deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
voor recht te verklarendat het naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaaris dat de bank een beroep kan doen op het wijzigingsbeding als onderdeel van het opslagbeding voor zover dat een verplichting inhoudt om meer te betalen dan 0,5% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde) als opslag boven de euribor-rente;
voor recht te verklarendat het naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaaris dat de bank een beroep kan doen op het wijzigingsbeding als onderdeel van het opslagbeding voor zover dat een verplichting inhoudt om meer te betalen dan 1,0% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 1,2% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde), 1,3% (van 75% tot 100% van de executiewaarde) en 1,5% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde) als opslag boven de euribor-rente;
verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen overeenstemmende met de opgelegde verhogingen van de opslag
onverschuldigdhebben betaald en met veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restitueren en deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
vernietigen– oneerlijke bedingen, misleiding, oneerlijke handelspraktijken en schending Wft – althans dit beding
ongedaante maken als vorm van schadevergoeding (anders dan in geld);
vernietigen– onredelijk bezwarendheid van het opslagbeding – althans te verstaan dat dit beding
is vernietigd, althans voor recht te verklaren dat dit beding
nietigis;
voor recht te verklaren– PECL, Unidroit, contra proferentem, Haviltex – dat de bank het wijzigingsbeding als onderdeel van het opslagbeding
niet geldendkan maken;
vernietigen– dwaling – althans de gevolgen van het wijzigingsbeding ter opheffing van het door de donateurs geleden en te lijden nadeel te wijzigen in die zin dat het
geen onderdeeluitmaakt van het contract tussen partijen;
ontbinden– wanprestatie, onvoorziene omstandigheden en schending codes – althans dit ontbonden te verklaren;
voor recht te verklaren– misbruik van bevoegdheid (willekeur) en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid - dat de bank de bevoegdheid uit het wijzigingsbeding als onderdeel van het opslagbeding
niet kan inroepenjegens de ongeveer 6000 euribor-klanten van de bank;
te verbiedende opslag te wijzigen, anders dan volgens de individuele maatstaven, te weten 0,5% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde) en voor wat betreft de euribor-contracten afgesloten na 1 februari 2009 de bank
te verbiedende opslag te wijzigen, anders dan volgens de individuele maatstaven, te weten 1,0% voor NHG-hypotheken (NHG=nationale hypotheek garantie), 1,2% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,5% voor tophypotheken (tot 125% van de executiewaarde;
verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen overeenstemmende met de opgelegde verhogingen van de opslag
onverschuldigdhebben betaald en met veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restitueren en deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
bevelenom de verhoging van de opslag
ongedaante maken c.q.
voor recht te verklarendat de opslag, zoals door de bank doorgevoerd, contractuele
grondslag ontbeerten met als sequeel om de bank te veroordelen om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan deze verhoogde opslag) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restitueren en deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de momenten dat de gewraakte opslagverhogingen zijn betaald tot de dag der betalingen;
niet kunnen leiden totdeze verhoging;
bij de conclusie van repliek, rb] en ingevolge productie 63 hiervoor [
bij de conclusie van repliek, rb])
voor recht te verklarendat de door de bank opgevoerde kostenposten ter rechtvaardiging van het verhogen van de opslag in 2009 en 2012 er toe dienen te leiden dat deze
opslagalthans per 1 januari 2013 dient te worden
vastgesteld op0,8% voor NHG-hypotheken, 1% voor standaardhypotheken (tot 75% van de executiewaarde), 1,1% voor hypotheken ter hoogte van tussen de 76%-100% van de executiewaarde en 1,3% voor de hypotheken boven de 100% executiewaarde, ongeacht of deze hypotheken tot of na 1 februari 2009 zijn afgesloten;
