Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Judge sitting at Westminster Magistrates’ Court in London(Groot-Brittannië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
warrant of arrest at first instance issued at Westminster Magistrates’ Court, gedateerd op 24 februari 2015.
bijlage Iaan deze uitspraak gehecht.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 11 OLW
6.Beslag
if known)”. De uitvaardigende autoriteit heeft onder (g) opgenomen een wapen en een BlackBerry. Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de formulering van onderdeel (g) niet worden aangenomen dat goederen die onder de opgeëiste persoon zijn aangetroffen maar niet zijn vermeld in het EAB, niet kunnen worden overgedragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit. Van de Engelse justitiële autoriteiten kan immers niet worden verwacht dat zij op voorhand bekend zijn met hetgeen zal worden aangetroffen tijdens de aanhouding van de opgeëiste persoon. Evenmin kan van de justitiële autoriteiten worden verwacht dat er een (omvangrijke) opsomming onder (g) wordt verstrekt van de mogelijk bij de aanhouding van de opgeëiste persoon onder hem in beslag te nemen goederen.
7.Slotsom
€ 295,00.
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Judge sitting at Westminster Magistrates’ Court in Londonten behoeve van het in Groot-Brittannië tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht;
bijlage IIaan deze uitspraak wordt gehecht.