verklaren voor rechtdat de donateurs de bedragen, die vanaf 1 januari 2013 de genoemde opslagen in petitum xxiii hiervoor te boven gaan
onverschuldigdhebben betaald en met de veroordeling van de bank om de reeds geïncasseerde bedragen (gerelateerd aan de te hoge opslagen) aan de cliënten van de bank (euribor-klanten) te
restitueren en deze restitutiebedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment dat de te hoge opslagen zijn betaald tot de dag der betalingen;
bij de dagvaarding van Stichting SdB, rb.] en in het bijzonder de bijlage bij de brief van januari 2013 bij conclusie van antwoord zijdens de bank) de door de bank in de Nieuwsbrief van januari 2013 aan haar leningnemers gecommuniceerde
criteriavoor de situaties waarin en de wijze waarop de opslag gewijzigd dient te worden als maatstaven
vast te stellenen deze opslag vervolgens vast te stellen, alsmede vast te stellen wanneer, hoeveel en onder welke voorwaarden de opslag moet worden verlaagd;
maatstafte geven, volgens welke kan worden bepaald welke kostenposten wel en welke niet in de opslag kunnen doorwerken en om vervolgens de
hoogtevan de opslag
te bepalen, c.q. naar objectieve maatstaven vast te stellen welke kostenposten kunnen leiden tot verhoging van de onderhavige opslag en deze opslag vervolgens vast te stellen, alsmede naar objectieve maatstaven vast te stellen wanneer, hoeveel en onder welke voorwaarden de opslag moet worden verlaagd;
de euribor-hypotheken van Fortis bedoeld in 3.12.1, rechtbank] de bank te verbieden om voor de resterende looptijd van de hypothecaire leningen de opslag, die als vast is aangeduid in de offerte, boven het euribor-tarief te verhogen, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 1.000,00 per dag en per donateur voor iedere dag dat de bank de opslag verhoogd houdt;
kostenvan deze procedure aan de zijde van Stichting SdB gevallen, het griffierecht en de andere verschotten daaronder begrepen;´
verklaren voor rechtdat de klanten van de bank met een euribor-hypotheek de geldleningsovereenkomst zo mochten
uitleggendat enkel het euriborrentetarief variabel is en de (zgn. kosten)opslag vast en de bank de overeenkomst op die wijze dient na te komen;
verbiedende verhoging door te voeren, nu en in de toekomst, omdat de bank onrechtmatig handelt, namelijk in strijd met haar zorgplicht, door de verhoging door te voeren;
verbiedende verhoging door te voeren, nu en in de toekomst, omdat de bank onrechtmatig handelt, namelijk een
oneerlijke handelspraktijkverricht nu zij de verhoging doorvoert;
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaaris en het beding derhalve
vernietigddient te worden.
kostenvan deze procedure.
5.De beoordeling in beide zaken
Beantwoording van voorvragen
Is deze rechtbank bevoegd, gelet op artikel 6:241 BW?
Is voldaan aan de vereisten van artikel 3:305a BW?
“donateurs”(welke term ook voorkomt in het onder 4.1 weergegeven petitum) willekeurig is gebruikt en geen juridische betekenis heeft. Zij schrijft hierover in laatstbedoelde brief:
“In elk geval betreft het de individuen, voor wier belangen Sdb gezamenlijk opkomt (…). Dat zijn 6.316 personen/individuen (alle bij de bank lopende Euribor-hypotheken), waarvan meer dan 500 personen (donateurs) Sdb financieel steunen”.
Hebben beide Stichtingen bij hun vorderingen voldoende belang?
Is er ook voldoende belang bij de vorderingen betreffende de euribor-hypotheken van Fortis (niet zijnde omzettingen)?
Beoordeling van de kernverwijten van de Stichtingen
tenzijde wederpartij in dat geval bevoegd is de overeenkomst te ontbinden. Nu in geen van de opslagwijzigingsbedingen een beperking is gesteld aan het moment per wanneer de opslag voor het eerst kan worden gewijzigd en de leningnemer bovendien niet (contractueel) bevoegd is de overeenkomst te ontbinden in het geval de opslag binnen drie maanden na sluiting van de overeenkomst wordt verhoogd, is strikt genomen niet voldaan aan de in artikel 6:236 onder i BW vermelde uitzondering (“
tenzij”) dat de overeenkomst bij zo’n prijsverhoging binnen drie maanden kan worden ontbonden.
Voor het geval aan die uitzondering toch geacht moet worden te zijn voldaan - omdat de leningnemers contractueel weliswaar niet kunnen ontbinden, maar wel bevoegd zijn tot aflossing van de lening, dan wel omzetting van de lening naar een andere rentevastperiode - moet de vraag of de opslagwijzigingsbedingen niettemin onredelijk bezwarend zijn, worden beantwoord aan de hand van de open norm van artikel 6:233 BW en aan de hand van in Europese rechtspraak ontwikkelde criteria. In artikel 6:233 BW is bepaald dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is, indien dit, gelet op de aard en inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen en de overige omstandigheden van het geval, voor de wederpartij onredelijk bezwarend is. Het onder de richtlijn relevante criterium is of sprake is van een oneerlijk beding. In het kader van de richtlijn komt betekenis toe aan de vraag of het beding is opgenomen in de bijlage bij de richtlijn, houdende een (indicatieve en niet-uitputtende) lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt (hierna: de bijlage).
De punten (…), j) en (…) zijn niet van toepassing op:
RWE), rov. 44).
Kásler), rov. 69, 71 en 75). Het hof van justitie overweegt in dat verband:
, [moet] het vereiste dat een contractueel beding duidelijk en begrijpelijk is opgesteld, aldus worden verstaan dat het niet alleen gebiedt dat het betrokken beding voor de consument grammaticaal begrijpelijk is, maar ook dat in de overeenkomst de concrete werking van het wisselkoersmechanisme van de vreemde valuta waarnaar het betrokken beding verwijst alsmede de verhouding tussen dit mechanisme en het mechanisme dat is voorgeschreven door andere bedingen betreffende de vrijgave van de lening, transparant zijn gespecificeerd zodat de consument op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien, kan voorzien.”
RWE), rov. 54):
transacties met betrekking tot (…) financiële (…) diensten waarvan de prijs verband houdt met (...) financiële marktkoersen waar de verkoper geen invloed op heeft”. Helemaal helder is deze bepaling - een toelichting op de totstandkoming daarvan ontbreekt - niet; relevant lijkt of een wijziging van de opslag verband houdt met koersen op de financiële markt die buiten de invloedssfeer van de betrokken financiële instelling vallen. Op basis van het betoog van ABN AMRO zelf, kan in elk geval worden vastgesteld dat een opslagwijziging niet steeds door dergelijke externe marktfactoren behoeft te zijn ingegeven. ABN AMRO heeft aangevoerd dat de opslag is opgebouwd uit verschillende componenten (liquiditeitskosten, kapitaalkosten, een risico-opslag, kosten in verband met de bedrijfsvoering en winstmarge), waarvan de hoogte - minstgenomen: voor een deel - door ABN AMRO zelf wordt bepaald en/of niet afhankelijk is van enige financiële marktkoers. Ook de in 2009 en 2012 doorgevoerde opslagverhogingen waren, zelfs wanneer wordt uitgegaan van de verklaring van ABN AMRO zelf, niet louter ingegeven door wijziging van financiële marktkoersen. Zoals ABN AMRO heeft betoogd, waren deze verhogingen niet alleen noodzakelijk vanwege de omstandigheid dat de liquiditeitskosten sinds 2008 waren toegenomen, maar ook door gestegen kapitaalkosten als gevolg van de strengere eisen die aan banken worden gesteld met betrekking tot de aan te houden kapitaalbuffers (uit hoofde van Basel III) en de dreiging van toenemende verliezen als gevolg van verslechterde economische omstandigheden.
1.808,00(4,0 punten × tarief € 452,00)
1.808,00(4,0 punten × tarief € 452,00)